NL2001497C2 - Prefabricated building, has connection box closed with lid, slot arranged on connection box, two plastic insert plates placed inside connection box that is divided into three compartments - Google Patents
Prefabricated building, has connection box closed with lid, slot arranged on connection box, two plastic insert plates placed inside connection box that is divided into three compartments Download PDFInfo
- Publication number
- NL2001497C2 NL2001497C2 NL2001497A NL2001497A NL2001497C2 NL 2001497 C2 NL2001497 C2 NL 2001497C2 NL 2001497 A NL2001497 A NL 2001497A NL 2001497 A NL2001497 A NL 2001497A NL 2001497 C2 NL2001497 C2 NL 2001497C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- wall
- building
- box
- side walls
- rear wall
- Prior art date
Links
Classifications
-
- H—ELECTRICITY
- H02—GENERATION; CONVERSION OR DISTRIBUTION OF ELECTRIC POWER
- H02G—INSTALLATION OF ELECTRIC CABLES OR LINES, OR OF COMBINED OPTICAL AND ELECTRIC CABLES OR LINES
- H02G1/00—Methods or apparatus specially adapted for installing, maintaining, repairing or dismantling electric cables or lines
-
- H—ELECTRICITY
- H02—GENERATION; CONVERSION OR DISTRIBUTION OF ELECTRIC POWER
- H02G—INSTALLATION OF ELECTRIC CABLES OR LINES, OR OF COMBINED OPTICAL AND ELECTRIC CABLES OR LINES
- H02G3/00—Installations of electric cables or lines or protective tubing therefor in or on buildings, equivalent structures or vehicles
- H02G3/02—Details
- H02G3/08—Distribution boxes; Connection or junction boxes
- H02G3/12—Distribution boxes; Connection or junction boxes for flush mounting
- H02G3/121—Distribution boxes; Connection or junction boxes for flush mounting in plain walls
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Architecture (AREA)
- Civil Engineering (AREA)
- Structural Engineering (AREA)
- Connection Or Junction Boxes (AREA)
Abstract
Description
Nr. NLP182998ANr. NLP182998A
Gebouw met verbindingsdoos op vloerniveauBuilding with connection box at floor level
ACHTERGROND VAN DE UITVINDINGBACKGROUND OF THE INVENTION
De uitvinding heeft betrekking op het gebied van verbindingsdozen voor elektrische installaties.The invention relates to the field of connection boxes for electrical installations.
5 Een voorbeeld van een dergelijke verbindingsdoos is een centraaldoos die doorgaans in het midden van een plafond wordt aangelegd, en vanaf daar is verbonden met de groepenkast. Vanaf de verbindingsdoos worden buizen naar inbouwdozen in de muren geplaatst voor bijvoorbeeld stop-10 contacten of lichtschakelaars. De centraaldozen bieden voldoende ruimte voor de koppelingen van de bedrading. Aangezien lichtschakelaars en in het bijzonder stopcontacten zich dichter bij de grond dan bij het plafond bevinden, dienen daarbij relatief grote afstanden tot de centraaldoos 15 te worden overbrugd. Derhalve kan de centraaldoos op alternatieve wijze deels in de vloer worden opgenomen, bijvoorbeeld door deze in het plaatselijk te storten betonnen voor de vloer op te nemen. Dit maakt de aanwezigheid van de installateur noodzakelijk zowel bij het storten van de 20 vloer als bij het daarna plaatsen van de inbouwdozen voor bijvoorbeeld de stopcontacten.An example of such a connecting box is a central box which is usually laid in the middle of a ceiling and is connected from there to the group box. From the junction box, pipes to flush-mounted boxes are placed in the walls for, for example, plug-10 contacts or light switches. The central junction boxes offer sufficient space for the wiring connections. Since light switches and in particular sockets are located closer to the ground than to the ceiling, relatively large distances to the central box 15 must be bridged. Therefore, the central box can alternatively be partially incorporated into the floor, for example by incorporating it in concrete for the floor to be poured locally. This makes the presence of the installer necessary both when pouring the floor and when subsequently placing the flush-mounted boxes for, for example, the sockets.
Een doel van de uitvinding is een verbindingsdoos te verschaffen die tegelijk met de inbouwdozen voor bijvoorbeeld de stopcontacten kan worden geplaatst.An object of the invention is to provide a junction box that can be placed at the same time as the flush-mounted boxes for, for example, the sockets.
22
Een doel van de uitvinding is een verbindingsdoos te verschaffen die eenvoudig te installeren is.An object of the invention is to provide a connection box that is easy to install.
5 SAMENVATTING VAN DE UITVINDINGSUMMARY OF THE INVENTION
De uitvinding verschaft, vanuit een aspect, een gebouw omvattend een vloer en een muur met op vloerniveau een inbouwruimte waarin een verbindingsdoos of aftakdoos 10 voor elektrische installaties is opgenomen, waarbij de inbouwruimte een begrenzingswand bezit die is gevormd vanuit een zich horizontaal uitstrekkende reeks van minimaal twee elkaar deels overlappende en in hoofdzaak horizontaal gerichte cilindergaten in de muur, waarbij het gezamenlijke 15 raakvlak aan de onderzijde van de cilindergaten in hoofdzaak gelegen is in het vloerbovenvlak en de cilindergaten in de bovenzijde van de begrenzingswand opeenvolgende concave segmenten bepalen met een neerwaarts gerichte overgangsrand ter plaatse van de overlapping, waarbij de verbindingsdoos 20 is voorzien van een langwerpige bovenwand, een langwerpige achterwand en twee zijwanden die aan de buitenzijde een langwerpige, blokvormige hoofdcontour van de verbindingsdoos bepalen, waarbij zich tegenover de achterwand uitstrekkende vrije randen van de bovenwand en de zijwanden een zich 25 evenwijdig aan achterwand uitstrekkende toegangsopening naar het inwendige van de verbindingsdoos begrenzen voor opname van schakel- en/of verbindingsmateriaal voor de elektrische installatie, waarbij de achterwand zich in hoofdzaak uitstrekt vanaf het gezamenlijke raakvlak, en de bovenwand 30 op korte afstand van of tegen de neerwaartse overgangrand is gelegen, waarbij de bovenwand en/of de zijwanden van de verbindingsdoos zijn voorzien van daarvan afstaande plaatsingsuitsteeksels die aan de bovenzijde en/of de zij zijden van de begrenzingswand op korte afstand staan van 35 en/of aanliggen tegen de begrenzingswand.The invention provides, from one aspect, a building comprising a floor and a wall with a built-in space at floor level in which a connecting box or branch box 10 for electrical installations is accommodated, wherein the built-in space has a boundary wall formed from a series of at least horizontally extending two partially overlapping and substantially horizontally oriented cylinder holes in the wall, wherein the common contact surface on the underside of the cylinder holes is substantially located in the floor top surface and the cylinder holes in the upper side of the boundary wall define successive concave segments with a downwardly directed transition edge at the location of the overlap, wherein the connecting box 20 is provided with an elongated top wall, an elongated rear wall and two side walls which on the outside define an elongated, block-shaped main contour of the connecting box, free space extending opposite the rear wall the top wall and the side walls define an access opening extending parallel to the rear wall to the interior of the connection box for receiving switching and / or connection material for the electrical installation, the rear wall extending substantially from the common interface, and the top wall 30 is situated at a short distance from or against the downward transition edge, wherein the top wall and / or the side walls of the connecting box are provided with positioning projections remote therefrom which are a short distance at the top and / or the sides of the boundary wall of 35 and / or abut against the boundary wall.
