NL1019867C2 - Watertemperatuurbewakingsinrichting. - Google Patents

Description

Watertemperatuurbewakingsinrichting

De uitvinding betreft en verschaft een werkwijze voor het signaleren van een watertemperatuur, omvattende het verschaffen van een temperatuur meetinrichting in een wateromgeving, het meten van tenminste de watertemperatuur in 5 de wateromgeving, en het afgeven van tenminste een temperatuursignaal, dat samenhangt met de gemeten temperatuur. De uitvinding verschaft tevens een inrichting hiervoor.

Het is bekend de temperatuur van een wateromgeving te meten met een temperatuur meetinrichting.

10 Het nadelige aan een dergelijke temperatuur meetinrichting is dat het afgegeven temperatuursignaal, dat bijvoorbeeld is af te lezen op de meetinrichting, lastig is.

Het verschaffen van de temperatuur meetinrichting in de wateromgeving gebeurt bijvoorbeeld handmatig, waarbij ongewild 15 contact mogelijk is met de wateromgeving.

De uitvinding beoogt een werkwijze voor het signaleren van een watertemperatuur te verschaffen waarbij een waarneembaar signaal dat overeen stemt met de watertemperatuur wordt verschaft.

20 Dit doel wordt bij een werkwijze volgens de uitvinding bereikt, doordat een basisstation wordt verschaft dat een temperatuursignaal, dat samenhangt met de gemeten temperatuur, ontvangt en verwerkt tot een door de mens waarneembaar signaal. Hierdoor is het mogelijk de temperatuur 25 te meten in een wateromgeving, zonder dat daarbij het temperatuurmeetmiddel voor de mens, die het signaal wil aflezen, in het water moet worden gestoken.

Het basisstation is een inrichting die zich op afstand van de temperatuur meetinrichting bevindt, alsmede op 30 afstand van de wateromgeving. Hierdoor is het basisstation gemakkelijk toegankelijk voor een waarnemer, die zich op de hoogte wil stellen van de watertemperatuur in een wateromgeving. De mogelijkheid van contact met de wateromgeving 10 1 'c 2 door de waarnemer is sterk verminderd.

Bij voorkeur omvat de werkwijze het vergelijken van het temperatuursignaal met een bepaalde temperatuurwaarde. Hierdoor wordt informatie verkregen over de temperatuur van de 5 wateromgeving ten opzicht van een bepaalde norm, vastgelegd in een bepaalde temperatuurwaarde.

Tevens omvat de werkwijze bij voorkeur het afgeven van tenminste één alarmboodschap, wanneer de gemeten temperatuur boven een bepaalde temperatuurwaarde komt. Hierdoor 10 wordt een verzorger op de hoogte gebracht van de te hoge temperatuurwaarde. Wanneer een zodanige alarmboodschap wordt afgegeven kan verbranding door lichaamscontact met de wateromgeving worden voorkomen. Indien de temperatuur boven een bepaalde temperatuurwaarde stijgt, wordt een alarmboodschap, in 15 de vorm van een geluidssignaal, een optisch signaal, of door een communicatieverbinding met een zich op afstand bevindende ontvanger, zoals een telefoon, email of andere boodschap, verstuurd. De.alarmboodschap kan zowel de gebruiker van de wateromgeving waarschuwen als een toezichthouder, en is als 20 zodanig dus bijzonder geschikt voor gebruik in verzorgingshuizen en verpleeghuizen en andere instellingen of gezinnen met mensen met een handicap.

