BE1027899B1 - Verduisteringssysteem en scherm daarvoor - Google Patents

Verduisteringssysteem en scherm daarvoor Download PDF

Info

Publication number
BE1027899B1
BE1027899B1 BE20195950A BE201905950A BE1027899B1 BE 1027899 B1 BE1027899 B1 BE 1027899B1 BE 20195950 A BE20195950 A BE 20195950A BE 201905950 A BE201905950 A BE 201905950A BE 1027899 B1 BE1027899 B1 BE 1027899B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
screen
fabric
elastic
warp
yarn
Prior art date
Application number
BE20195950A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1027899A1 (nl
Inventor
Rik Rouquart
Original Assignee
Copaco Screenweavers Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Copaco Screenweavers Nv filed Critical Copaco Screenweavers Nv
Priority to BE20195950A priority Critical patent/BE1027899B1/nl
Publication of BE1027899A1 publication Critical patent/BE1027899A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1027899B1 publication Critical patent/BE1027899B1/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E06DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
    • E06BFIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
    • E06B9/00Screening or protective devices for wall or similar openings, with or without operating or securing mechanisms; Closures of similar construction
    • E06B9/24Screens or other constructions affording protection against light, especially against sunshine; Similar screens for privacy or appearance; Slat blinds
    • E06B9/40Roller blinds
    • E06B9/42Parts or details of roller blinds, e.g. suspension devices, blind boxes
    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D1/00Woven fabrics designed to make specified articles
    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D13/00Woven fabrics characterised by the special disposition of the warp or weft threads, e.g. with curved weft threads, with discontinuous warp threads, with diagonal warp or weft
    • D03D13/004Woven fabrics characterised by the special disposition of the warp or weft threads, e.g. with curved weft threads, with discontinuous warp threads, with diagonal warp or weft with weave pattern being non-standard or providing special effects
    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D15/00Woven fabrics characterised by the material, structure or properties of the fibres, filaments, yarns, threads or other warp or weft elements used
    • D03D15/50Woven fabrics characterised by the material, structure or properties of the fibres, filaments, yarns, threads or other warp or weft elements used characterised by the properties of the yarns or threads
    • D03D15/56Woven fabrics characterised by the material, structure or properties of the fibres, filaments, yarns, threads or other warp or weft elements used characterised by the properties of the yarns or threads elastic
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E06DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
    • E06BFIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
    • E06B9/00Screening or protective devices for wall or similar openings, with or without operating or securing mechanisms; Closures of similar construction
    • E06B9/56Operating, guiding or securing devices or arrangements for roll-type closures; Spring drums; Tape drums; Counterweighting arrangements therefor
    • E06B9/58Guiding devices
    • E06B9/581Means to prevent or induce disengagement of shutter from side rails
    • DTEXTILES; PAPER
    • D10INDEXING SCHEME ASSOCIATED WITH SUBLASSES OF SECTION D, RELATING TO TEXTILES
    • D10BINDEXING SCHEME ASSOCIATED WITH SUBLASSES OF SECTION D, RELATING TO TEXTILES
    • D10B2503/00Domestic or personal
    • D10B2503/03Inside roller shades or blinds
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E06DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
    • E06BFIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
    • E06B9/00Screening or protective devices for wall or similar openings, with or without operating or securing mechanisms; Closures of similar construction
    • E06B9/56Operating, guiding or securing devices or arrangements for roll-type closures; Spring drums; Tape drums; Counterweighting arrangements therefor
    • E06B9/58Guiding devices
    • E06B2009/583Cords or cables

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Textile Engineering (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Woven Fabrics (AREA)

Abstract

De onderhavige uitvinding ligt op het gebied van raamschermen voor montage op een raam, in een muuropening of dakraam. In het bijzonder verschaft de onderhavige uitvinding een schermsysteem met regelbare licht- en/of luchtdoorlatendheid. Ook worden werkwijzen beschreven voor het regelen van de licht- en/of luchtdoorlatendheid met gebruik van het schermsysteem. Verder verschaft de onderhavige uitvinding een schermdoek voor gebruik in het schermsysteem. Ook worden werkwijzen voor het produceren van een dergelijk schermdoek beschreven.

Description

t BE2019/5950
VERDUISTERINGSSYSTEEM EN SCHERM DAARVOOR
GEBIED VAN DE UITVINDING De onderhavige uitvinding ligt op het gebied van raamschermen voor montage op een raam, in een muuropening of horizontale toepassingen als dakramen. In het bijzonder verschaft de onderhavige uitvinding een schermsysteem met regelbare licht- en/of luchtdoorlatendheid. Ook worden werkwijzen beschreven voor het regelen van de licht- en/of luchtdoorlatendheid met gebruik van het schermsysteem. Verder verschaft de onderhavige uitvinding een schermdoek voor gebruik in het schermsysteem. Ook worden werkwijzen voor het produceren van een dergelijk schermdoek beschreven.
ACHTERGROND VAN DE UITVINDING Thermische raamschermen zijn verkrijgbaar in een grote verscheidenheid aan kleuren, stoffen, texturen en stijlen, passend bij het ontwerp en de inrichting van elk huis en industriële toepassingen zoals kantoren en laboratoria. Een andere belangrijke factor om rekening mee te houden is de openheidsfactor (OF), die verwijst naar hoe strak het schermweefsel is geweven. Hoe strakker het weefpatroon, hoe meer zonlicht het blokkeert. Omgekeerd zal een losser weefpatroon meer zonlicht door het raam laten binnenkomen. De vereiste openheidsfactor kan echter variëren afhankelijk van het tijdstip van de dag en zelfs de tijd van het jaar. Dienovereenkomstig is er vraag naar raamschermen met een aanpasbare openheidsfactor, waardoor verlichting en luchtstroming naar wens kunnen worden aangepast.
° BE2019/5950 De momenteel beschikbare aanpasbare raamschermen hebben echter diverse tekortkomingen: in het bijzonder zijn de huidige schermen niet altijd duurzaam, vooral door blootstelling aan intense weersomstandigheden en sterk zonlicht kunnen de schermeigenschappen beginnen te verminderen. Huidige schermen kunnen ook onregelmatige openingsgroottes over het gehele doekoppervlak hebben, bijvoorbeeld door grotere openingen in het midden van het scherm of vervormde openingen nabij de randen ervan. Huidige schermen kunnen gevoelig zijn voor veroudering; in het bijzonder het vermogen om de openheidsfactor te regelen dient in de loop van de tijd constant blijven. Bij huidige schermen kunnen ook bepaalde veiligheidseisen ontbreken, bijvoorbeeld dat zij voldoende brandvertragende eigenschappen hebben. Dienovereenkomstig is er een vraag naar een nieuw aanpasbaar raamschermsysteem.
Verder kunnen de momenteel gebruikte schermweefsel en -garens ook tekortkomingen hebben: in het bijzonder kunnen huidige schermgarens moeilijk te weven zijn, waardoor speciale materialen of gereedschappen nodig zijn om de aanpasbare schermdoeken te produceren. Het is belangrijk dat de door de werkwijze geproduceerde garens nog steeds homogeen zijn en tijdens de productie niet te ver zijn uitgerekt. Ook moeten de garens robuust zijn, maar bij voorkeur nog glad aanvoelen. Dienovereenkomstig is er ook een vraag naar werkwijzen voor het produceren van garens die kunnen worden gebruikt in aanpasbare raamschermen. Het is dienovereenkomstig één van de doelen van de onderhavige uitvinding om één of meer van de bovengenoemde nadelen die op de markt aanwezig zijn te overwinnen of te verbeteren, of om te voldoen aan de eisen die op de markt aanwezig zijn.
SAMENVATTING VAN DE UITVINDING De onderhavige uitvinding ligt op het gebied van raamschermen voor montage op een raam, in een muuropening of horizontale toepassingen als dakramen. In het bijzonder verschaft de onderhavige uitvinding een schermsysteem met regelbare licht- en/of luchtdoorlatendheid.
De onderhavige uitvinding maakt het eenvoudig om slechts één enkel type schermweefsel te gebruiken voor het bereiken van een juiste lichtintensiteit en/of luchtdoorlatendheid, ongeacht de oriëntatie van het gebouw. Ook worden werkwijzen beschreven voor het regelen van de licht- en/of luchtdoorlatendheid met gebruik van het schermsysteem. Verder verschaft de onderhavige uitvinding een schermdoek voor gebruik in het schermsysteem. Ook worden werkwijzen voor het produceren van een dergelijk schermdoek beschreven.