De verbindingsdoos is opgenomen in een inbouwruimte die een begrenzingswand bezit die is gevormd vanuit 3 een zich horizontaal uitstrekkende reeks van minimaal twee elkaar deels overlappende en in hoofdzaak horizontaal gerichte cilindergaten in de muur. Deze cilindergaten kunnen dezelfde gaten zijn als die worden geboord voor bijvoorbeeld 5 de stopcontacten. Door de reeks cilindergaten te boren op vloerniveau kunnen de laatste resten muurdelen die tussen de vloer en de cilindergaten zitten eenvoudig worden weggenomen, waardoor een effen ondervlak ontstaat voor het plaatsen van de verbindingsdoos met de blokvormige 10 hoofdcontour. De plaatsingsuitsteeksels overbruggen dan grotendeels het vormverschil tussen de concave segmenten en de rechthoekige wanden, waardoor de positie van de verbindingsdoos is geborgd. De plaatsingsuitsteeksels en cilindergaten kunnen later worden weggewerkt door de overgebleven 15 ruimte om de aftakdoos met gips dicht te smeren, of door een plint te plaatsen.The connecting box is accommodated in a built-in space which has a boundary wall which is formed from a horizontally extending series of at least two mutually overlapping and substantially horizontally oriented cylinder holes in the wall. These cylinder holes can be the same holes that are drilled for, for example, the sockets. By drilling the series of cylinder holes at floor level, the last remains of wall parts that are located between the floor and the cylinder holes can easily be removed, so that a smooth bottom surface is created for placing the connecting box with the block-shaped main contour. The placement protrusions then largely bridge the shape difference between the concave segments and the rectangular walls, thereby securing the position of the connection box. The placement protrusions and cylinder holes can later be concealed by the remaining space to close the plaster box with plaster, or by placing a skirting board.
De plaatsingsuitsteeksels kunnen effectief naar de begrenzingswand reiken indien de plaatsingsuitsteeksels in hoofdzaak dwars op de bovenwand en/of de zijwanden in 20 hoofdzaak op die wand staan.The placement protrusions can effectively extend to the boundary wall if the placement protrusions are substantially transverse to the top wall and / or the side walls substantially on that wall.
In een uitvoeringsvorm strekken de plaatsingsuitsteeksels zich uit vanaf de achterwand.In one embodiment, the placement protrusions extend from the rear wall.
De verbindingsdoos kan ondanks de aanwezigheid van de plaatsingsuitsteeksels in horizontale richting in de 25 inbouwruimte worden geplaatst indien de plaatsingsuitsteeksels in hoofdzaak dwars op de achterwand zijn gericht.Despite the presence of the placement protrusions, the junction box can be placed in the installation space in the horizontal direction if the placement protrusions are directed substantially transversely to the rear wall.
In een eenvoudig te vervaardigen uitvoeringsvorm bezitten de plaatsingsuitsteeksels tussen de bovenwand en/of de zijwanden enerzijds en de begrenzingswand anderzijds in 30 hoofdzaak dezelfde dikte, waarbij de plaatsingsuitsteeksels bij voorkeur een platte vorm bezitten, met een dikte die ten minste vijf maal kleiner is dan de lengte.In a simple to manufacture embodiment, the placement protrusions between the top wall and / or the side walls on the one hand and the boundary wall on the other hand have substantially the same thickness, the placement protrusions preferably having a flat shape, with a thickness at least five times smaller than the length.
In een uitvoeringsvorm staan de plaatsingsuitsteeksels met het uiterste vrije uiteinde op 35 korte afstand van en/of liggen aan tegen de begrenzingswand.In one embodiment, the placement protrusions with the extreme free end are a short distance from and / or abut against the boundary wall.
In een uitvoeringsvorm zijn de plaatsingsuitsteeksels als één geheel gevormd met de bovenwand en/of de 4 zijwanden.In one embodiment, the placement protrusions are formed integrally with the top wall and / or the 4 side walls.
De plaatsingsuitsteeksels aan de zijwanden kunnen effectief tot het verst gelegen concave segment tegenover de zijwand reiken indien de plaatsingsuitsteeksels aan de 5 zijwanden met de zijwanden zijn verbonden tussen de bovenwand en het midden van de zijwand.The placement protrusions on the side walls can effectively reach the farthest concave segment opposite the side wall if the placement protrusions on the side walls are connected to the side walls between the top wall and the center of the side wall.
Alternatief geformuleerd zijn de plaatsingsuitsteeksels aan de zijwanden met de zijwanden verbonden in hoofdzaak in het door de hartlijnen van de cilindergaten 10 opgespannen vlak.Alternatively, the placement protrusions on the side walls are connected to the side walls substantially in the plane stretched by the axes of the cylinder holes 10.
De plaatsingsuitsteeksels aan de zijwanden reiken tot het verst gelegen concave segment tegenover de zijwand indien de plaatsingsuitsteeksels aan de zijwanden in hoofdzaak in het door de hartlijnen van de cilindergaten opge-15 spannen vlak op korte afstand staan van en/of aanliggen tegen de begrenzingswand.The placement protrusions on the side walls extend to the furthest concave segment opposite the side wall if the placement protrusions on the side walls are substantially a short distance from and / or abut against the boundary wall in the plane stretched through the axes of the cylinder holes.
In een gecombineerde uitvoeringsvorm strekken de plaatsingsuitsteeksels aan de zijwanden zich in hoofdzaak uit in het door de hartlijnen van de cilindergaten opge-20 spannen vlak.In a combined embodiment, the placement protrusions on the side walls extend substantially in the plane stretched by the axes of the cylinder holes.
De plaatsingsuitsteeksels aan de zijwanden kunnen een kanteling van de verbindingsdoos om zijn verticale as binnen de inbouwruimte tegengaan indien de plaatsingsuitsteeksels aan de zijwanden zich uitstrekken tot aan de 25 vrije rand van de zijwand.The placement protrusions on the side walls can prevent a tilting of the connecting box about its vertical axis within the installation space if the placement protrusions on the side walls extend to the free edge of the side wall.
De verbindingsdoos kan zowel in verticale richting als in horizontale richting worden vastgezet door dezelfde plaatsingsuitsteeksels aan de bovenwand indien de plaatsingsuitsteeksels aan de bovenwand in een paar van twee 30 zijn opgesteld, waarbij het paar plaatsingsuitsteeksels samen een neerwaarts gerichte overgang van de begrenzingswand insluiten.The junction box can be fixed both in the vertical direction and in the horizontal direction by the same placement protrusions on the top wall if the placement protrusions on the top wall are arranged in a pair of two, the pair of placement protrusions together enclosing a downwardly directed transition of the boundary wall.
Daarbij kan de verbindingsdoos neerwaarts vastgedrukt worden gehouden indien het paar insluitende plaat-35 singsuitsteeksels van elkaar is afgebogen.Thereby, the junction box can be held down pressed down if the pair of enclosing plate protrusions are deflected from each other.
In een uitvoeringsvorm zijn de plaatsingsuitsteeksels aan de bovenwand teruggelegen ten opzichte van de vrij 5 randen van de bovenwand, waardoor een kleine kanteling van de verbindingsdoos om zijn horizontale langsas vanuit zijn ideale rechtstand mogelijk is zonder deze plaatsinguitsteeksels uit het buitenvlak van de muur te 5 laten komen.In one embodiment the placement protrusions on the top wall are recessed with respect to the free edges of the top wall, whereby a small tilting of the connecting box about its horizontal longitudinal axis from its ideal straight position is possible without leaving these placement protrusions out of the outer surface of the wall come.
Het schakel- en/of verbindingsmateriaal kan worden afgeschermd indien de verbindingsdoos een afsluitdeksel op de toegangsopening omvat, waarbij de buitenzijde van het af sluitdeksel zich in of achter het buitenvlak van de muur 10 uitstrekt.The switching and / or connecting material can be shielded if the connecting box comprises a closing cover on the access opening, the outside of the closing cover extending in or behind the outer surface of the wall.
In een uitvoeringsvorm daarvan strekt het deksel zich over de plaatsingsuitsteeksels aan de zijwanden uit.In one embodiment thereof, the cover extends over the placement protrusions on the side walls.
De uitvinding verschaft voorts, vanuit een verder aspect, een gebouw omvattend een vloer en een muur met op 15 vloerniveau een inbouwruimte waarin een verbindingsdoos of aftakdoos voor elektrische installaties is opgenomen, waarbij de verbindingsdoos is voorzien van een langwerpige bovenwand, een langwerpige achterwand en twee zijwanden die aan de buitenzijde een blokvormige hoofdcontour van de 20 verbindingsdoos bepalen, waarbij zich tegenover de achterwand uitstrekkende vrije randen van de bovenwand en de zijwanden een zich evenwijdig aan de achterwand uitstrekkende toegangsopening naar het inwendige van de verbindingsdoos begrenzen voor opname van schakel- en/of verbin-25 dingsmateriaal voor de elektrische installatie, waarbij in de vloer een aparte aanvoerdoos is opgenomen die gelegen is onder de verbindingsdoos, waarbij de aanvoerdoos is voorzien van een langwerpige bodemwand, twee langwerpige langswanden en twee dwarswanden die de langswanden met elkaar verbinden, 30 waarbij de langswanden en de dwarswanden een toegangsopening naar het inwendige van de aanvoerdoos begrenzen, waarbij de toegangsopening naar de verbindingsdoos is gericht.The invention further provides, from a further aspect, a building comprising a floor and a wall with a built-in space at floor level in which a connecting box or branch box for electrical installations is accommodated, wherein the connecting box is provided with an elongated top wall, an elongated rear wall and two side walls which define a block-shaped main contour of the connecting box on the outside, wherein free edges of the top wall extending opposite the rear wall and the side walls define an access opening extending parallel to the rear wall to the interior of the connecting box for receiving switching and / or or connecting material for the electrical installation, wherein a separate supply box is accommodated in the floor which is located under the connection box, the supply box being provided with an elongated bottom wall, two elongated longitudinal walls and two transverse walls connecting the longitudinal walls to each other, wherein the l Angle walls and the transverse walls define an access opening to the interior of the supply box, the access opening being directed to the connecting box.