Bij voorkeur omvat de werkwijze een stap waarbij het verwerken van het temperatuursignaal zodanig plaatsvindt, dat 25 een signaal wordt verkregen dat een gemiddelde gemeten temperatuur gedurende een bepaalde tijdsperiode representeert. Op deze wijze wordt rekening gehouden met temperatuurvariaties in de tijd in de wateromgeving, bijvoorbeeld ten gevolge van convectiestromen in de wateromgeving, zodat geen onnodige 30 alarmboodschap wordt afgegeven. De verwerking van het temperatuursignaal, overeenkomstig de wens van de gebruiker. Naast het middelen van het temperatuursignaal kunnen andere verwerkingswij zen worden uitgevoerd met het temperatuursignaal, zodanig dat op doelmatige wijze de watertemperatuur wordt 35 gesignaleerd en/of bewaakt.

to 1 930/ 3

Het is gunstig het verwerkte temperatuursignaal te vergelijken met een bepaalde temperatuurwaarde, en het temperatuursignaal te vergelijken met een andere bepaalde temperatuurwaarde. Hierdoor is het mogelijk de temperatuur 5 nauwkeuriger te bewaken. Het versturen van de alarmboodschap kan afhankelijk worden gesteld van één van beide of beide vergelijkingen.

Bij voorkeur omvat de werkwijze het verschaffen van een drukmeetinrichting in een wateromgeving, waarmee tenminste 10 de druk in de wateromgeving wordt gemeten, zodanig dat het druksignaal wordt vergeleken met een bepaalde drukwaarde. Het uitvoeren van andere stappen van de werkwijze wordt afhankelijk van het resultaat van de vergelijking met bijvoorbeeld een minimum drukwaarde. Hierdoor is het mogelijk de werking van de 15 werkwijze volgens de uitvinding afhankelijk te maken van het bereiken van een bepaalde minimum drukwaarde in de wateromgeving, waarin de drukmeetinrichting wordt verschaft.

Het werken bij een bepaalde minimum druk heeft als voordeel dat in de wateromgeving een bepaalde hoeveelheid water aanwezig is, 20 voordat de werkwijze volgens de uitvinding wordt uitgevoerd en een alarmboodschap wordt verstuurd.

Een voor de mens waarneembaar signaal is een signaal dat een waarnemer informatie verschaft over de gemeten watertemperatuur. Dit kan visueel, met geluid, trillend of 25 dergelijke. Het is gunstig de temperatuur met geluid waarneembaar te maken, bijvoorbeeld door een stem die de gemeten temperatuur numeriek weergeeft.

Het afgeven van een temperatuursignaal kan op bekende wijze plaatsvinden. Anders dan bij voor de mens waarneembare 30 signalen, kan het temperatuursignaal ook worden afgeven met radiosignalen, ultrasoon geluid, een telecom verbinding en dergelijke.

De uitvinding betreft en verschaft eveneens een inrichting voer het signaleren van een watertemperatuur waarbij 35 een huis met temperatuurmeetmiddelen en verbindingsmiddelen 4 voor het afgeven van een temperatuursignaal dat samenhangt met de gemeten temperatuur, zodanig is ingericht, dat het plaatsbaar is in een wateromgeving. De inrichting wordt gekenmerkt door een basisstation, aan het basisstation 5 aangebrachte ontvangstmiddelen, voor het ontvangen van het afgegeven temperatuursignaal, en aan het basisstation aangebrachte verwerkingsmiddelen voor het genereren van een door de mens waarneembaar signaal. Hierdoor is het mogelijk de temperatuur in een wateromgeving te meten en deze voor de mens 10 waarneembaar te maken door middel van een basisstation, dat niet in een wateromgeving geplaatst behoeft te worden. Het huis met de temperatuurmeetmiddelen wordt geplaatst in een wateromgeving, bijvoorbeeld een zitbad. Het basisstation is bijvoorbeeld een kast aan de muur van de badkamer met ligbad.

15 Bij voorkeur is de inrichting uitgevoerd volgens conclusie 6. De verwerkingsmiddelen kunnen het vergelijkingssignaal tot een door een mens waarneembaar signaal genereren. Het waarneembare signaal is bijvoorbeeld een groen of rood lampje.