Een eerste aspect van de uitvinding heeft betrekking op een schermsysteem met regelbare licht- en/of luchtdoorlatendheid, omvattende: een monteerbaar kozijn dat een doekrol, een paar tegenover elkaar ingerichte geleiderails en een geregelde basisrail (lat) omvat; een rekbaar schermdoek, gemaakt van geweven of gebreid schermweefsel dat in de kettingrichting elastisch en in de inslagrichting onelastisch is, zodat bij het uitrekken van het schermweefsel in de kettingrichting van het weefsel openingen in het schermdoek ontstaan, waarvan de grootte kan worden geregeld afhankelijk van de mate van uitrekking, waardoor regelbare licht- en/of luchtdoorlatendheid mogelijk is; waarbij elke zijkant
° BE2019/5950 van het schermdoek die in de kettingrichting van het weefsel loopt, is voorzien van een elastische strook die ten minste in de kettingrichting van het weefsel rekbaar is; en waarbij het schermdoek in de kettingrichting van het schermweefsel in het kozijn is ingericht met één uiteinde van het schermdoek aan de doekrol, het andere uiteinde aan de basisrail en de elastische stroken aan de geleiderails bevestigd.
In sommige voorkeursuitvoeringsvormen omvat het schermsysteem een lichtsensor, die werkzaam is verbonden met de doekrol, waarbij de doekrol is geconfigureerd voor het uitrekken van het schermdoek in reactie op gegevens die worden ontvangen van de lichtsensor.
In sommige voorkeursuitvoeringsvormen omvat het schermsysteem een gebruikersinvoereenheid, die het invoeren van een verlichtingswaarde en/of openheidsfactor mogelijk maakt, waarbij de doekrol is geconfigureerd voor het bereiken en bij voorkeur handhaven van een door een gebruiker ingevoerde verlichtingswaarde en/of openheidsfactor; bij voorkeur in reactie op gegevens die worden ontvangen van een lichtsensor.
In sommige voorkeursuitvoeringsvormen is de elastische strook voorzien van een rits, die kan worden ingebracht in een geleiderail voor bevestiging daaraan; waarbij bij voorkeur de rits op de elastische strook is geëxtrudeerd.
In sommige voorkeursuitvoeringsvormen omvat de geleiderail een dekplaat die over de elastische strook van het schermdoek is geplaatst.
Een verder aspect van de uitvinding heeft betrekking op een schermdoek met regelbare licht- en/of luchtdoorlatendheid, waarbij het doek is gemaakt van
° BE2019/5950 geweven of gebreid schermweefsel dat elastisch kettinggaren en onelastisch inslaggaren omvat, zodat bij een uitrekken van het kettinggaren in de kettingrichting van het weefsel openingen in het schermweefsel ontstaan, waarvan de grootte kan worden geregeld afhankelijk van de mate van uitrekken, waardoor regelbare licht- en/of luchtdoorlatendheid mogelijk is; en waarbij elke zijkant van het schermdoek die in de kettingrichting van het weefsel loopt, is voorzien van een elastische strook die ten minste in de kettingrichting van het weefsel rekbaar is.
In sommige voorkeursuitvoeringsvormen omvat elastisch kettinggaren een elastisch kerngaren dat is voorzien van een elastische bekleding met UV- en/of brandvertragende eigenschappen; en/of omvat het onelastische inslaggaren een onelastisch kerngaren dat is voorzien van een onelastische bekleding met UV- en/of brandvertragende eigenschappen.
In sommige voorkeursuitvoeringsvormen omvat het elastische kettinggaren en/of het elastische kerngaren ten minste 90,0 gew.% van een elastomeer of siliconenrubber, bij voorkeur ten minste 95,0 gew.%, met meer voorkeur ten minste 99,0 gew.% van een elastomeer of siliconenrubber, met nog meer voorkeur ten minste 99,9 gew.%, en met de meeste voorkeur bestaat de elastische kern uit een elastomeer of siliconenrubber.
In sommige voorkeursuitvoeringsvormen is het elastomeer of rubber gekozen uit de lijst omvattende ethyleenpropyleen-dieenmonomeerrubber, epichloorhydrinerubber, polyether-polyureumcopolymeer b.v. elastaan, lycra of spandex, isopreenrubber, polychloropreen, isopreenbutylrubber, polyurethaan,
° BE2019/5950 natuurlijk rubber, styreenbutadieenrubber, chloorsulfonpolyethyleen of siloxaan.
In sommige voorkeursuitvoeringsvormen omvat de elastische bedekking of bekleding ten minste 90,0 gew.% modacrylvezel, bij voorkeur ten minste 95,0 gew.%, met meer voorkeur ten minste 99,0 gew.%, met nog meer voorkeur ten minste 99,9 gew.% modacrylvezel, en met de meeste voorkeur bestaat de elastische bedekking of bekleding uit modacrylvezel.
In sommige voorkeursuitvoeringsvormen omvat het onelastische inslaggaren en/of het onelastische kerngaren ten minste 90,0 gew.% glasvezel, bij voorkeur ten minste 95,0 gew.%, met meer voorkeur ten minste 99,0 gew.%, met nog meer voorkeur ten minste 99,9 gew.%, en met de meeste voorkeur bestaat de onelastische kern uit glasvezelstrengen.
In sommige voorkeursuitvoeringsvormen omvat de onelastische bekleding ten minste 90,0 gew.% polyvinylchloride, bij voorkeur ten minste 95,0 gew.%, met meer voorkeur ten minste 99,0 gew.%, met nog meer voorkeur ten minste 99,9 gew.% PVC, en met de meeste voorkeur bestaat de onelastische bekleding uit PVC.
In sommige voorkeursuitvoeringsvormen is de inslag gekozen uit de lijst omvattende polyesters, acrylvezel of natuurlijke vezels die aan dezelfde specificaties voldoen voor UV-bestendigheid en brandvertraging.
In sommige voorkeursuitvoeringsvormen is het schermweefsel een 3-dimensionaal weefsel, omvattende onelastische inslaggarens, onelastische kettinggarens en elastische kettinggarens.
Een verder aspect van de uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het regelen van de openheidsfactor van het schermsysteem zoals hier beschreven, waarbij de werkwijze de stappen omvat van:
’ BE2019/5950 - het monteren van een monteerbaar kozijn over een opening, zoals over een raam- of dakraamopening; - het bevestigen van een schermdoek aan het kozijn; in het bijzonder door één uiteinde van het schermdoek aan een doekrol, het tegenovergestelde uiteinde aan een basisplaat en de zijkanten aan tegenover elkaar ingerichte geleiderails te bevestigen; - het omlaag trekken van het schermdoek totdat een gewenste OF is bereikt; - optioneel; het aanpassen van de OF door het uitrekken of ontspannen van het schermdoek; bij voorkeur door het op- of afrollen van de doekrol.
In sommige voorkeursuitvoeringsvormen kan het aanpassen van de OF worden geautomatiseerd op basis van lichtsensorgegevens; de werkwijze kan daarbij verder de stappen omvatten van het ontvangen van gegevens van een lichtsensor, het berekenen van de huidige OF op basis van de ontvangen lichtsensorgegevens, het instellen van de huidige OF-waarde als een doel-0F, het na vooraf ingestelde tijdsintervallen bepalen van de nieuwe huidige OF, en als een verschil in OF wordt vastgesteld, het aanpassen van de OF door het uitrekken of ontspannen van het schermdoek totdat de doel-O0F is bereikt.
In sommige voorkeursuitvoeringsvormen kan het aanpassen van de OF geautomatiseerd worden op basis van gebruikersinvoergegevens; de werkwijze kan daarbij verder de stappen omvatten van het ontvangen van invoergegevens van een gebruiker, waarbij de gegevens een doel-OF bevatten, het berekenen van de huidige OF op basis van de ontvangen lichtsensorgegevens en het aanpassen van de OF door het uitrekken of ontspannen van het schermdoek totdat de doel-0F is bereikt.
Een verder aspect van de uitvinding heeft betrekking op een gebruik van het hier beschreven schermsysteem voor het regelen van de licht- en/of luchtdoorlatendheid van een opening, zoals een raam.
Een verder aspect van de uitvinding heeft betrekking op een gebruik van het hier beschreven schermdoek voor het regelen van de licht- en/of luchtdoorlatendheid van een opening, zoals een raam- of dakraamopening.