De aanvoerdoos vormt een ten opzichte van de verbindingsdoos verzonken extra inbouwruimte voor bedrading 35 en schakel- en/of verbindingsmateriaal. De aanvoerdoos kan reeds bij de vervaardiging van de vloer in een vloerenfa-briek in de vloer worden opgenomen. Na het installeren van 6 de vloer op de bouwplaats en het daarna plaatsen van de muur kan de verbindingsdoos precies boven de aanvoerdoos in de muur worden geïnstalleerd, tegelijk met de overige inbouwdozen voor bijvoorbeeld stopcontacten.The supply box forms an additional built-in space for wiring 35 and switching and / or connecting material that is recessed relative to the connection box. The supply box can already be included in the floor during the manufacture of the floor in a floor factory. After installing the floor on the construction site and then placing the wall, the connection box can be installed exactly above the supply box in the wall, at the same time as the other installation boxes for, for example, sockets.
5 In een uitvoeringsvorm is ten minste één van de langswanden en/of de dwarswanden van de aanvoerdoos voorzien van een met zijn hartlijn schuin van de toegangsopening af gerichte tuit waarop een mantelbuis is aangesloten voor de aanvoer van leidingen naar de verbindingsdoos. De mantel kan 10 net als de aanvoerdoos zelf reeds in de fabriek in de vloer worden opgenomen, bijvoorbeeld volgens een route die leidt naar een centrale groepenkast. Derhalve kan de elektrische installatie volledig worden aangelegd als de verbindingsdoos en de inbouwdozen voor bijvoorbeeld stopcontacten zijn 15 geïnstalleerd. Het samenstel van de verbindingsdoos en de aanvoerdoos kunnen een gedeelde centraaldoos vormen wanneer de aanvoerdoos in verbinding staat met een groepenkast.In one embodiment, at least one of the longitudinal walls and / or the transverse walls of the supply box is provided with a spout with its axis directed obliquely away from the access opening to which a casing pipe is connected for supplying pipes to the connection box. Just like the supply box itself, the jacket can already be incorporated into the floor in the factory, for example according to a route that leads to a central group box. Therefore, the electrical installation can be completely installed if the junction box and the flush-mounted boxes for, for example, sockets are installed. The assembly of the connection box and the supply box can form a shared central box when the supply box is connected to a group box.
In een eenvoudige uitvoeringsvorm zijn de bodem-wand, de langswanden, de dwarswanden en de tuit als een 20 geheel gevormd.In a simple embodiment the bottom wall, the longitudinal walls, the transverse walls and the spout are formed as a whole.
Kabels kunnen in de aanvoerdoos worden uitgespreid en in verticale richting worden doorgezet naar de verbindingsdoos indien de zijwanden van de verbindingsdoos in hoofdzaak in het verlengde staan van de zijwanden van de 25 aanvoerdoos.Cables can be spread in the supply box and be pushed through in vertical direction to the connection box if the side walls of the connection box are substantially in line with the side walls of the supply box.
In een uitvoeringsvorm is de verbindingsdoos met de onderzijde gedeeltelijk in de aanvoerdoos opgenomen, waardoor het inwendige van de verbindingsdoos en het inwendige van de aanvoerdoos één geheel vormen voor de opname van 30 het schakel- en/of verbindingsmateriaal.In one embodiment, the connection box is partially accommodated with its underside in the supply box, whereby the interior of the connection box and the interior of the supply box form a whole for receiving the switching and / or connection material.
De verbindingsdoos en de aanvoerdoos zijn bij voorkeur aan elkaar gekoppeld, bij voorkeur met klikbeves-tigingsmiddelen.The connection box and the supply box are preferably coupled to each other, preferably with snap-fastening means.
In een uitvoeringsvorm omvat de verbindingsdoos 35 een inwendige houder voor het schakel- en/of verbindingsmateriaal die ten minste gedeeltelijk in de aanvoerdoos steekt. De houder verschaft een centrale positie voor het 7 schakel- en/of verbindingsmateriaal binnen de inwendige ruimte van de verbindingsdoos en de aansluitdoos. Bedrading kan dan rondom worden aangesloten.In one embodiment, the connection box 35 comprises an internal holder for the switching and / or connection material which at least partially protrudes into the supply box. The holder provides a central position for the switching and / or connection material within the internal space of the connection box and the connection box. Wiring can then be connected all around.
De uitvinding verschaft voorts, volgens een verder 5 aspect, een gebouw omvattend een vloer en een muur met op vloerniveau een inbouwruimte waarin een verbindingsdoos of aftakdoos voor elektrische installaties is opgenomen, waarbij de verbindingsdoos is voorzien van een langwerpige bovenwand, een langwerpige achterwand en twee zijwanden die 10 aan de buitenzijde een langwerpige, blokvormige hoofdcontour van de verbindingsdoos bepalen, waarbij zich tegenover de achterwand uitstrekkende vrije randen van de bovenwand en de zijwanden een zich evenwijdig aan de achterwand uitstrekkende toegangsopening naar het inwendige van de 15 verbindingsdoos begrenzen voor opname van schakel- en/of verbindingsmateriaal voor de elektrische installatie, waarbij de verbindingsdoos is voorzien van een zich vanaf de achterwand uitstrekkende bodemwand die in hoofdzaak gelegen is in of op het vloerbovenvlak en die tussen de achterwand 20 en de vrije rand van de zijwanden overgaat in een schuin neerwaarts daarvan gerichte invoerwand voor de invoer van leidingen vanuit een sleuf die zich onder het vloerbovenvlak langs de muur uitstrekt.The invention further provides, according to a further aspect, a building comprising a floor and a wall with a built-in space at floor level in which a connecting box or branch box for electrical installations is accommodated, wherein the connecting box is provided with an elongated top wall, an elongated rear wall and two side walls defining an elongated, block-shaped main contour of the connecting box on the outside, wherein free edges of the top wall extending opposite the rear wall and the side walls define an access opening extending parallel to the rear wall to the interior of the connecting box for receiving link and / or connecting material for the electrical installation, wherein the connecting box is provided with a bottom wall extending from the rear wall which is substantially located in or on the floor top surface and which changes between the rear wall 20 and the free edge of the side walls into an oblique down there A directional inlet wall for the introduction of pipes from a slot that extends below the floor top surface along the wall.
De invoerwand begrenst aan de onderzijde van de 25 verbindingsdoos een invoeropening die door de schuine stand van de invoerwand ten minste gedeeltelijk onder het vloeroppervlak is gelegen. Derhalve is dit mogelijk de leidingen verzonken in de vloer weg te werken.On the underside of the connecting box, the inlet wall defines an inlet opening which, due to the inclined position of the inlet wall, is at least partially located below the floor surface. This makes it possible to conceal the pipes in the floor.
In een uitvoeringsvorm is de invoerwand en bij 30 voorkeur ten minste een gedeelte van de bodemwand voorzien van daarvan opstaande invoerschotten voor het daartussen plaatsen van de leidingen. De invoerschotten vormen derhalve een voorziening om de uiteinden van de leidingen een vaste plaats te geven in de verbindingsdoos.In one embodiment, the inlet wall and preferably at least a portion of the bottom wall is provided with upright baffles for placing the pipes therebetween. The input partitions therefore form a provision for giving the ends of the lines a fixed place in the connecting box.
35 De leidingen kunnen worden gelijkgericht indien de invoerschotten zich evenwijdig aan elkaar uitstrekken.The pipes can be rectified if the baffles extend parallel to each other.