20 Het is gunstig de inrichting uit te voeren volgens conclusie 7. Wanneer de alarminrichting verbonden is met de regelmiddelen kan de alarminrichting een alarmboodschap afgeven, wanneer het vergelijkingssignaal aangeeft, dat de temperatuur hoger is dan de bepaalde temperatuur. De 25 alarmboodschap omvat een gewenste wijze, waarop een waarnemer gewaarschuwd wordt. De alarminrichting omvat voor dit doel middelen, zoals bijvoorbeeld geluidsmiddelen, zoals een sirene, of optische middelen, bijvoorbeeld een knipperlicht, of andere alarmeringsmiddelen. Tevens is het mogelijk dat de 30 alarminrichting verbonden is met buiten de alarminrichting geplaatste middelen voor het afgeven van een alarmboodschap.

Het is gunstig de inrichting uit te voeren volgens conclusie 8. Het temperatuursignaal wordt zodanig verwerkt, dat een signaal verkregen wordt, dat de gemiddelde temperatuur 35 gedurende eén bepaalde tijdsperiode representeert. Door « f\ · 5 middeling van het temperatuursignaal wordt rekening gehouden met convectiestromen in de wateromgeving, waarvan de temperatuur wordt gemeten en wordt een meer representatieve temperatuur voor de wateromgeving verkregen. De 5 verwerkingsmiddelen kunnen ook op een andere gunstige wijze het temperatuursignaal verwerken voor het verkrijgen van een signaal dat nauwkeuriger samenhangt met de gemeten temperatuur in het geheel van de wateromgeving. Het is gunstig meerdere temperatuur meetinrichtingen in één wateromgeving aan te 10 brengen.

Bij voorkeur omvatten de regelmiddelen middelen voor het vergelijken van het verwerkte signaal met tenminste één bepaalde temperatuur. De alarminrichting die is verbonden met deze regelmiddelen kan een alarmboodschap afgeven op grond van 15 deze vergelijking.

Volgens een verdere gunstige ontwikkeling zijn middelen aangebracht voor het met een communicatieverbinding versturen van de alarmboodschap. De communicatieverbinding is een willekeurig beschikbare verbinding tussen een ontvanger en 20 een verzender, zoals bijvoorbeeld een telefoonlijn, een radiosignaal en dergelijk. De te versturen alarmboodschap is geschikt gemaakt voor de ontvanger. Een mobiele telefoon kan gebruikt worden als ontvanger, waarbij een SMS alarmboodschap wordt verstuurd. Wanneer de ontvanger een waarnemer is met een 25 computer, die is verbonden aan een computernetwerk, kan een email verstuurd worden. Wanneer de ontvanger een handmelder of zusterpost is, kan een elektronisch boodschap verstuurd worden. De alarmboodschap kan gespecificeerd worden met betrekking tot de temperatuur, de temperatuurvergelijking, of de 30 wateromgeving, waarvoor een alarm wordt afgegeven. Dit is doelmatig in bijvoorbeeld een ziekenhuis, waarbij meerdere inrichtingen volgens de uitvinding zijn toegepast en waarbij de alarmboodschappen naar een centrale post worden verstuurd. De alarmboodschap omvat dan een kenmerk van de wateromgeving, 35 waarvoor een alarmboodschap wordt afgegeven.

6

De verbindingsmiddelen omvatten middelen om op een algemeen bekende wijze te kunnen communiceren met de ontvangstmiddelen. Bij voorkeur is de inrichting volgens de uitvinding uitgevoerd met verbindingsmiddelen die radiosignalen 5 kunnen afgeven en ontvangstmiddelen die radiosignalen kunnen opvangen. Het huis met temperatuurmeetmiddelen en verbindingsmiddelen omvat dan een draadloze verbinding met het basisstation, zodat het huis vrij van belemmeringen in een wateromgeving geplaatst kan worden.

10 Bij voorkeur is het huis de badstop van het ligbad.

Hierdoor is het niet mogelijk het ligbad te gebruiken zonder gebruik van het huis met de meetmiddelen, en is het huis zodanig in het ligbad geplaatst dat de temperatuur van de wateromgeving vanaf het moment dat water in het ligbad stroomt 15 wordt gemeten.