Voorkeursuitvoeringsvormen van de uitvinding worden in de uitgebreide beschrijving en bijgevoegde conclusies omschreven. In de volgende passages worden verschillende aspecten van de uitvinding in meer detail gedefinieerd. Elk aldus gedefinieerd aspect kan met elk ander aspect of andere aspecten worden gecombineerd, tenzij duidelijk anders aangegeven. In het bijzonder kan elk kenmerk waarvan is aangegeven dat het de voorkeur heeft of dat het gunstig is, worden gecombineerd met elk ander kenmerk of kenmerken waarvan is aangegeven dat dit/deze de voorkeur heeft/hebben of dat dit/deze gunstig is/zijn. Uitvoeringsvormen van één aspect van de uitvinding zijn ook uitvoeringsvormen van alle andere aspecten van de uitvinding.
KORTE BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN De volgende beschrijving van de figuren van specifieke uitvoeringsvormen van de uitvinding dient slechte ter illustratie en is niet bedoeld als beperking van het hier geleerde, de toepassing of het gebruik ervan.
Figuur 1A is een vooraanzicht in perspectief van een schermsysteem (100) volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding.
) BE2019/5950 Figuur 1B is een dwarsdoorsnede van de geleiderails van een schermsysteem (150) volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding.
Figuur 2A is een vooraanzicht in perspectief van een schermsysteem (100) volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding, met een lage openheidsfactor (OF) van bijvoorbeeld 1%.
Figuur 2B is een vooraanzicht in perspectief van het schermsysteem (100) volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding, met een hoge openheidsfactor (OF) van bijvoorbeeld 15%.
Figuur 3 toont een voorbeeldschema van een kettinggarensamenstelling zoals de elastische kern (210) en dekgaren met linker en rechter draaiing (215).
Figuur 4A is een vooraanzicht van een schermdoek (200) volgens een eerste voorbeelduitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding. (1/P = enkelvoudig PVC- inslaggaren) Figuur 4B is een schematische weergave van een schermdoek (200) volgens een eerste voorbeelduitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding. (elastische ketting (220) onelastische inslag (240)) Figuur 4C toont het weefpatroon van een schermdoek (200) volgens een eerste voorbeelduitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding. (linnenbinding) Figuur 5A is een vooraanzicht van een schermdoek (200) volgens een tweede voorbeelduitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding. (2/P-P = dubbel PVC- inslaggaren) Figuur 5B is een schematische weergave van een schermdoek (200) volgens een tweede voorbeelduitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding. (elastische ketting (220) onelastische inslag (240))
Figuur 5C toont het weefpatroon van een schermdoek (200) volgens een tweede voorbeelduitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding. (ribbinding 1/2)
Figuur 6A is een vooraanzicht van een schermdoek
(200) volgens een derde voorbeelduitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding. (3/P-P-P = drievoudig PVC- inslaggaren)
Figuur 6B is een schematische weergave van een schermdoek (200) volgens een derde voorbeelduitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding. (elastische ketting (220) onelastische inslag (240))
Figuur 6C toont het weefpatroon van een schermdoek (200) volgens een derde voorbeelduitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding. (ribbinding 1/3)
Figuur 7 is een vooraanzicht van een schermdoek (200) volgens een vierde voorbeelduitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding. (2/P-A = afwisselend PVC- inslaggaren en acrylvezel)
Figuur 8 is een vooraanzicht van een schermdoek
(200) volgens een vijfde voorbeelduitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding. (3/P-A-P = afwisselend PVC- inslaggaren, acrylvezel en PVC-inslag)
Figuur 9 is een vooraanzicht van een schermdoek (200) volgens een zesde voorbeelduitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding. (3/A-P-A = afwisselend acrylvezel, PVC-inslaggaren en acrylvezel)
Figuur 10A toont een reeks weefpatronen volgens alternatieve voorbeelduitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding. (matjesbinding en serge)
Figuur 10B is een schematische weergave van de 3- dimensionale weefstructuur als een voorbeelduitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding. (onelastische inslag (225), onelastische ketting (230) en elastische ketting (235))
Figuur 11 is een dwarsdoorsnede van een elastische strook (300) en geëxtrudeerde rits (350), bevestigd aan een schermdoek (200) volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding.
Figuur 12A is een vooraanzicht van een elastische strook (300) volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding.
Figuur 12B is een achteraanzicht van een elastische strook (300) volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding.
Figuur 12C is een zijaanzicht van een elastische strook (300) volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding.
Figuur 13 is een vooraanzicht van een rits (350), bevestigd aan een elastische strook (300) volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding.
Figuur 14 is een schematische weergave van een weefinrichting (500) voor het weven van een schermdoek met enkel weefsel (200) volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding.
Figuur 15 is een schematische weergave van een weefinrichting (510) voor het weven van een schermdoek met 3-dimensionaal weefsel (200) volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding.
Figuur 16 is een schematische weergave van een weefinrichting (520) voor het weven van een schermdoek met 3-dimensionaal weefsel (200) volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding.
Figuur 17 is een bedieningsschema van het schermsysteem (200) volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding.
UITGEBREIDE BESCHRIJVING VAN DE UITVINDING De onderhavige uitvinding wordt beschreven met betrekking tot specifieke uitvoeringsvormen, maar de uitvinding is niet beperkt tot deze, maar wordt enkel door de conclusies beperkt. Referentietekens in de conclusies mogen niet worden opgevat als een beperking van de reikwijdte ervan.
Zoals hier gebruikt, omvatten de enkelvoudige vormen “een”, “het” en “de” zowel enkelvoudige als meervoudige referenties tenzij de context duidelijk anders dicteert.
De begrippen “omvattende”, “omvatten” en “samengesteld uit” zijn zoals hier gebruikt synoniem met “inclusief” “opgenomen in” of “bevattend”, “bevatten” en zijn inclusief of open en sluiten aanvullende, niet-geciteerde delen, elementen of werkwijzestappen niet uit. De begrippen “omvattende”, “omvatten” en “samengesteld uit” omvatten ook, wanneer wordt verwezen naar geciteerde delen, elementen of werkwijzestappen, uitvoeringsvormen die “bestaan uit” de geciteerde delen, elementen of werkwijzestappen.
Bovendien worden de begrippen eerste, tweede, derde en dergelijke in de beschrijving en in de conclusies gebruikt om onderscheid te maken tussen vergelijkbare elementen en niet noodzakelijk voor het beschrijven van een opeenvolgende of chronologische volgorde, tenzij gespecificeerd. Het dient duidelijk te zijn dat de aldus gebruikte begrippen onderling uitwisselbaar zijn onder geschikte omstandigheden en dat de hier beschreven uitvoeringsvormen van de uitvinding in andere volgorden dan hier beschreven of geïllustreerd kunnen werken.
Het begrip “ongeveer”, zoals hier gebruikt bij het aanduiden van een meetbare waarde zoals een parameter,
een hoeveelheid, een tijdsduur en dergelijke, is bedoeld om variaties te omvatten van +/- 10% of minder, bij voorkeur +/- 5% of minder, met meer voorkeur +/- 1% of minder, en met nog meer voorkeur +/- 0,1% of minder van de gespecificeerde waarde, voor zover dergelijke variaties geschikt zijn om uit te voeren in de beschreven uitvinding. Het dient duidelijk te zijn dat de waarde waarnaar de bepaling “ongeveer” verwijst, zelf ook specifiek, en bij voorkeur, is beschreven.
Het benoemen van numerieke bereiken door eindpunten omvat alle getallen en breuken die binnen de respectievelijke bereiken vallen, evenals de geciteerde eindpunten.
Alle documenten die in deze specificatie worden geciteerd, worden hierbij in hun geheel opgenomen door middel van verwijzing.
Tenzij anders gedefinieerd, hebben alle begrippen die worden gebruikt bij het beschrijven van de uitvinding, met inbegrip van technische en wetenschappelijke begrippen, de betekenis zoals gewoonlijk begrepen door een deskundige op het vakgebied waartoe deze uitvinding behoort. Als verdere richtlijn zijn definities voor de in de beschrijving gebruikte begrippen opgenomen om het geleerde van de onderhavige uitvinding beter te waarderen. De hier gebruikte begrippen of definities worden uitsluitend verschaft om te helpen bij het begrip van de uitvinding.