In een uitvoeringsvorm strekken de invoerschotten 8 zich dwars op de achterwand uit, waardoor de leidingen in een bocht vanuit de sleuf worden gehouden.In one embodiment, the input baffles 8 extend transversely to the rear wall, whereby the pipes are kept in a bend from the slot.
De leidingen kunnen over een voldoende afstand worden vastgezet tussen de invoerschotten indien de invoer-5 schotten zich uitstrekken tot aan de achterwand.The lines can be fixed over a sufficient distance between the input baffles if the input baffles extend to the rear wall.
De verbindingsdoos en/of de aanvoerdoos is bij voorkeur vervaardigd van kunststof.The connection box and / or the supply box is preferably made of plastic.
De uitvinding heeft voorts betrekking op een verbindingsdoos of aftakdoos kennelijk bestemd en geschikt 10 voor het gebouw volgens de uitvinding.The invention furthermore relates to a connecting box or branch box intended and suitable for the building according to the invention.
De uitvinding heeft voorts betrekking op een aanvoerdoos kennelijk bestemd en geschikt voor het gebouw volgens de uitvinding.The invention furthermore relates to a supply box apparently intended and suitable for the building according to the invention.
De in deze beschrijving en conclusies van de 15 aanvrage beschreven en/of de in de tekeningen van deze aanvrage getoonde aspecten en maatregelen kunnen waar mogelijk ook afzonderlijk van elkaar worden toegepast. Die afzonderlijke aspecten kunnen onderwerp zijn van daarop gerichte afgesplitste octrooiaanvragen. Dit geldt in het 20 bijzonder voor de maatregelen en aspecten welke op zich zijn beschreven in de volgconclusies.The aspects and measures described in this description and claims of the application and / or shown in the drawings of this application can, where possible, also be applied separately from each other. These individual aspects can be the subject of split-off patent applications that are aimed at this. This applies in particular to the measures and aspects that are described per se in the subclaims.
KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN 25BRIEF DESCRIPTION OF THE DRAWINGS 25
De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand van een aantal in de bij gevoegde tekeningen weergegeven voorbeelduitvoeringen. Getoond wordt in:The invention will be elucidated on the basis of a number of exemplary embodiments shown in the accompanying drawings. Shown is:
Figuren IA en 1B respectievelijk een isometrisch 30 vooraanzicht en een dwarsdoorsnede van een muur met een verbindingsdoos volgens een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding; figuur 2 de verbindingsdoos volgens figuur 1, vrij van de muur en met het deksel tevens een halve slag om zijn 35 verticale as gedraaid weergegeven om de achterzijde daarvan te tonen; figuur 3 de kale verbindingsdoos volgens figuren 1 9 en 2; figuur 4 een vooraanzicht van de verbindingsdoos volgens de voorgaande figuren; figuur 5 een isometrisch aanzicht van een muur en 5 een vloer met een verbindingsdoos respectievelijk een aanvoerdoos volgens een tweede uitvoeringsvorm van de uitvinding; figuur 6 de verbindingsdoos en aanvoerdoos volgens figuur 5, vrij van de muur en van elkaar losgekoppeld; 10 figuur 7 de verbindingsdoos volgens figuur 6, zonder schakelmateriaalhouder; figuur 8 een vooraanzicht van de verbindingsdoos volgens figuren 5-7; en figuur 9 een alternatieve aanvoerdoos voor de 15 verbindingsdoos volgens figuren 5-8.Figures 1A and 1B show an isometric front view and a cross-section of a wall with a connection box according to a first embodiment of the invention; figure 2 shows the connecting box according to figure 1, free from the wall and with the lid also turned half a turn around its vertical axis to show the rear side thereof; figure 3 shows the bare connection box according to figures 19 and 2; figure 4 shows a front view of the connection box according to the preceding figures; figure 5 is an isometric view of a wall and a floor with a connection box and a supply box respectively according to a second embodiment of the invention; Figure 6 shows the connection box and supply box according to Figure 5, free from the wall and disconnected from each other; Figure 7 shows the connection box according to figure 6, without switching material holder; Figure 8 is a front view of the connection box according to Figures 5-7; and figure 9 shows an alternative supply box for the connecting box according to figures 5-8.
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGENDETAILED DESCRIPTION OF THE DRAWINGS
20 Figuren 1-4 tonen een gedeelte van een gebouw omvattend een voorgefabriceerde betonnen vloerdeel 1 met daarop een muur 2 die is opgebouwd met harde muurblokken, bijvoorbeeld van kalkzandsteen, van ongeveer 100 x 80 cm. Het vloerdeel 1 is langs de onderrand 3 van de muur 2 25 voorzien van een sleuf 4.Figures 1-4 show a part of a building comprising a prefabricated concrete floor part 1 with a wall 2 built thereon with hard wall blocks, for example of sand-lime brick, of approximately 100 x 80 cm. The floor part 1 is provided with a slot 4 along the lower edge 3 of the wall 2.
In de muur 2 is met een holle, cilindrische diamantboor van 82 mm op vloerniveau een eerste horizontale reeks van drie cilindrische, horizontale gaten 5A-C voorzien die elkaar enigszins overlappen. Het gezamenlijke raakvlak 30 aan de onderzijde van de gaten is in hoofdzaak in het bovenvlak 8 van het vloerdeel 1 gelegen. Dit komt doordat de gaten 5A-C vóór de opbouw van de muur 2 in één van de blokken zijn geboord, waarbij de diamantboor loodrecht op het hoofdvlak van het blok is gezet, rakend aan of net door 35 de latere onderrand van dat blok. Recht boven de eerste reeks 5A-C is met eenzelfde boor een tweede horizontale reeks van drie cilindrische gaten 6A-C geboord met de 10 gezamenlijke middenlijn op een stopcontacthoogte A van 30-50 cm. Tussen de buitenste gaten 5A, 5C, 6A, 6C strekken zich verticale sleuven 11A, 11B uit.In the wall 2, with a 82 mm hollow, cylindrical diamond drill at floor level, a first horizontal series of three cylindrical, horizontal holes 5A-C is provided which overlap slightly. The joint contact surface 30 on the underside of the holes is substantially located in the top surface 8 of the floor part 1. This is because the holes 5A-C are drilled in one of the blocks prior to the construction of the wall 2, the diamond drill being set perpendicular to the main surface of the block, tangent to or just through the later lower edge of that block. Right above the first series 5A-C, a second horizontal series of three cylindrical holes 6A-C is drilled with the same drill with the common center line at a socket height A of 30-50 cm. Vertical slots 11A, 11B extend between the outer holes 5A, 5C, 6A, 6C.
In de eerste reeks gaten 5A-5C is een verbindings-5 doos of aftakdoos 10 volgens een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding geplaatst waarin lassen kunnen worden aangebracht. De verbindingsdoos 10 is aan de bovenzijde middels twee starre buizen 11A, 11B in de sleuven 7A, 7BIn the first series of holes 5A-5C, a connection box or branch box 10 according to a first embodiment of the invention is placed in which welds can be made. The connecting box 10 is at the top by means of two rigid tubes 11A, 11B in the slots 7A, 7B
aangesloten op drie gekoppelde inbouwdozen 12A-C in de 10 tweede reeks gaten 6A-6C. De inbouwdozen 12A-C zijn bekende inbouwdozen met een hoofddiameter van 70 millimeter. Op de verbindingsdoos 10 zijn flexibele buizen 9 aangesloten die zijn verzonken in de sleuf 4 in het vloerdeel 1. Door deze flexibele buizen zijn verder niet getoonde elektrici-15 teitsdraden of kabels gevoerd. De verbindingsdoos 10 is afsluitbaar met een deksel 60. Over de verbindingsdoos 10 wordt later een verder niet getoonde afwerkplint geplaatst die tevens de sleuf 4 afdekt. De verbindingsdoos 10 wordt hierna toegelicht aan de hand van figuren 2-4.connected to three coupled 12A-C flush-mounted boxes in the 10 second series of holes 6A-6C. The 12A-C flush-mounted boxes are well-known flush-mounted boxes with a main diameter of 70 millimeters. Flexible tubes 9 are connected to the connection box 10 and are recessed into the slot 4 in the floor part 1. Electric wires or cables (not further shown) are passed through these flexible tubes. The connection box 10 can be closed with a cover 60. A finishing skirting board, not further shown, is subsequently placed over the connection box 10, which cover also covers the slot 4. The connection box 10 is explained below with reference to figures 2-4.