Bij voorkeur omvat het huis drukmeetmiddelen.

Hierdoor kan de waterdruk van de wateromgeving op het huis worden gemeten. Het is gunstig de inrichting middelen te laten omvatten volgens conclusie 14. Pas wanneer de drukmeetmiddelen 20 een bepaald minimum meten, kan de alarminrichting, wanneer deze hiertoe wordt gebracht door de regelmiddelen, een alarmboodschap afgeven. Hierdoor is afgeven van een alarmboodschap afhankelijk van het meten van een bepaalde minimum druk. In de wateromgeving waarin het huis is geplaatst 25 zal een bepaalde minimum hoeveelheid water aanwezig moeten zijn voordat de alarminrichting een alarmsignaal kan afgeven.

Bij voorkeur omvat het huis een spanningsbron en het basisstation een laadstation voor het opladen van de spanningsbron van het huis. De spanningsbron kan gebruikt 30 worden voor de meetmiddelen in het huis, alsmede voor de verbindingsmiddelen. Het basisstation kan de spanningsbron opladen, bijvoorbeeld door een inductie.

In een voorkeursuitvoeringsvorm volgens de uitvinding omvat de inrichting vertragingsmiddelen volgens conclusie 16.

35 De alarminrichting kan een alarmboodschap pas worden afgeven na 1 0 ' ; - ; ƒ 7 een bepaalde vertragingsperiode gedurende welke het temperatuursignaal een temperatuur aangeeft die boven een bepaalde vertragingstemperatuur blijft. Hierdoor kan een alarmboodschap slechts worden afgegeven wanneer gedurende een 5 bepaalde vertragingsperiode de temperatuur boven de vertragingstemperatuur blijft.

Bij voorkeur omvat de inrichting instelmiddelen volgens conclusie 17. Hierdoor kunnen de bepaalde vergelijkingswaarden worden ingesteld, alsmede de 10 communicatieverbinding en/of de alarmboodschap die verstuurd moet worden in het geval van het afgeven van een alarm. Zo kan wie er wordt gewaarschuwd en hoe deze persoon wordt gewaarschuwd worden ingesteld overeenkomstig de wensen van de gebruiker van de inrichting.

15 Het is gunstig het basisstation uit te voeren met controlemiddelen die de werking van de middelen in het huis kan controleren. Wanneer het huis wordt opgeladen in het laadstation van het basisstation kan de werking van de middelen in het huis worden gecontroleerd. In het bijzonder kan een 20 ijking plaatsvinden van de druk/temperatuurmeetmiddelen.

Bij bekende inrichtingen voor het controleren van de temperatuur in een wateromgeving, wordt water getransporteerd naar een plek waar lichamelijk contact plaatsvindt, waarbij tijdens het transport de watertemperatuur gecontroleerd wordt. 25 Het is daarbij mogelijk een watertemperatuur voor het te transporteren water in te stellen.

Nadelig aan dergelijke inrichtingen is dat de watertemperatuur tot stand komt door vermenging van koud en warm water op grond van ingestelde gewilde watertemperatuur 30 voor of tijdens het transport van het water naar de plek waar lichamelijk contact zal plaatsvinden. Gebleken is dat de werking niet optimaal is en verbranding van de huid tot gevolg kan hebben.

De uitvinding zal verder worden toegelicht in de 35 volgende beschrijving aan de hand van de bijgevoegde figuren.

8

Figuur 1 is het perspectivisch aanzicht van een badkamer met een inrichting volgens de uitvinding.

Figuur 2 toont een schematisch aanzicht van een uitvoeringsvorm van een badstop volgens de uitvinding.