Verwijzing in deze specificatie naar “éen uitvoeringsvorm” of “een uitvoeringsvorm” betekent dat een bepaalde functie, structuur of een bepaald kenmerk die/dat wordt beschreven in verband met de uitvoeringsvorm in ten minste één uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding is opgenomen. Aldus verwijzen verschijningen van de uitdrukkingen “in één uitvoering” of “in een uitvoering” op verschillende plaatsen in deze specificatie niet noodzakelijkerwijs allemaal naar dezelfde uitvoering, maar kunnen ze dat wel doen. Bovendien kunnen de specifieke functies, structuren of kenmerken op elke geschikte wijze worden gecombineerd in één of meer uitvoeringsvormen, zoals voor een deskundige uit deze beschrijving duidelijk zou zijn. Bovendien is het de bedoeling dat, hoewel sommige hier beschreven uitvoeringsvormen slechts enkele, maar niet alle kenmerken omvatten die in andere uitvoeringsvormen zijn opgenomen, combinaties van kenmerken van verschillende uitvoeringsvormen binnen het bereik van de uitvinding vallen, en verschillende uitvoeringsvormen vormen, zoals zou worden begrepen door degenen in het vakgebied. In de volgende conclusies en beschrijving kunnen bijvoorbeeld alle willekeurige geclaimde of beschreven uitvoeringsvormen in elke combinatie worden gebruikt.
De onderhavige uitvinding heeft in het algemeen betrekking op een schermsysteem en doek met regelbare licht- en/of luchtdoorlatendheid. In het bijzonder heeft het huidige schermsysteem een aanpasbare ‘openheidsfactor’ (OF), die een indicatie is van hoe strak het schermweefsel is geweven. De openheidsfactor wordt uitgedrukt met een percentage, waarbij lagere getallen een hogere mate van ondoorlatendheid vertegenwoordigen. Een scherm met een openheidsfactor van 1% geeft bijvoorbeeld meer schaduw dan een scherm met een openheidsfactor van 10%. Het schermsysteem kan het mogelijk maken om de openheidsfactor eenmaal of zelfs herhaaldelijk aan te passen, door de strakheid van het weefpatroon te veranderen, waardoor openingen tussen de onderling verweven garens worden gevormd. Soortgelijke principes zijn van toepassing op gebreide garens. Met het onderhavige schermsysteem kan de openingsfactor worden aangepast van 1% tot 30%, bij voorkeur van 1% tot 25%, met meer voorkeur van 1% tot 20%, met nog meer voorkeur van 1% tot 15%. De vermelde openheidsfactorbereiken worden echter als een voorbeeldbereik beschouwd en het schermsysteem kan worden aangepast om de noodzakelijke openheidsfactor te bereiken.
In een eerste aspect verschaft de onderhavige uitvinding een schermsysteem met regelbare licht- en/of luchtdoorlatendheid, waarbij het schermsysteem omvat: een monteerbaar kozijn dat een doekrol, een paar tegenover elkaar ingerichte geleiderails en een geregelde basisplaat (rail) omvat; een rekbaar schermdoek, gemaakt van geweven of gebreid schermweefsel dat in de kettingrichting elastisch en in de inslagrichting onelastisch is, zodat bij het uitrekken van het schermweefsel in de kettingrichting van het weefsel openingen in het schermdoek ontstaan, waarvan de grootte kan worden geregeld afhankelijk van de mate van uitrekking, waardoor regelbare licht- en/of luchtdoorlatendheid mogelijk is; waarbij elke zijkant van het schermdoek die in de kettingrichting van het weefsel loopt, is voorzien van een elastische strook die ten minste in de kettingrichting van het weefsel rekbaar is; en waarbij het schermdoek in de kettingrichting van het schermweefsel in het kozijn is ingericht met één uiteinde van het schermdoek aan de doekrol, het andere uiteinde aan de basisplaat en de elastische stroken aan de geleiderails bevestigd.
Bij voorkeur verschaft de onderhavige uitvinding een schermsysteem met regelbare licht- en/of luchtdoorlatendheid, waarbij het schermsysteem omvat: een monteerbaar kozijn dat een doekrol, een paar tegenover elkaar ingerichte geleiderails en een geregelde basisplaat omvat; een schermdoek, gemaakt van geweven of gebreid schermweefsel dat elastisch kettinggaren en onelastisch inslaggaren omvat, zodat bij het uitrekken van het kettinggaren in de kettingrichting van het weefsel openingen in het schermweefsel ontstaan, waarvan de grootte kan worden geregeld afhankelijk van de mate van uitrekking, waardoor regelbare licht- en/of luchtdoorlatendheid mogelijk is; en waarbij elke zijkant van het schermdoek in de kettingrichting van het weefsel is voorzien van een elastische strook die ten minste in de kettingrichting van het weefsel rekbaar is; en waarbij het schermdoek in de kettingrichting van het weefsel in het kozijn is ingericht met één uiteinde van het schermdoek aan de doekrol bevestigd, het andere uiteinde aan de basisplaat en de elastische stroken aan de geleiderails.
Het kozijn is monteerbaar in een raam of op een muur, bij voorkeur over een opening in een muur of horizontale toepassingen als dakramen. Het schermsysteem is geschikt voor zowel binnen- als buitengebruik, b.v. kan het op een buitenkozijn van een raam of op het binnenkozijn worden gemonteerd. Er wordt opgemerkt dat verwijzingen naar ramen alleen zijn opgenomen omwille van de beknoptheid. De vakman begrijpt dat de grootte van het kozijn gemakkelijk kan worden opgeschaald of verkleind om elke redelijk bemeten opening in een bouwconstructie te bedekken, zoals een deur of een terrasopening, indien nodig. Het monteerbare kozijn dient om het schermdoek aan de gemonteerde opening te bevestigen en te stabiliseren. In een kenmerkende opstelling kan de doekrol de bovenkant van het kozijn vormen, de basisplaat de onderkant en de geleiderails de zijkanten. De vakman begrijpt dat de oriëntatie van het kozijn gemakkelijk kan worden gedraaid of gekanteld zonder de functionaliteit van de onderhavige uitvinding te beïnvloeden.
De doekrol dient als een uitrekmechanisme voor het schermdoek. De doekrol kan mechanisch worden aangedreven voor verbeterde gebruiksvriendelijkheid en gemak. De doekrol wordt bij voorkeur elektromotorisch aangedreven, hetgeen een nauwkeurige regeling van het rollen mogelijk maakt, en kan gemakkelijk worden verbonden met een externe regeling of invoereenheid, die verderop wordt besproken.
De doekrol is bij voorkeur ingericht om het schermdoek in de kettingrichting uit te rekken. De kettingrichting is hier gedefinieerd als de lengteoriëntatie van de elastische kettinggarens in het schermweefsel. Op analoge wijze wordt de inslagrichting gedefinieerd als de breedteoriëntatie van de onelastische inslaggarens in hetzelfde weefsel. In een kenmerkende opstelling komt de kettingrichting overeen met de richting van de doekrol naar de basisplaat, terwijl de inslagrichting overeenkomt met de richting van de ene geleiderail naar de andere.
Wanneer het doek in een ontspannen toestand is, d.w.z. niet uitgerekt, kan de openheidsfactor een minimale waarde hebben, waarbij een maximale hoeveelheid licht- en/of luchtblokkering wordt bereikt. Door het oprollen van de doekrol kunnen de elastische kettingvezels dan uitrekken (in de kettingrichting). De onelastische inslagvezels kunnen echter in een ontspannen toestand blijven (in de inslagrichting), en bewegen samen met de uitgerekte kettingvezels (in de kettingrichting). Door het uitrekken van de elastische kettingvezels gekoppeld met de beweging van de onelastische inslagvezels kunnen openingen in het schermweefsel ontstaan, waardoor licht en/of lucht kan passeren. De uitgerekte toestand kan dus de openheidsfactor van het doek verhogen, waardoor de hoeveelheid licht- en/of luchtblokkering wordt verminderd.