20 De verbindingsdoos 10 is vervaardigd van kunst stof, bijvoorbeeld door spuitgieten, en omvat een langwerpige bovenwand 20, een langwerpige achterwand 21, een langwerpige bodemwand 23 en twee zijwanden 22 die in het hoofdvlak in hoofdzaak vierkant zijn, waardoor de verbin-25 dingsdoos 10 aan de buitenzijde een langwerpige, blokvormige hoofdcontour bezit. De breedte is in hoofdzaak gelijk aan de breedte van de drie gekoppelde inbouwdozen 12A-C. De vrije randen 24, 25 van de bovenwand 20 en de zijwanden 22 bepalen een rechthoekige toegangsopening naar het inwendige van de 30 verbindingsdoos 10 die door het plaatsen van een deksel 60 in richting B kan worden afgesloten.The connecting box 10 is made of plastic, for example by injection molding, and comprises an elongated top wall 20, an elongated rear wall 21, an elongated bottom wall 23 and two side walls 22 which are substantially square in the main plane, whereby the connecting box 10 has an elongated, block-shaped main contour on the outside. The width is substantially equal to the width of the three coupled recessed boxes 12A-C. The free edges 24, 25 of the top wall 20 and the side walls 22 define a rectangular access opening to the interior of the connecting box 10 which can be closed by placing a cover 60 in direction B.
De met de achterwand 21 verbonden bodemwand 23 is op de halve doosdiepte naar de voorzijde voortgezet met een schuin neerwaarts daarop gerichte invoerwand 26, waarbij de 35 zijwanden 22 vanaf de vrije hoekpunten 29 van het vierkant een neerwaartse driehoekige voortzetting 27 bezitten naar de invoerwand 26. De vrije randen 30, 31 van de invoerwand 26 11 en de zijwanden 22 bepalen een invoeropening die bij de aanwezigheid van het deksel 60 open blijft. Aan de binnenzijde van de verbindingsdoos 10 is de invoerwand 26 voorzien van meerdere daarvan opstaande invoerschotten of 5 richtschotten 28 die op de bodemwand 23 zijn voortgezet naar de achterwand 21 en daar dwars op staan. Tussen de evenwijdige invoerschotten 28 en onder de bovenwand 20 zijn twee inzethouders 40 voorzien waarin in dit voorbeeld twee kunststof inzetschotten 41 zijn geplaatst die het inwendige 10 van de verbindingsdoos 10 in drie compartimenten verdelen.The bottom wall 23 connected to the rear wall 21 is continued at half the box depth towards the front with an input wall 26 directed obliquely downwards, the side walls 22 having a downward triangular extension 27 from the free corner points 29 of the square to the input wall 26. The free edges 30, 31 of the inlet wall 26 11 and the side walls 22 define an inlet opening which remains open in the presence of the cover 60. On the inside of the connecting box 10, the input wall 26 is provided with a plurality of input baffles or guiding plates 28, which are continued on the bottom wall 23 to the rear wall 21 and are transverse thereto. Between the parallel inlet partitions 28 and below the upper wall 20, two insert holders 40 are provided in which in this example two plastic inserts 41 are placed which divide the interior 10 of the connecting box 10 into three compartments.
De bovenwand 20 is per compartiment voorzien van dwars op de achterwand 21 gerichte inzetrails 45 waarin in dit voorbeeld twee invoertuiten 4 6A, 4 6C zijn gezet voor de verticale buizen 11A, 11B. Tussen de inzetrails 45 is de 15 bovenwand 20 voorzien van een breekpoort 47 die wordt verwijderd bij het plaatsen van de invoertuit 46A, 46C.The top wall 20 is provided per compartment with insert rails 45 directed transversely to the rear wall 21, in which in this example two feed spouts 4 6A, 4 6C are placed for the vertical tubes 11A, 11B. Between the insert rails 45, the top wall 20 is provided with a break port 47 which is removed when placing the inlet spout 46A, 46C.
De bovenwand 20 is aan de buitenzijde voorzien van twee paren van dwars daarop gerichte, platte opwaartse plaatsingsuitsteeksels 55, waarvan de rechte, uiterste vrije 20 plaatsingsrand 56 dwars op de achterwand 21 is gericht. De opwaartse plaatsingsuitsteeksels 55 bezitten aan de achterzijde een schuin naar de plaatsingsrand 56 oplopende afschuiningsrand 57.The upper wall 20 is provided on the outside with two pairs of transversely directed, flat upward projections 55, the straight, extreme free placement edge 56 of which is directed transversely of the rear wall 21. The upward placement protrusions 55 have a bevel edge 57 which extends obliquely towards the placement edge 56 at the rear.
De zijwanden 22 zijn aan de buitenzijde voorzien 25 van dwars daarop gerichte, platte zijwaartse plaatsingsuitsteeksels 51 waarvan de rechte, vrije plaatsingsrand 53 dwars op de achterwand 21 is gericht. De zijwaartse plaatsingsuitsteeksels 51 zijn in verticale richting in de bovenste helft van de zijwand 22 geplaatst. Aan de achter-30 zijde zijn de plaatsingsuitsteeksels 51 verbonden met een platte, driehoekige verstijvingsrug 52 die een driehoekige voortzetting van de achterwand 21 vormt.The side walls 22 are provided on the outside with transversely directed, flat lateral placement protrusions 51, the straight, free placement edge 53 of which is directed transversely of the rear wall 21. The lateral placement protrusions 51 are positioned in the vertical direction in the upper half of the side wall 22. On the rear side, the placement protrusions 51 are connected to a flat, triangular stiffening rib 52 which forms a triangular continuation of the rear wall 21.
Het kunststof deksel 60 omvat een in hoofdzaak rechthoekige plaat 61, twee horizontale verstijvingsribben 35 62, twee verticale verstijvingsribben 63, een horizontale plaatsingsrand 64 aan de bovenzijde en twee verticale plaatsingsranden 65 aan de korte zijden. Aan de korte zijden 12 bezit de plaat 61 twee kwartronde kappen 66 waaraan twee kliksluitingen 67 zijn gevormd voor samenwerking met twee openingen 68 in de zijwanden 22. In geplaatste toestand van het deksel 60 liggen de plaatsingsranden 64, 65 aan tegen de 5 binnenzijde van de bovenwand 20 en zijwanden 22, en liggen de kwartronde kappen met de rechte rand op de zijwaartse plaatsingsuitsteeksels 51, waarbij de cirkelboog zich neerwaarts uitstrekt tot aan de vrije hoekpunten 29 van de verbindingsdoos 10.The plastic cover 60 comprises a substantially rectangular plate 61, two horizontal stiffening ribs 62, two vertical stiffening ribs 63, a horizontal placement edge 64 on the top and two vertical placement edges 65 on the short sides. On the short sides 12, the plate 61 has two quarter-round caps 66 on which two snap fasteners 67 are formed for co-action with two openings 68 in the side walls 22. In the condition of the cover 60, the positioning edges 64, 65 abut against the inside of the top wall 20 and side walls 22, and the quarter-round caps lie with the straight edge on the lateral placement protrusions 51, the arc extending downwards to the free angular points 29 of the connecting box 10.
10 Zoals weergeven in figuur 4 zijn de overlappingen G in de cilindrische gaten 5A-C met middelpunt M zodanig gekozen dat er ter plaatse van de daardoor neerwaarts gerichte, inwendige en enigszins scherpe muurhoekranden 13 tussen de concave segmenten of gewelven voldoende hoogte C 15 is ten opzichte van het gezamenlijke raakvlak en daarmee het vloervlak 8 om de verbindingsdoos 10 daarin op te nemen. De bodemwand 23 ligt daarbij op het vloervlak 8. De tijdens het boren gevormde cilindrische kernen, alsmede de tussen de kernen aanwezige, tegengesteld omhoog gerichte 2 0 muurhoekranden zijn na het opbouwen van de muur 2 door de installateur uitgeslagen met een hamer en beitel. Derhalve is een in hoofdzaak vlakke of rechte ondergrond aanwezig waarop de bodemwand 23 rust, waarbij eventueel aan de voorzijde een neerwaarts naar de sleuf gerichte uitloper is 25 gevormd waarboven de invoerwand 26 zich uitstrekt. De zijwaartse plaatsingsuitsteeksels 51 strekken zich in hoofdzaak uit in het vlak dat door de middellijnen M van de cilindergaten 5A-C wordt opgespannen.As shown in Figure 4, the overlaps G in the cylindrical holes 5A-C with center M are chosen such that there is sufficient height C 15 at the location of the downwardly directed, internal and somewhat sharp wall corner edges 13 between the concave segments or vaults. with respect to the common interface and thus the floor surface 8 for receiving the connecting box 10 therein. The bottom wall 23 is thereby lying on the floor surface 8. The cylindrical cores formed during drilling, as well as the wall corner edges present between the cores and facing upwards are knocked out by the installer after building up the wall 2 with a hammer and chisel. Therefore, a substantially flat or straight base is present on which the bottom wall 23 rests, with an outwardly extending spout 25 possibly being formed at the front, above which the infeed wall 26 extends. The lateral placement protrusions 51 extend substantially in the plane that is clamped by the center lines M of the cylinder holes 5A-C.