5 Figuur 3 toont een schematisch aanzicht van een uitvoeringsvorm van een douchekop volgens de uitvinding.

Figuur 1 toont een badkamer 1 met een ligbad 2 en een douchecabine 3. Het bad 2 is voorzien van watertoevoermiddelen 4 in de vorm van een kraan. De watertoevoermiddelen mengen warm 10 en koud water en transporteren dit mengsel in badkuip 5 voor het vormen van een wateromgeving. Badkuip 5 heeft een afvloeiput 6 met een badstop 7. Het plaatsen van de badstop 7 in de afvloeiput 6 voorkomt het wegstromen van water uit de badkuip 5. Badstop 7 sluit afvloeiput 6 op doelmatige wijze af. 15 Douchecabine 3 is voorzien van een kraan 8 voor de vermenging van water en een douchekop 9 die het water vrij in de douchecabine 3 naar beneden doet vallen.

In de badkamer l is tevens aangebracht een basisstation 10. Het basisstation 10 is voorzien van een 20 ontvanger 11, verwerkingsmiddel 12, regelmiddelen 13, een alarminrichting 14, en een communicatiemiddel 15. Tevens is het basisstation 10 voorzien van een weergavepaneel 16, invoer- en instelmiddelen 17, een luidspreker 18 en een oplader 19.

In badkamer 1 is tevens een waarnemer 27 aanwezig.

25 Waarnemer 27 beschikt over een melder 28 die is ingericht voor het ontvangen van een alarmboodschap. Melder 28 is voorzien van een paneel (niet afgebeeld) voor het weergeven van de tekst van een alarmboodschap. De alarmboodschap omvat bijvoorbeeld een kenmerk van de inrichting waarbij een alarmtoestand wordt 30 geconstateerd door de uitvinding. De melder 28 is tevens geschikt voor het ontvangen van SMS berichten.

Figuur 2 toont de badstop uit figuur 1 in detail. De badstop 7 is voorzien van temperatuurmeetmiddelen 20, drukmeetmiddelen 21, en verbindingsmiddelen 22. De badstop is 35 van een gebruikelijke vorm. De badstop 7 sluit de badkuip 5 v: r' r ï' • .v . * - t 9 nabij de afvloeiput 6 waterdicht af. De badstop 7 is voorzien van een batterij 26. Deze batterij 26 voedt de temperatuurmeetmiddelen 20, drukmeetmiddelen 21, en verbindingsmiddelen 22. De batterij 26 is voorzien van 5 aansluitpunten, zodat deze kan worden opgeladen in de oplader 19.

Figuur 3 toont een douchekop 9, waarbij in de douchekop 9 en het interne verbindingskanaal 23 voor het transport van water een temperatuurmeetmiddel 24 is aangebracht 10 dat is verbonden met antenne 25. Tevens is een spanningsbron 29 aangebracht. De spanningsbron 29 is een batterij. Tevens geschikt als spanningsbron is een stroomopwekinrichting die stroom opwekt wanneer een waterstroom door de douchekop stroomt.

15 De werking van de inrichting zal nu worden verduidelijkt. Wanneer water wordt aangebracht in badkuip 5, dan wel water door douchekop 9 wordt vrijgegeven, zullen de temperatuurmeetmiddelen 20, 24 de temperatuur van het water meten. Het meetsignaal wordt door verbindingsmiddel 22, 25 in 20 de vorm van een radiosignaal afgegeven. Ontvanger 11 van het basisstation ontvangt het temperatuursignaal. Het verwerkingsmiddel 12 verwerkt het temperatuursignaal tot een door de mens waarneembaar signaal. In de uitvoeringsvorm volgens figuur 1 wordt het temperatuursignaal zodanig verwerkt 25 dat het zichtbaar wordt op paneel 16 voor gebruiker 27. Tevens kan de temperatuur hardop worden uitgesproken door een computer (niet getoond) gestuurde stem, die de waargenomen temperatuur uitspreekt.