Desalniettemin kan het uitrekken van het onderling verbonden schermweefsel onbedoeld ook trekkracht overdragen naar het inslagweefsel, waardoor na verloop van tijd het gehele schermweefsel kan vervormen of zelfs tot gevolg kan hebben dat het doek losraakt. De aanwezigheid van een elastische strook aan ten minste één, bij voorkeur aan elke zijkant van het schermdoek kan echter eventuele trekkracht die wordt uitgeoefend op het onelastische schermweefsel absorberen, waardoor het schermdoek zowel in een ontspannen als uitgerekte toestand van het schermdoek wordt gestabiliseerd en vervorming van het fragielere schermweefsel wordt voorkomen. Bijgevolg kan het verschaffen van een elastische strook de duurzaamheid, betrouwbaarheid en/of consistentie van het schermsysteem verbeteren, zelfs na herhaalde rek- en ontspanningscycli. Ook kan de elastische strook als een bevestigingspunt aan de geleiderails fungeren. De elastische strook kan voorzien zijn van diverse bevestigingsmiddelen, zoals bekend in de techniek, zoals haken of lussen. Op deze manier kan het schermdoek tijdens montage van het systeem in de geleiderails worden geleid.
Bij voorkeur is een elastische strook voorzien van een rits, die in een geleiderail kan worden ingebracht voor bevestiging daaraan.
De rits kan bijvoorbeeld een reeks ritstanden omvatten die aan de geleiderail kunnen worden geklemd of verbonden.
De rits kan tijdens de productie in de elastische strook worden geëxtrudeerd, wat een betere duurzaamheid mogelijk maakt.
De geleiderails kunnen een dekplaat omvatten die over een elastische strook van een bevestigd schermdoek is geplaatst.
De dekplaat kan zich zijwaarts van de geleiderail uitstrekken, zodat deze niet in contact komt met de elastische strook.
De dekplaat kan de elastische strook beschermen tegen beschadiging.
Ook kan de dekplaat de elastische strook uit het zicht verbergen om een meer minimalistisch uiterlijk van het schermsysteem te verkrijgen.
Het schermsysteem kan verder een licht- en temperatuursensor omvatten (zie bijvoorbeeld {figuur 17), deze sensoren zijn standaard Lux- en T°-sensoren die zijn gekoppeld aan een regelsysteem dat functioneel is verbonden met de doekrol, waarbij de doekrol is geconfigureerd voor het uitrekken van het schermdoek in reactie op gegevens die van de lichtsensor en/of T°- sensor worden ontvangen.
De lichtsensor kan de verlichtingssterkte van een oppervlakte meten, deze wordt kenmerkend gerapporteerd in termen van lux, d.w.z. lumen per m?, de temperatuursensor kan de temperatuur meten van het oppervlak, die wordt gerapporteerd in graden Celsius of graden Fahrenheit.
De licht- en/of T°-sensor kan de verlichtingssterkte van het afgeschermde oppervlak meten, in welk geval de sensoren aan de achterzijde van het schermsysteem
(d.w.z. tegenover de beschermde oppervlakte), waar een aangepaste lichtintensiteit nodig is, zijn gepositioneerd. Een andere mogelijkheid is dat de licht- en/of T°-sensor de verlichtingssterkte van de verlichtingsbron meten, in welk geval de lichtsensor aan de voorzijde van het schermsysteem (d.w.z. tegenover de verlichtingsbron) is gepositioneerd. Aanvullend kunnen meerdere lichtsensoren zijn verschaft voor het meten van de verlichting aan de voor- en achterzijde van het schermsysteem, teneinde de nauwkeurigheid te verbeteren. De lichtsensor kan zich op het schermsysteem bevinden, bijvoorbeeld op de basisplaat of de geleiderails.
De licht- en/of T°-sensor kan echter ook uit de buurt van het schermsysteem zijn geplaatst, maar kan voor het rapporteren van gegevens met de regeleenheid van het schermsysteem zijn verbonden, ofwel via een draad ofwel draadloos.
Het schermsysteem kan verder een gebruikersinvoer omvatten, waardoor een verlichtingswaarde kan worden ingevoerd, waarbij de doekrol is geconfigureerd voor het bereiken en bij voorkeur handhaven van een door een gebruiker ingevoerde verlichtingswaarde. De gebruikersinvoer kan een mechanische instelling van de verlichtingswaarde zijn. Het schermdoek kan bijvoorbeeld (handmatig) door de gebruiker worden uitgerekt om een gewenste verlichtingswaarde te bereiken. Het schermsysteem kan vervolgens de huidige verlichtingswaarde bepalen en beginnen met het aanpassen van de openheidsfactor van het scherm om de gewenste verlichtingswaarde te behouden. Aanvullend of als alternatief kan de gebruikersinvoer een elektronische instelling van de verlichtingswaarde zijn. De gebruiker kan bijvoorbeeld de gewenste verlichtingswaarde invoeren in een invoereenheid, zoals een scherm of externe inrichting, zoals een afstandsbediening en/of een telefoonapplicatie. Het schermsysteem kan dan de huidige lumenwaarde bepalen en beginnen met het aanpassen van de openheidsfactor van het schermdoek om de gewenste verlichtingswaarde te bereiken en/of te behouden. Gegevens over de huidige verlichtingswaarde kunnen rechtstreeks worden verschaft door een lichtsensor, zoals hierboven beschreven, maar kunnen ook worden verschaft door een externe bron, zoals een regeleenheid.
Het schermsysteem kan verder één of meer blokkeerelementen omvatten voor het vastzetten van de positie van de basisplaat (rail). In het bijzonder kan het blokkeerelement, bij het handmatig of automatisch uitrekken van het schermdoek door de gebruiker om een gewenste verlichtingswaarde te bereiken, de positie van de basisplaat verbinden en vastzetten.
De onderhavige uitvinding verschaft in een verder aspect een schermdoek met regelbare licht- en/of luchtdoorlatendheid, waarbij het schermdoek is gemaakt van geweven of gebreid schermweefsel dat elastisch kettinggaren en onelastisch inslaggaren omvat, zodat bij het uitrekken van het kettinggaren in de kettingrichting van het weefsel openingen in het schermweefsel ontstaan, waarvan de grootte kan worden geregeld afhankelijk van de mate van uitrekking, waardoor regelbare licht- en/of luchtdoorlatendheid mogelijk is; en waarbij elke zijkant van het schermdoek die in de kettingrichting van het weefsel loopt, is voorzien van een elastische strook die ten minste in de kettingrichting van het weefsel rekbaar is. (Voorkeurs)uitvoeringen van het schermsysteem zijn ook (voorkeurs)uitvoeringen van het schermdoek. Het schermdoek wordt bij voorkeur in het schermsysteem gebruikt. Desalniettemin begrijpt de vakman dat de eigenschappen van het schermdoek kunnen worden gebruikt in combinatie met andere uitreksystemen om vergelijkbare technische effecten te bereiken.
Bijvoorbeeld kan een niet-rollende handmatige doekuitrekker ook worden gebruikt voor het uitrekken van het kettinggaren en het aanpassen van de openheidsfactor.
Een geweven schermweefsel bestaat kenmerkend uit ten minste twee onderling verweven componenten: de eerste component wordt de ketting genoemd en vormt kenmerkend de lengtedraden, terwijl de tweede component de inslag wordt genoemd en kenmerkend de dwarsdraden vormt. Ketting en inslag zijn de twee basiscomponenten die worden gebruikt bij het weven om draad of garen in weefsel om te zetten. Tijdens een kenmerkend weefproces worden de lengtekettinggarens i stationair onder spanning op een frame gehouden, terwijl de dwarse inslag over en onder de ketting wordt getrokken en ingebracht. Op deze manier wordt een 2-dimensionale (2D) keten van afwisselende ketting- en inslaggarens gevormd om een geweven schermdoek te creëren.
In 2D-geweven schermweefsel vormen de kettinggarens de lengtedraden en de inslaggarens de dwarsdraden. De kettingdichtheid kan afhankelijk zijn van het beoogde bereik van de openingsfactor, bijvoorbeeld van 500 tot 3000 uiteinden per meter (kettingdichtheid = garens/m).
De inslagdichtheid kan variëren afhankelijk van het beoogde bereik van de openingsfactor, bijvoorbeeld van 500 tot 3000 uiteinden per meter (inslagdichtheid = garens/m).
Met moderne weefmachines zijn diverse alternatieve wee fmethoden mogelijk, waarbij de kettingdraden verticaal worden uitgerekt en onderling worden verweven en met de inslagdraden worden gekruist. Deze kruis- verbindingstechniek kan worden uitgevoerd met in de techniek bekende inrichtingen, zoals nokken-, as- en jacquardmachines. Hiermee kunnen 3-dimensionale (3D) kettingen van gestapelde kettinggarens worden gemaakt. Bij voorkeur kan de 3D-geweven vezel onelastische inslaggarens, onelastische kettinggarens en elastische kettinggarens omvatten.