De paren opwaartse plaatsingsuitsteeksels 55 30 sluiten een muurhoekrand 13 in, eventueel onder een geringe uitbuiging van elkaar af. De zijwaartse plaatsingsuitsteeksels 51 liggen met de plaatsingsrand 53 op korte afstand van of aan tegen de cilindrische begrenzingswand van de buitenste boorgaten 5A, 5C, en overbruggen daarmee de 35 afstand tussen de begrenzingswand en de zijwanden 22. De buitenste plaatsingranden 53, 56 zijn derhalve gelegen in een denkbeeldige cilinder die later de begrenzingswand van 13 de boorgaten 5A, 5C vormt.The pairs of upward placement protrusions 55 enclose a wall corner edge 13, possibly with a slight bending apart. The lateral placement protrusions 51 lie with the placement edge 53 a short distance from or against the cylindrical boundary wall of the outer bore holes 5A, 5C, and thereby bridge the distance between the boundary wall and the side walls 22. The outer placement edges 53, 56 are therefore located in an imaginary cylinder that later forms the boundary wall of 13 the boreholes 5A, 5C.
Figuur 5 toont het hiervoor beschreven gebouw, waarbij in een van de blokken van de muur 2 op de hiervoor beschreven wijze met de holle cilindrische diamantboor op 5 vloerniveau een eerste horizontale reeks van vijf cilindrische cilindergaten 5A-5E zijn geboord die elkaar weer enigszins overlappen. Het gezamenlijke raakvlak aan de onderzijde van de gaten is eveneens in hoofdzaak in het bovenvlak 8 van het vloerdeel 1 gelegen. In de eerste reeks 10 gaten 5A-5E is een verbindingsdoos of aftakdoos 110 volgens een tweede uitvoeringsvorm van de uitvinding geplaatst, die aan de buitenzijde vergelijkbaar is met de hiervoor besproken verbindingsdoos 10 volgens de eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding. In het vloerdeel 1 is onder de verbin-15 dingsdoos 110 een aanvoerdoos 170 volgens de uitvinding opgenomen.Figure 5 shows the building described above, wherein in one of the blocks of the wall 2 in the manner described above with the hollow cylindrical diamond drill at floor level a first horizontal series of five cylindrical cylinder holes 5A-5E is drilled which again slightly overlap each other. The joint contact surface on the underside of the holes is also substantially located in the top surface 8 of the floor part 1. In the first series of holes 5A-5E, a connection box or branch box 110 according to a second embodiment of the invention is placed, which on the outside is comparable to the above-discussed connection box 10 according to the first embodiment of the invention. In the floor part 1 a supply box 170 according to the invention is included underneath the connection box 110.
De verbindingsdoos 110 is vervaardigd van kunststof, bijvoorbeeld door spuitgieten, en omvat een langwerpige bovenwand 120, een langwerpige achterwand 121, een 20 langwerpige bodemwand 123 en twee zijwanden 122 die in het hoofdvlak in hoofdzaak vierkant zijn, waardoor de verbindingsdoos 110 aan de buitenzijde een langwerpige, blokvormige hoofdcontour bezit. De breedte is in hoofdzaak gelijk aan de breedte van de vijf gekoppelde inbouwdozen 12A-E. De 25 vrije randen 124, 125 van de bovenwand 120 en de zijwanden 122 bepalen een rechthoekige toegangsopening naar het inwendige van de verbindingsdoos 110, die door middel van een deksel 160 kan worden afgesloten. Het deksel 160 bezit dezelfde eigenschappen als het hiervoor besproken deksel 60, 30 maar is breder om de bredere verbindingsdoos 110 af te kunnen dekken. Het deksel 160 grijpt aan op de openingen 168 in de zijwanden 122.The connecting box 110 is made of plastic, for example by injection molding, and comprises an elongated upper wall 120, an elongated rear wall 121, an elongated bottom wall 123 and two side walls 122 which are substantially square in the main surface, so that the connecting box 110 on the outside has elongated, block-shaped main contour. The width is substantially equal to the width of the five coupled recessed boxes 12A-E. The free edges 124, 125 of the top wall 120 and the side walls 122 define a rectangular access opening to the interior of the connection box 110, which can be closed by means of a cover 160. The cover 160 has the same properties as the cover 60, 30 discussed above, but is wider to cover the wider connecting box 110. The lid 160 engages the openings 168 in the side walls 122.
De met de achterwand 121 verbonden bodemwand 123 vormt een slanke strook met een breedte die kleiner is dan 35 eenderde van de doosdiepte. Aan de voorzijde gaat de bodemwand 123 over in een zich evenwijdig aan de achterwand 121 uitstrekkende achterplaatsingswand 126. De zijwanden 122 14 zijn aan de onderzijde voortgezet in rechthoekige zijplaat-singwanden 127. De plaatsingwanden 126, 127 zijn aan de buitenzijde voorzien van kliknokken 132 waarvan slechts de kliknok 132 aan de rechter zijplaatsingswand 127 zichtbaar 5 is. Aan de binnenzijde van de verbindingsdoos 110 zijn verstijvingsribben 128 voorzien die zijn verbonden met de bovenwand 120, de achterwand 121, de bodemwand 123 en de achterplaatsingswand 126.The bottom wall 123 connected to the rear wall 121 forms a slender strip with a width that is smaller than one third of the box depth. At the front, the bottom wall 123 merges into a rear placement wall 126 extending parallel to the rear wall 121. The side walls 122 14 are continued at the bottom into rectangular side plate sing walls 127. The placement walls 126, 127 are provided on the outside with snap cams 132 of which only the snap cam 132 on the right-hand side placement wall 127 is visible. Stiffening ribs 128 are provided on the inside of the connection box 110, which ribs are connected to the top wall 120, the rear wall 121, the bottom wall 123 and the rear placement wall 126.
Aan de onderzijde van de verbindingsdoos 110 10 steekt een kunststof inzethouder 190 uit, omvattend een rechte basiswand 191 die via een kwartronde overgang 192 een geheel vormt met de achterplaatsingswand 126. De basiswand 191 van de inzethouder 190 strekt zich evenwijdig aan de achterwand 121 van de verbindingsdoos 110 uit, en is door de 15 overgang 192 voorwaarts versprongen ten opzichte van de achterplaatsingswand 126. Langs de onderzijde is een verstijvingsribbe 195 met een houdlip 194 voorzien. De verstijvingsribbe 195 gaat aan de uiteinden onder vrijlating van verticale inzetkanalen 196 over in een verstijving 193 20 die een geheel vormt met twee van de inwendige verstij-vingsribben 128 van de verbindingsdoos 110.A plastic insert holder 190 protrudes from the underside of the connecting box 110, comprising a straight base wall 191 which, via a quarter-round transition 192, forms a whole with the rear placement wall 126. The base wall 191 of the insert holder 190 extends parallel to the rear wall 121 of the connecting box 110, and is staggered forward through the transition 192 with respect to the rear placement wall 126. A stiffening rib 195 with a retaining lip 194 is provided along the underside. The stiffening rib 195 merges at the ends with the release of vertical insertion channels 196 into a stiffening 193 which is integral with two of the internal stiffening ribs 128 of the connecting box 110.