Het ontvangen temperatuursignaal wordt vergeleken met 30 een bepaalde temperatuurwaarde door de regelmiddelen 13, die zijn verbonden met de verwerkingsmiddelen 12. Wanneer de alarminrichting 14 zodanig is ingesteld, dat wanneer een ontvangen temperatuursignaal boven een bepaalde temperatuurwaarde tot een alarmboodschap moet leiden, dan zal 35 alarminrichting 14 een alarmboodschap afgeven. Dit kan in de 10 vorm van een geluidssignaal door middel van luidspreker 18. De alarmboodschap wordt volgens figuur 1 ook verzonden in de vorm van een radiosignaal naar een melder 28 die persoon 27 draagt. Melder 28 zal een doelmatig signaal afgeven, bijvoorbeeld een 5 trilsignaal. De alarminrichting 14 omvat middelen voor het op doelmatige wijze verzenden van de gewenste alarmboodschap.

De drukmeetmiddelen 21 in het huis 7 meten de waterdruk van de wateromgeving. Pas wanneer een minimum waterdruk wordt waargenomen, zal de alarminrichting een 10 alarmboodschap kunnen versturen. Het vergelijken van de gemeten waterdruk met de bepaalde waterdruk kan in het huis 7 of in het basisstation worden uitgevoerd. In het laatste geval wordt door de verbindingsmiddelen 22 tevens een waterdruksignaal afgegeven, dat door de ontvangstmiddelen 11 wordt ontvangen en 15 daarna verwerkt.

De regelmiddelen omvatten tevens verwerkingsmiddelen voor de verwerking van het temperatuursignaal. Het verwerkte signaal is een middeling van de temperatuur gedurende een bepaalde middelingsperiode.

20 De regelmiddelen omvatten tevens vertragingsmiddelen.

Deze middelen zijn zodanig gekoppeld met de alarminrichting dat een alarmboodschap alleen kan worden afgegeven wanneer gedurende een bepaalde vertragingsperiode het temperatuursignaal boven een bepaalde vetragingstemperatuur 25 blijft.

De instellingen voor de genoemde middelen kunnen door gebruiker 27 worden veranderd door middel van invoer- en instelmiddelen 17. Zo kan de middelingstijd en/of de vertragingstemperatuur worden ingesteld. Tevens kan met de 30 invoermiddelen de af te geven alarmboodschap worden ingesteld.

Badstop 7 is te plaatsen in oplader 19 van basisstation 10. De batterij 26 kan door inductie worden opgeladen.

Tevens is het basisstation 10 voorzien van 35 controlemiddelen (niet afgebeeld) die de werking van de badstop f f \ 1 .

11 7, wanneer deze geplaatst is in oplader 19, controleren. De verbindingsmiddelen 22 worden gecontroleerd, de temperatuurmeetmiddelen en drukmeetmiddelen en 21 worden geijkt.

Claims (19)

1. Werkwijze voor het signaleren van een watertemperatuur, omvattende de volgende stappen: (a) het verschaffen van een temperatuur meetinrichting in een wateromgeving, 5 (b) het meten van tenminste de watertemperatuur in de wateromgeving, en (c) het afgeven van tenminste een temperatuursignaal, dat samenhangt met de gemeten temperatuur met het kenmerk, dat de werkwijze verder omvat: 10 (d) het verschaffen van een basisstation, (e) het ontvangen van het temperatuursignaal door het basisstation en (f) het verwerken van het ontvangen temperatuursignaal tot een door een mens waarneembaar signaal.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de werkwijze verder omvat: (g) het vergelijken van het temperatuursignaal met tenminste een bepaalde temperatuurwaarde, en (h) het afgeven van tenminste één alarmboodschap wanneer de 20 gemeten temperatuur boven de bepaalde temperatuurwaarde komt.

3. Werkwijze volgens één van de conclusies 1-2, met het kenmerk, dat de werkwijze verder omvat: (i) het verwerken van het temperatuursignaal, zodanig dat een signaal verkregen wordt, dat een gemiddelde van de gemeten 25 temperatuur gedurende een bepaalde middelingperiode representeert.

4. Werkwijze volgens één van de conclusies 1-3, met het kenmerk, dat de werkwijze verder omvat: (j) het verschaffen van een druk meetinrichting in een 30 wateromgeving, (k) het meten van de waterdruk in de wateromgeving, (l) het afgeven van een druksignaal, dat samenhangt met de gemeten druk, > ί.» '.v 1, i (m) het ontvangen van het druksignaal door het basisstation, en (n) het vergelijken van het druksignaal met een bepaalde drukwaarde.