Het is echter duidelijk dat het onderhavige schermdoek niet is beperkt tot een bepaalde 2D- of 3D- weeftechniek en kan worden aangepast volgens de noodzakelijke vereisten van het schermsysteem, bijvoorbeeld om de flexibiliteit of elasticiteit van het schermdoek aan te passen. Bovendien begrijpt de vakman dat, hoewel er alleen naar weefprocessen wordt verwezen, dezelfde basisprincipes gelden voor breiprocessen. Voor verdere verduidelijking wordt verwezen naar de figuren en voorbeelden.
Het schermdoek is voorzien van een elastische strook die is aangebracht aan ten minste één, bij voorkeur aan beide zijkanten van het schermdoek. De elastische strook kan aan het schermdoek zijn bevestigd. Bij voorkeur wordt het schermdoek in de elastische strook ingebracht en vervolgens met kruissteken gestikt. De elastische strook kan in de kettingrichting van het schermdoek worden gepositioneerd, zodat deze krachten loodrecht op de kettingrichting, d.W.Z. de inslagrichting, kan absorberen.
De aanwezigheid van een elastische strook maakt het stabiliseren van het doek zowel in een ontspannen als uitgerekte toestand in het schermsysteem mogelijk. In het bijzonder kan de elastische strook eventuele spanning absorberen die op de onelastische inslaggarens wordt uitgeoefend, zodat deze niet kunnen vervormen of breken wanneer de kettinggarens worden uitgerekt. De elastische strook kan zijn gemaakt van een elastisch materiaal, zoals synthetische vezels, bijvoorbeeld polyether-polyureumcopolymeerelastaan (Spandex). Bij voorkeur kunnen de elastische vezels zijn voorzien van UV- en/of brandvertragende eigenschappen, die hieronder verder worden besproken. Het elastaan kan bijvoorbeeld worden gemengd of bekleed, bedekt, met modacrylvezels (Kanecaron). Modacrylvezels omvatten in het algemeen acrylvezels en/of polyesters, met dezelfde specificatie als het doekweefsel.
Het elastische kettinggaren kan ten minste 90,0 gew.% elastomeer of siliconenrubber, bij voorkeur ten minste 95,0 gew.%, met meer voorkeur ten minste 99,0 gew.%, met nog meer voorkeur ten minste 99,9 gew.% omvatten. In een bijzondere uitvoeringsvorm kan het elastische kettinggaren bestaan uit zuiver elastomeer of siliconenrubber. Het elastomeer of rubber kan zijn gekozen uit de lijst omvattende ethyleenpropyleen- dieenmonomeerrubber (EPDM-rubber), epichloorhydrinerubber (ECO), polyether- polyureumcopolymeer, b.v. elastaan, lycra of spandex, isopreenrubber (IR), polychloropreen, isopreen- butylrubber (IIR), polyurethaan (PUR), natuurlijk rubber, styreen-butadieenrubber (SBR), chloorsulfon- polyethyleen (CSM) of siloxaan of vergelijkbare polymeren. Siliconenrubber kan bestaan uit lange ketens van anorganische resten (siloxanen) met organische resten die selectief de mechanische eigenschappen van de hoofdketen modificeren met verbeterde elastische eigenschappen. Bijvoorbeeld door de elasticiteit bij hoge en lage temperaturen te handhaven, met verbeterde UV-bestendigheid en/of biologische compatibiliteit.
Het elastische kettinggaren kan een elastisch kerngaren omvatten dat is voorzien van een elastische huls met UV- en/of brandvertragende eigenschappen. Het begrip “huls” verwijst naar een type omhulling waarbij een materiaal, zoals andere garenvezels, rond een kerngaren is gewikkeld, b.v. om een kerngesponnen garen te verkrijgen. Bij voorkeur omvat het elastische kettinggaren een elastisch kerngaren dat is bekleed met een elastische bekleding met UV- en/of brandvertragende eigenschappen. Het begrip “bekleding” verwijst naar een specifiek type omhulling of schil die op een kerngaren is aangebracht met gebruik van een bekledings- of extrusiewerkwijze. Het voordeel van bekleed elastisch garen ten opzichte van omhuld elastisch garen is dat een bekleding gladder kan zijn en ervoor kan zorgen dat minder wrijving optreedt tijdens het weven. Verder kunnen de beklede garens regelmatiger van vorm zijn, gladder aanvoelen en/of een meer homogene openheidsfactor over het gehele schermweefsel verschaffen.
De lineaire dichtheid van het elastische kerngaren (garentelling) gemaakt van elastomeer of siliconenrubber kan variëren van ten minste 400 tot ten hoogste 4000 Dtex. Bij voorkeur tussen 1600 en 2000 Dtex. De elastische bekleding kan door middel van extrusie op het elastische kerngaren worden aangebracht. Dit kan een hoge hechting tussen de elastische bekleding en het elastische kerngaren verschaffen. In sommige uitvoeringsvormen kan de voorbekleding worden geëxtrudeerd, die bij het hard worden, verharden, uitharden of polymeriseren de elastische bekleding kan vormen. De elastische bekleding kan direct op het elastische kerngaren worden aangebracht door middel van dompelbekleden. Bij dompelbekleden kan het elastische kerngaren door een bad van vloeibare voorbekleding worden gehaald. De vloeibare voorbekleding kan water of een oplosmiddel omvatten, zoals een organisch oplosmiddel of plastisolproces. Bij dompelbekleding kunnen minder scheurkrachten op de elastische kerngarens nodig zijn dan bij bijvoorbeeld extrusie.
De verhouding van de dikte van de bekleding ten opzichte van de dikte van het kerngaren kan ten minste 1/100 tot ten hoogste 100/100, met meer voorkeur ten minste 5/100 tot ten hoogste 75/100, met nog meer voorkeur ten minste 7/100 tot ten hoogste 50/100, met nog meer voorkeur ten minste 10/10 tot ten hoogste 25/10, en met de meeste voorkeur ten minste 13/100 tot ten hoogste 17/100 zijn.
Het elastische kerngaren kan ten minste 90,0 gew.% elastomeer of siliconenrubber, bij voorkeur ten minste 95,0 gew.%, met meer voorkeur ten minste 99,0 gew.%, met nog meer voorkeur ten minste 99,9 gew.% omvatten. In een bijzondere uitvoeringsvorm bestaat het elastische kerngaren uit zuiver elastomeer of siliconenrubber.
De elastische huls, bij voorkeur bekleding, kan ten minste 90,0 gew.% modacrylvezel omvatten, bij voorkeur ten minste 95,0 gew.%, met meer voorkeur ten minste 99,0 gew.%, met nog meer voorkeur ten minste 99,9 gew.%. In een bijzondere uitvoeringsvorm bestaat de elastische huls, bij voorkeur bekleding, uit modacrylvezels (bijvoorbeeld Kanecaron) . Modacrylvezels omvatten in het algemeen acrylvezels, die 35-85 procent acrylonitril bevatten. Het belangrijkste voordeel van modacrylvezels (Kanecaron) zijn hun brandvertragende eigenschappen; de vezels zijn zelfdovend. Zodra de warmtebron is verwijderd, is het zuurstofniveau dat nodig is om de vezels te laten branden groter dan de atmosferische zuurstofconcentratie.
De lineaire dichtheid van de elastische huls, bij voorkeur bekleding, gemaakt van modacrylvezel kan variëren van ten minste 8 tot 40 Ne (14-65 Nm). Bij voorkeur 12 tot 24 Ne (20-40 Nm).
De elastische huls, bij voorkeur bekleding, kan ten minste 60%, bij voorkeur ten minste 70%, met meer voorkeur ten minste 75%, met nog meer voorkeur ten minste 90%, met nog meer voorkeur ten minste 95% en met de meeste voorkeur 100% van de totale hoeveelheid UV- vertrager in het elastische kettinggaren omvatten.
Dienovereenkomstig kan het elastische kerngaren minder of geen UV-vertrager omvatten. Door het opnemen van de UV-vertragende bescherming in de huls, bij voorkeur bekleding, kan de elastische kern worden ontworpen voor het verkrijgen van optimale mechanische eigenschappen, voor wat betreft rek, duurzaamheid, betrouwbaarheid en consistentie. Het is ook gunstig dat het elastische kerngaren minder tot geen UV-vertragers omvat, aangezien de aanwezigheid van kenmerkende UV- vertragende materialen de mechanische eigenschappen van het kerngaren kan negatief beïnvloeden. Als zodanig kan vaak meer elastisch materiaal worden gebruikt in het elastische kerngaren. Bij voorkeur behoudt het schermweefsel zijn belangrijkste eigenschappen na blootstelling aan Xenon-licht in aanwezigheid van vocht volgens ISP 4892-2:2013 om verweringseffecten te reproduceren.