In de inzethouder 190 is een kunststof componentenhouder 111 geplaatst die met de omtreksranden achter de houdlip 194 en in de inzetkanalen 196 steekt. De 25 componentenhouder 111 is voorzien van twee paar horizontale inzetkanalen 148, 149 voor verder niet getoond elektrisch schakelmateriaal, zoals koppelingen of verdelers voor netspanningskabels, COAX en UTP.Placed in the insert holder 190 is a plastic component holder 111 which projects with the peripheral edges behind the holding lip 194 and in the insert channels 196. The component holder 111 is provided with two pairs of horizontal insertion channels 148, 149 for electrical switching material (not further shown), such as couplings or distributors for mains cables, COAX and UTP.
De bovenwand 120 is voorzien van drie dwars op de 30 achterwand 121 gerichte inzetrails 145 waarin in dit voorbeeld twee invoertuiten 146A, 146C zijn gezet voor de verticale buizen 11A, 11B. Tussen de inzetrails 145 is de bovenwand 120 voorzien van een breekpoort 147 die wordt verwijderd bij het plaatsen van de invoertuit 146A, 146C.The top wall 120 is provided with three insert rails 145 directed transversely to the rear wall 121, in which in this example two feed spouts 146A, 146C are placed for the vertical tubes 11A, 11B. Between the insertion rails 145, the top wall 120 is provided with a break port 147 which is removed when placing the inlet spout 146A, 146C.
35 De bovenwand 120 is aan de buitenzijde voorzien van twee paren van dwars daarop gerichte, platte opwaartse plaatsingsuitsteeksels 145, waarvan de rechte, uiterste 15 vrije plaatsingsrand 156 dwars op de achterwand 121 is gericht. De opwaartse plaatsingsuitsteeksels 155 bezitten aan de achterzijde een schuin naar de plaatsingsrand oplopende afschuiningsrand 157.The top wall 120 is provided on the outside with two pairs of transversely directed, flat upward projections 145, the straight, extreme free placement edge 156 of which is directed transversely of the rear wall 121. The upward placement protrusions 155 have at the rear a slanting edge 157 which extends obliquely towards the placement edge.
5 De zijwanden 122 zijn aan de buitenzijde voorzien van dwars daarop gerichte, platte zijwaartse plaatsingsuitsteeksels 151 waarvan de rechte, vrije plaatsingsrand 153 dwars op de achterwand 21 is gericht. De zijwaartse plaatsingsuitsteeksels 151 zijn in verticale richting in de 10 bovenste helft van de zijwand 122 geplaatst. Aan de achterzijde zijn de plaatsingsuitsteeksels 151 verbonden met een platte, driehoekige verstijvingsrug 152 die een driehoekige voortzetting van de achterwand 121 vormt. Achter de vrije rand 125 is wederom een opening 168 voorzien voor het 15 vastzetten van het deksel 160. De zijwaartse plaatsingsuitsteeksels 151 zijn weer in hoofdzaak gelegen in het door de middellijnen M van de cilindergaten 5A-E opgespannen vlak.The side walls 122 are provided on the outside with flat lateral placement protrusions 151 directed transversely thereto, the straight, free placement edge 153 of which is directed transversely of the rear wall 21. The lateral placement protrusions 151 are placed in the vertical direction in the upper half of the side wall 122. At the rear, the placement protrusions 151 are connected to a flat, triangular stiffening ridge 152 that forms a triangular continuation of the rear wall 121. Behind the free edge 125, an opening 168 is again provided for fixing the cover 160. The lateral positioning protrusions 151 are again substantially located in the plane clamped by the center lines M of the cylinder holes 5A-E.
De kunststof aanvoerdoos 170 is langwerpig en 20 omvat een horizontale bodemwand 179, een in hoofdzaak verticale voorwand 171 en achterwand 172, en twee kortere, dwars daarop gerichte in hoofdzaak verticale zijwanden 173 die op halve hoogte van de aanvoerdoos 170 overgaan in binnenwaarts naar de bodemwand 179 aflopende schuine wanden 25 175. De zijwanden 173 en de achterwand 172 zijn vlak onder de bovenrand voorzien van openingen 178 voor opname van de kliknokken 132 van de verbindingsdoos 110. De zijwanden 173 zijn aan de zijde van de voorwand 171 voorzien van langwerpige, enigszins V-vormige openingen 174 die aan de boven-30 zijde open zijn. Op de schuine wanden 175 is een tuit 176 voorzien die een poort naar het inwendige van de aanvoerdoos 170 bepaalt. De diameter van de tuiten 176 is in hoofdzaak gelijk aan de breedte van de bodemwand 179, en biedt daardoor voldoende ruimte voor de doorvoer van meerdere 35 bundels van voornoemde kabels.The plastic supply box 170 is elongated and comprises a horizontal bottom wall 179, a substantially vertical front wall 171 and rear wall 172, and two shorter, transversely directed, substantially vertical side walls 173 which, at half height from the supply box 170, merge inwards to the bottom wall 179 sloping walls 175. The side walls 173 and the rear wall 172 are provided with openings 178 just below the upper edge for receiving the snap cams 132 of the connecting box 110. The side walls 173 are provided with elongated, slightly V-shaped openings 174 that are open at the top. Provided on the sloping walls 175 is a spout 176 which defines a gate to the interior of the supply box 170. The diameter of the spouts 176 is substantially equal to the width of the bottom wall 179, and therefore offers sufficient space for the passage of a plurality of bundles of the aforementioned cables.
De aanvoerdoos 170 is reeds bij het vooraf vervaardigen van het vloerdeel 1 in het vloerdeel 1 gestort.The supply box 170 has already been poured into the floor part 1 when the floor part 1 was manufactured in advance.
1616
Hierbij is de aanvoerdoos 170 op de vooraf vastgelegde plaats ten opzicht van de muur 2 op zijn kop op de bodem van een stortmal geplaatst. Daarbij is in één van de tuiten 176 een mantelpijp 14 geplaatst die is voorgevormd om 5 uiteindelijk bij de centrale groepenkast van het gebouw uit te komen. Na het uitharden van het in de stortmal gestorte beton is het vloerdeel omgekeerd en naar de bouwplaats vervoerd.Here, the supply box 170 is placed upside down on the bottom of a pouring mold at the predetermined location with respect to the wall 2. A casing pipe 14 is thereby placed in one of the spouts 176, which pipe is preformed to eventually reach the central group cabinet of the building. After the concrete poured into the pouring mold had hardened, the floor part was turned over and transported to the construction site.
Zoals weergeven in figuur 8 zijn net als bij de 10 eerste uitvoeringsvorm de overlappingen G in de cilindrische gaten 5A-E zodanig gekozen dat er ter plaatse van de daardoor neerwaarts gerichte muurhoekranden 13 voldoende hoogte C is ten opzichte van het gezamenlijke raakvlak en daarmee het vloervlak 8 om de verbindingsdoos 110 daarin op 15 te nemen. De bodemwand 23 ligt daarbij op het vloervlak 8. Bij het insteken van de verbindingsdoos 110 zijn de achter-plaatsingswand 126 en de zijplaatsingswanden 132 van de verbindingsdoos 110 tegen de binnenzijde van de achterwand 172 en de zijwanden 173 van de aanvoerdoos 170 gekomen, 20 waarbij de kliknokken 127 in de openingen 178 zijn gekomen om het geheel aan elkaar te koppelen.As shown in Fig. 8, as with the first embodiment, the overlaps G in the cylindrical holes 5A-E are chosen such that there is sufficient height C at the location of the downwardly directed wall corner edges 13 relative to the common tangent plane and hence the floor surface 8 to accommodate the connecting box 110 therein. The bottom wall 23 herein lies on the floor surface 8. When inserting the connecting box 110, the rear placing wall 126 and the side placing walls 132 of the connecting box 110 have come against the inside of the rear wall 172 and the side walls 173 of the supply box 170, wherein the snap cams 127 have entered the openings 178 to couple the whole together.
De paren opwaartse plaatsingsuitsteeksels 155 sluiten een inwendige muurhoekrand 13 in, eventueel onder een geringe uitbuiging van elkaar af. De zijwaartse plaat-25 singsuitsteeksels 151 liggen met de plaatsingsrand 153 op korte afstand van of aan tegen de cilindrische begrenzings-wand van de buitenste boorgaten 5A, 5C, en overbruggen daarmee de afstand tussen de begrenzingswand en de zijwanden 122. De buitenste plaatsingranden 153, 156 zijn derhalve 30 gelegen in een denkbeeldige cilinder die later de begrenzingswand van de boorgaten 5A, 5E vormt.The pairs of upward placement protrusions 155 enclose an inner wall corner edge 13, possibly with a slight bending apart. The lateral plate projections 151 lie with the placement edge 153 a short distance from or against the cylindrical boundary wall of the outer bore holes 5A, 5C, and thereby bridge the distance between the boundary wall and the side walls 122. The outer placement edges 153, 156 are therefore located in an imaginary cylinder which later forms the boundary wall of the boreholes 5A, 5E.