5. Inrichting voor temperatuurbewaking van een 5 wateromgeving, omvattende: een huis, aan het huis aangebrachte temperatuur meetmiddelen en verbindingsmiddelen, voor het afgeven van een temperatuursignaal, dat samenhangt met de gemeten temperatuur, waarbij het huis plaatsbaar is in een wateromgeving, met het 10 kenmerk, dat de inrichting tevens omvat een basisstation, aan het basisstation aangebrachte ontvangstmiddelen, voor het ontvangen van het afgegeven temperatuursignaal, en aan het basisstation aangebrachte verwerkingsmiddelen voor het genereren van een door een mens waarneembaar signaal.

6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de inrichting omvat regelmiddelen, voor het vergelijken van het temperatuursignaal met tenminste één bepaalde temperatuur en voor het afgeven van een vergelijkingssignaal.

7. Inrichting volgens conclusie 5 of 6, met het 20 kenmerk, dat de inrichting omvat een alarminrichting, voor het afgeven van tenminste één alarmboodschap.

8. Inrichting volgens één van de conclusies 5-7, met het kenmerk, dat de regelmiddelen omvatten verwerkingsmiddelen, die het temperatuursignaal zodanig kunnen verwerken, dat een 25 verwerkt signaal verkregen wordt, dat een gemiddelde temperatuur gedurende een bepaalde middelingperiode representeert.

9. Inrichting volgens de conclusie 8, met het kenmerk, dat de regelmiddelen het verwerkte signaal kunnen 30 vergelijken met tenminste één bepaalde temperatuur.

10. Inrichting volgens één van de conclusies 5-9, met het kenmerk, dat middelen zijn aangebracht voor het via een communicatieverbinding versturen van de alarmboodschap.

11. Inrichting volgens één van de conclusies 5-10, 35 met het kenmerk, dat de verbindingsmiddelen radiosignalen kunnen afgeven en de ontvangstmiddelen radiosignalen opvangen.

12. Inrichting volgens één van de conclusies 5-11, met het kenmerk, dat het huis een badstop is.

13. Inrichting volgens één van de conclusies 5-12, 5 met het kenmerk, dat het huis drukmeetmiddelen omvat.

14. Inrichting volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de inrichting middelen omvat, zodanig dat geen alarmboodschap wordt afgegeven, wanneer een bepaalde minimum druk niet wordt gemeten.

15. Inrichting volgens één van de conclusies 5-14, met het kenmerk, dat het huis omvat een spanningbron, en het basisstation omvat een laadstation voor het opladen van de spanningsbron van het huis.

16. Inrichting volgens één van de conclusies 5-15, 15 met het kenmerk, dat de inrichting vertragingsmiddelen omvat, zodanig gekoppeld dat de alarminrichting de alarmboodschap kan afgeven, wanneer het temperatuursignaal gedurende een bepaalde vertragingsperiode boven een bepaalde vertragingstemperatuur blij ft.

17. Inrichting volgens één van de conclusies 5-16, met het kenmerk, dat de inrichting omvat instelmiddelen voor het instellen van de bepaalde temperatuur en/of de bepaalde vertragingstemperatuur en/of de bepaalde vertragingsperiode en/of de bepaalde minimum druk en/of de middelingperiode en/of 25 de communicatieverbinding en/of de alarmboodschap.

18. Inrichting volgens één van de conclusies 5-17, met het kenmerk, dat het basisstation controlemiddelen omvat die de werking van de middelen in het huis kan controleren.

19. Inrichting volgens één van de conclusies 5-18, 30 met het kenmerk, dat de inrichting meerdere huizen omvat met temperatuur meetmiddelen en verbindingsmiddelen, die plaatsbaar zijn in een wateromgeving. 1 0 1 o ·, :ï /