De elastische huls, bij voorkeur bekleding, kan ten minste 60%, bij voorkeur ten minste 70%, met meer voorkeur ten minste 75%, met nog meer voorkeur ten minste 90%, met nog meer voorkeur ten minste 95% en met de meeste voorkeur 100% van de totale hoeveelheid brandvertrager in het elastische kettinggaren omvatten. Dienovereenkomstig kan het elastische kerngaren minder of geen brandvertrager omvatten. Door het opnemen van de brandvertragende bescherming in de huls, bij voorkeur bekleding, kan de elastische kern worden ontworpen voor het verkrijgen van optimale mechanische eigenschappen, voor wat betreft rek, duurzaamheid, betrouwbaarheid en consistentie. Het is ook gunstig dat het elastische kerngaren minder tot geen brandvertrager omvat, aangezien de aanwezigheid van kenmerkende brandvertragende materialen de mechanische eigenschappen van het kerngaren kan negatief beïnvloeden. Als zodanig kan vaak meer elastisch materiaal worden gebruikt in het elastische kerngaren. Bij voorkeur voldoet het schermweefsel aan de vereisten voor M1- of M2-classificatie volgens NF P 92-503-507. In sommige uitvoeringsvormen omvat de elastische bekleding ten minste 60%, bij voorkeur ten minste 70%, met meer voorkeur ten minste 75%, met nog meer voorkeur ten minste 90%, met nog meer voorkeur ten minste 95% en met de meeste voorkeur 100% van de totale hoeveelheid kleurstof in het elastische kettinggaren. Ook hier is het opnieuw gunstig dat het elastische kerngaren geen grote hoeveelheid kleurstof omvat.
Het kan ook de totale hoeveelheid benodigde kleurstof verminderen, omdat het elastische kerngaren bij voorkeur niet zichtbaar is in het schermweefsel, daarom is het niet nodig om het elastische kerngaren zelf te kleuren.
Het onelastische inslaggaren kan ten minste 90,0 gew.% glasvezelkern, bij voorkeur ten minste 95,0 gew.%, met meer voorkeur ten minste 99,0 gew.%, met nog meer voorkeur ten minste 99,9 gew.% omvatten.
In een bijzondere uitvoeringsvorm kan het onelastische inslaggaren bestaan uit glasvezelstrengen.
Vergelijkbaar met de beschreven uitvoeringsvormen voor het elastische kettinggaren, kan het onelastische inslaggaren een onelastisch kerngaren omvatten dat is voorzien van een onelastische huls met UV- en/of brandvertragende eigenschappen.
Bij voorkeur omvat het onelastische inslaggaren een onelastisch kerngaren dat is bekleed met een onelastische bekleding met UV- en/of brandvertragende eigenschappen.
Het voordeel van bekleed elastisch garen ten opzichte van omhuld elastisch garen is dat de bekleding gladder kan zijn en ervoor kan zorgen dat minder wrijving optreedt tijdens het weven.
Verder kunnen de beklede garens regelmatiger van vorm zijn, gladder aanvoelen en/of een meer homogene openheidsfactor over het gehele schermweefsel verschaffen.
Het onelastische kerngaren kan ten minste 90,0 gew.% glasvezel, bij voorkeur ten minste 95,0 gew.%, met meer voorkeur ten minste 99,0 gew.%, met nog meer voorkeur ten minste 99,9 gew.% omvatten.
In een bijzondere uitvoeringsvorm kan het onelastische kerngaren bestaan uit glasvezelstrengen.
Naast glasvezels kunnen materialen met vergelijkbare eigenschappen worden gebruikt gekozen uitkunstmatige vezels zoals polyesters en natuurlijke vezels, zoals hennep en vlas.
De lineaire dichtheid van de onelastische kern die is gemaakt van glasvezel kan variëren van ten minste 30 tot ten hoogste 150 Tex. Bij voorkeur 34 tot 65 Tex.
De onelastische huls, bij voorkeur bekleding, kan een materiaal omvatten dat is gekozen uit de volgende lijst: polyvinylchloride (PVC), thermoplastisch polyurethaan (TPU), thermoplastisch olefine (TPO) en/of polymelkzuur (PLA) of gelijkwaardige polymeren. Alle genoemde materialen bieden een hoge UV- en/of brandbestendigheid.
Bij voorkeur omvat de onelastische huls, bij voorkeur bekleding, ten minste 90,0 gew.% polyvinylchloride (PVC), bij voorkeur ten minste 95,0 gew.%, met meer voorkeur ten minste 99,0 gew.%, met nog meer voorkeur ten minste 99,9 gew.%. In een bijzondere uitvoeringsvorm bestaat de elastische huls, bij voorkeur bekleding, uit polyvinylchloride (PVC).
De onelastische bekleding kan door middel van extrusie op het onelastische kerngaren worden aangebracht. Dit kan een hoge hechting tussen de onelastische bekleding en het onelastische kerngaren verschaffen. In sommige uitvoeringsvormen kan de voorbekleding worden geëxtrudeerd, die bij het hard worden, verharden, uitharden of polymeriseren de onelastische bekleding kan vormen. De onelastische bekleding kan direct op het onelastische kerngaren worden aangebracht door middel van dompelbekleden. Bij dompelbekleden kan het onelastische kerngaren door een bad van vloeibare voorbekleding worden gehaald. De vloeibare voorbekleding kan water of een oplosmiddel omvatten, zoals een organisch oplosmiddel of plastisolproces. Bij dompelbekleding kunnen minder scheurkrachten op de elastische kerngarens nodig zijn dan bij bijvoorbeeld extrusie.
De onelastische huls, bij voorkeur bekleding, kan ten minste 60%, bij voorkeur ten minste 70%, met meer voorkeur ten minste 75%, met nog meer voorkeur ten minste 90%, met nog meer voorkeur ten minste 95% en met de meeste voorkeur 100% van de totale hoeveelheid UV- vertrager in het onelastische inslaggaren omvatten. Dienovereenkomstig kan het onelastische kerngaren minder of geen UV-vertrager omvatten. Door het opnemen van de UV-vertragende bescherming in de huls, bij voorkeur bekleding, kan de onelastische kern worden ontworpen voor het verkrijgen van optimale mechanische eigenschappen, voor wat betreft rek, duurzaamheid, betrouwbaarheid en consistentie. Het is ook gunstig dat het onelastische kerngaren minder tot geen UV- vertragers omvat, aangezien de aanwezigheid van kenmerkende UV-vertragende materialen de mechanische eigenschappen van het kerngaren kan negatief beïnvloeden. Als zodanig kan vaak meer onelastisch materiaal worden gebruikt in het onelastische kerngaren. Bij voorkeur behoudt het schermweefsel zijn belangrijkste eigenschappen na blootstelling aan Xenon- licht in aanwezigheid van vocht volgens ISP 4892-2:2013 om verweringseffecten te reproduceren. De onelastische huls, bij voorkeur bekleding, kan ten minste 60%, bij voorkeur ten minste 70%, met meer voorkeur ten minste 75%, met nog meer voorkeur ten minste 90%, met nog meer voorkeur ten minste 95% en met de meeste voorkeur 100% van de totale hoeveelheid brandvertrager in het onelastische kettinggaren omvatten. Dienovereenkomstig kan het onelastische kerngaren minder of geen brandvertragende additieven omvatten. Door het opnemen van de brandvertragende bescherming in de huls, bij voorkeur bekleding, kan de onelastische kern worden ontworpen voor het verkrijgen van optimale mechanische eigenschappen, voor wat betreft rek, duurzaamheid, betrouwbaarheid en consistentie. Het is ook gunstig dat het onelastische kerngaren minder tot geen brandvertragende additieven of inherente FR omvat, aangezien de aanwezigheid van kenmerkende brandvertragende materialen de mechanische eigenschappen van het kerngaren kan negatief beïnvloeden. Als zodanig kan vaak meer onelastisch materiaal worden gebruikt in het onelastische kerngaren.
Bij voorkeur voldoet het schermweefsel aan de vereisten voor M1- of M2-classificatie volgens NF P 92- 503-507.