Na het plaatsen van de verbindingsdoos kan het elektrisch schakelmateriaal worden aangesloten op door de mantelbuis 13 gevoerde leidingen, die na vertakking tevens 35 via leidingen 9 in de sleuf 4 op verderop gelegen componenten kunnen worden aangesloten. Door de verbinding met een groepenkast via de mantelpijp 14 kan het samenstel van de 17 verbindingsdoos 110 en de aanvoerdoos 170 als een gedeelde centraaldoos worden beschouwd voor de betreffende binnenruimte van het gebouw die door de muur 2 wordt begrensd.After the junction box has been placed, the electrical switching material can be connected to leads passed through the casing tube 13, which after branching can also be connected via lines 9 in the slot 4 to components located further away. Through the connection to a group box via the casing pipe 14, the assembly of the 17 connecting box 110 and the supply box 170 can be considered as a shared central box for the relevant interior space of the building that is bounded by the wall 2.
5 Figuur 9 toont een alternatieve aanvoerdoos 180 die eveneens past op de verbindingsdoos 110 volgens de tweede uitvoeringsvorm van de uitvinding. De kunststof aanvoerdoos 180 is langwerpig en omvat een horizontale bodemwand 189, een in hoofdzaak verticale voorwand 181 en 10 achterwand 182, en twee kortere, dwars daarop gerichte in hoofdzaak verticale zijwanden 183 met een vierkante buitencontour. De zijwanden 183 en de achterwand 182 zijn vlak onder de bovenrand voorzien van openingen 188 voor opname van de kliknokken 132 van de verbindingsdoos 110. De zij-15 wanden 183 zijn aan de zijde van de voorwand 181 voorzien van langwerpige, enigszins V-vormige openingen 184 die aan de bovenzijde open zijn. Op de voorwand 181 en de bodemwand 189 is een schuin daarop gerichte, centrale tuit 186 voorzien die een schuin opwaartse poort naar het inwendige van 20 de aanvoerdoos 180 bepaalt. De diameter van de tuiten 186 is in hoofdzaak gelijk aan de breedte van de bodemwand 189, en biedt daardoor voldoende ruimte voor de doorvoer van meerdere bundels van voornoemde kabels.Figure 9 shows an alternative supply box 180 that also fits on the connection box 110 according to the second embodiment of the invention. The plastic supply box 180 is elongated and comprises a horizontal bottom wall 189, a substantially vertical front wall 181 and rear wall 182, and two shorter, transversely directed, substantially vertical side walls 183 with a square outer contour. The side walls 183 and the rear wall 182 are provided with openings 188 just below the top edge for receiving the snap cams 132 of the connecting box 110. The side walls 183 are provided with elongated, somewhat V-shaped openings on the side of the front wall 181. 184 that are open at the top. Provided on the front wall 181 and the bottom wall 189 is an obliquely directed central spout 186 defining an obliquely upward gate to the interior of the supply box 180. The diameter of the spouts 186 is substantially equal to the width of the bottom wall 189, and therefore offers sufficient space for the passage of a plurality of bundles of the aforementioned cables.
De bovenstaande beschrijving is opgenomen om de 25 werking van voorkeursuitvoeringen van de uitvinding te illustreren, en niet om de reikwijdte van de uitvinding te beperken. Uitgaande van de bovenstaande uiteenzetting zullen voor een vakman vele variaties evident zijn die vallen onder de geest en de reikwijdte van de onderhavige uitvinding.The above description is included to illustrate the operation of preferred embodiments of the invention, and not to limit the scope of the invention. Starting from the above explanation, many variations will be evident to those skilled in the art that fall within the spirit and scope of the present invention.
Claims (34)
Priority Applications (1)
| Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
|---|---|---|---|
| NL2001497A NL2001497C2 (en) | 2008-04-17 | 2008-04-17 | Prefabricated building, has connection box closed with lid, slot arranged on connection box, two plastic insert plates placed inside connection box that is divided into three compartments |
Applications Claiming Priority (2)
| Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
|---|---|---|---|
| NL2001497 | 2008-04-17 | ||
| NL2001497A NL2001497C2 (en) | 2008-04-17 | 2008-04-17 | Prefabricated building, has connection box closed with lid, slot arranged on connection box, two plastic insert plates placed inside connection box that is divided into three compartments |
Publications (1)
| Publication Number | Publication Date |
|---|---|
| NL2001497C2 true NL2001497C2 (en) | 2009-10-20 |
Family
ID=39930576
Family Applications (1)
| Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
|---|---|---|---|
| NL2001497A NL2001497C2 (en) | 2008-04-17 | 2008-04-17 | Prefabricated building, has connection box closed with lid, slot arranged on connection box, two plastic insert plates placed inside connection box that is divided into three compartments |
Country Status (1)
| Country | Link |
|---|---|
| NL (1) | NL2001497C2 (en) |
Citations (1)
| Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
|---|---|---|---|---|
| NL1007144C2 (en) * | 1997-09-26 | 1999-04-09 | Abb Componenten B V | Securing wedges for base of sunken electrical wall socket |
-
2008
- 2008-04-17 NL NL2001497A patent/NL2001497C2/en not_active IP Right Cessation
Patent Citations (1)
| Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
|---|---|---|---|---|
| NL1007144C2 (en) * | 1997-09-26 | 1999-04-09 | Abb Componenten B V | Securing wedges for base of sunken electrical wall socket |
Similar Documents
| Publication | Publication Date | Title |
|---|---|---|
| RU99101107A (en) | CABLE CHANNEL OUTPUT DEVICE | |
| JP7190840B2 (en) | Bifurcation forming device, bifurcation structure, common groove, and method of forming bifurcation | |
| EP1863144A1 (en) | Installation box including connection means for a spout | |
| NL2001497C2 (en) | Prefabricated building, has connection box closed with lid, slot arranged on connection box, two plastic insert plates placed inside connection box that is divided into three compartments | |
| RU2376427C2 (en) | System of lining connection to slab outlet | |
| RU2264013C2 (en) | Closing end thimble for wiring duct holding electrical conductors or cables | |
| US20020125247A1 (en) | Electrical wiring box | |
| RU2010116348A (en) | FLOOR ELECTRICAL DISTRIBUTION BOX INCLUDING CONNECTING MODULES FOR THE ADAPTATION OF ELECTRICAL, RADIOTELEPHONE AND INFORMATION AND MULTIMEDIA DEVICES OR OTHER OTHERS | |
| JP2016033282A (en) | Casing for fitting, renovation fitting, and construction method for casing for fitting | |
| RU179610U1 (en) | Wall-mounted distribution box | |
| RU2314615C1 (en) | Wire and cable laying duct (alternatives) | |
| EP2575224B1 (en) | A device for an embedment box of a hollow floor structure | |
| NL1019049C2 (en) | Built-in casing for electrical installation has circular base and circular-cylindrical peripheral wall with opening on upper edge, which is closable by cover, spout being provided in peripheral wall | |
| NL2001315C2 (en) | Wall system. | |
| KR101728325B1 (en) | Tube and wire guide device | |
| CN1653371A (en) | Device for supporting or routing lines in passages | |
| NL1028021C2 (en) | Room divider. | |
| NL1016989C2 (en) | Connection device for securing cable duct to socket box, includes part for push fitting inside box side wall and part for securing to duct | |
| NL1027864C2 (en) | Box for electrical installations with clamping means. | |
| EP2575223B1 (en) | An embedment box for hollow floor structure as well as a method for the mounting of the same | |
| JP4439133B2 (en) | Side groove forming member | |
| KR100945853B1 (en) | The fixing implement for terminal box | |
| NL1010168C2 (en) | Cable trunking for installation under flooring, etc., has strain relief and sealing assembly to protect cable outlets | |
| RU41771U1 (en) | Skirting board | |
| KR100972986B1 (en) | A distribution cabler box for variable wall |
Legal Events
| Date | Code | Title | Description |
|---|---|---|---|
| PD2B | A search report has been drawn up | ||
| MM | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20200501 |