In sommige uitvoeringsvormen omvat het elastische kerngaren ten minste 90,0 gew.%, bij voorkeur ten minste 95,0 gew.%, met meer voorkeur ten minste 96, 97, 98 of 99,0 gew.%, met nog meer voorkeur ten minste 99,9 gew.% elastomeer of rubber en met de meeste voorkeur bestaat het elastische kerngaren uit elastomeer of rubber.
In een verder aspect verschaft de uitvinding een gebruik van een schermsysteem voor het regelen van de licht-, temperatuur- en/of luchtdoorlatendheid van een oppervlak. Hierboven beschreven uitvoeringsvormen van de schaduwsystemen worden geacht ook uitvoeringsvormen van het gebruik van het schermsysteem te vormen.
In een verder aspect verschaft de uitvinding een gebruik van een schermsysteem voor het regelen van de licht-, temperatuur- en/of luchtdoorlatendheid van een oppervlak. Bij voorkeur wordt het schermdoek gebruikt in een schermsysteem zoals hierboven beschreven. Hierboven beschreven uitvoeringsvormen van de schaduwsystemen worden geacht ook uitvoeringsvormen van het gebruik van het schermsysteem te vormen.
In een verder aspect verschaft de uitvinding een werkwijze voor het regelen van de openheidsfactor (OF) met gebruik van het hier beschreven schermsysteem, waarbij de werkwijze de stappen omvat van: - het monteren van een monteerbaar kozijn over een opening, zoals een raam of dakraam; - het bevestigen van een hier beschreven schermdoek aan het kozijn; in het bijzonder door het bevestigen van één uiteinde van het schermdoek aan een doekrol, het tegenovergestelde uiteinde aan een basisplaat en de zijkanten aan tegenover elkaar ingerichte geleiderails; - het omlaag trekken van het schermdoek tot de laagste OF is bereikt; - optioneel; het aanpassen van de OF door het uitrekken of ontspannen van het schermdoek; bij voorkeur door het op- of afrollen van de doekrol.
Het aanpassen van de OF kan geautomatiseerd worden op basis van licht- en/of T°-sensorgegevens; de werkwijze kan daarbij verder de stappen omvatten van het ontvangen van gegevens van een licht- en/of T°- sensor, het berekenen van de huidige OF op basis van de ontvangen licht- en/of T°-sensorgegevens, het instellen van de huidige OF-waarde als een doel-0F, het na vooraf ingestelde tijdsintervallen bepalen van de nieuwe huidige OF, en als een verschil in OF wordt vastgesteld, het aanpassen van de OF door het uitrekken of ontspannen van het schermdoek totdat de doel-O0F is bereikt. Het aanpassen van de OF kan worden geautomatiseerd op basis van gebruikersinvoergegevens; de werkwijze kan daarbij verder de stappen omvatten van het ontvangen van invoergegevens van een gebruiker, waarbij de gegevens een doel-0F bevatten, het berekenen van de huidige OF op basis van de ontvangen licht- en/of T°- sensorgegevens, en het aanpassen aanpassen van de OF door het uitrekken of ontspannen van het schermdoek totdat de doel-OF is bereikt.
VOORBEELDEN Om de eigenschappen, voordelen en kenmerken van de onderhavige uitvinding beter te illustreren, worden enkele voorkeursuitvoeringsvormen beschreven als voorbeelden met verwijzing naar de figuren. De voorbeelden en figuren zijn slechts opgenomen ter illustratie van bepaalde aspecten en uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding en zijn niet bedoeld om de onderhavige uitvinding te beperken. Voorbeeld 1: Schermsysteem Voorbeeld 1 wordt beschreven met verwijzing naar figuur 1A, dat een vooraanzicht in perspectief is van een schermsysteem (100) volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding. Het schermsysteem (100) heeft een monteerbaar kozijn, dat een doekrol (110), een paar tegenover elkaar ingerichte geleiderails (150) en een basisplaat (rail) (130) omvat. Het kozijn kan in een opening in een muur worden gemonteerd, zoals een raam of dakraam. In het kozijn (100) is een schermdoek (200) ingericht, met één uiteinde van het schermdoek (200) bevestigd aan de doekrol (110), het andere uiteinde aan de basisplaat (130) en de zijkanten ervan aan de geleiderails (150). De positie van de basisplaat kan worden vastgezet door middel van een blokkeerelement (140). De samenstelling van het schermdoek (200) wordt in de volgende voorbeelden uitgebreider besproken.
Het schermdoek (200) is voorzien van twee elastische stroken (300) aan elke zijkant van het schermdoek (200). Elke elastische strook (300) is voorzien van een rits (350), die in een geleiderail (150) kan worden ingebracht. De ingebrachte strook wordt getoond in figuur 1B, die een dwarsdoorsnede is van een geleiderail (150). In het bijzonder wordt getoond dat de rits (350) van de elastische strook (300) wordt vastgehouden of vastgeklemd in de geleiderail (150) door een vernauwde opening. De rits (350) zou bijvoorbeeld door de onder- of bovenkant van de geleiderail (150) kunnen worden ingebracht, die een relatief grotere opening heeft, en vervolgens omhoog worden geschoven door de geleiderail (150). De elastische strook (300) is bedekt door een dekplaat (155), die zich zijwaarts van de geleiderail (150) uitstrekt.
De elastische strook (300) wordt meer gedetailleerd getoond in figuur 11. In het bijzonder wordt getoond hoe het schermdoek (200) in de elastische strook (300) wordt ingebracht en daaraan wordt bevestigd. De bevestiging kan worden bereikt door middel van kruissteken, zoals weergegeven in figuur 12A. Figuur 12B en 12C tonen de elastische strook in verschillende aanzichten. Verder wordt de rits (350) getoond in figuur 13. De rits (350) kan door een extrusiewerkwijze met de elastische strook zijn verbonden.
De doekrol (110) kan het bevestigde schermdoek (200) uitrekken door in de (lengte-) kettingrichting van het schermdoek (200) op te rollen. Door het uitrekken van het schermdoek (200) wordt het weefpatroon losser, waardoor openingen in het schermdoek (200) ontstaan en meer licht door het schermdoek (200) kan passeren. Dit verhoogt de openheidsfactor van het schermdoek (200). Voor verdere verduidelijking wordt verwezen naar figuren 2A en 2B.
Figuur 2A toont een ontspannen schermdoek met een openheidsfactor van 1%, waardoor het grootste deel van het licht wordt geblokkeerd. Figuur 2B toont een uitgerekt schermdoek met een openheidsfactor van 15%, waardoor er wat licht doorheen passeert.
Voorbeeld 2: Schermdoek Voorbeeld 2 wordt beschreven onder verwijzing naar figuur 4 tot 10, die verschillende voorbeelduitvoeringsvormen van het schermdoek (200) tonen.
In figuur 4 wordt een eerste voorbeelduitvoeringsvorm van een 2-dimensionale weefketting weergegeven, waarin een enkel elastisch kettinggaren (220) wordt afgewisseld met een enkel onelastisch inslaggaren (240).
Het weefpatroon volgt een 1/P-patroon. (P = PVC- inslag) In figuur 5 wordt een tweede voorbeelduitvoeringsvorm van een weefketting weergegeven, waarin een enkel elastisch kettinggaren (220) wordt afgewisseld met twee onelastische inslaggarens (240).
Het weefpatroon volgt een 2/P-P-patroon. (P = PVC- inslag)
In figuur 6 wordt een derde voorbeelduitvoeringsvorm van een weefketting weergegeven, waarin een enkel elastisch kettinggaren (220) wordt afgewisseld met drie onelastische inslaggarens (240).
Het weefpatroon volgt een 3/P-P P-patroon. (P = PVC-inslag) In figuur 7 wordt een vierde voorbeelduitvoeringsvorm van een weefketting weergegeven, waarin een enkel elastisch kettinggaren (220) wordt afgewisseld met twee onelastische inslaggarens (240).
Het weefpatroon volgt een 1/P-A-patroon. (P = PVC- inslag; A = acrylinslag) In figuur 8 wordt een vijfde voorbeelduitvoeringsvorm van een weefketting weergegeven, waarin een enkel elastisch kettinggaren (220) wordt afgewisseld met drie onelastische inslaggarens (240).
Het weefpatroon volgt een 3/P-A P-patroon. (P = PVC-inslag; A = acrylinslag) In figuur 9 wordt een zesde voorbeelduitvoeringsvorm van een weefketting weergegeven, waarin een enkel elastisch kettinggaren (220) wordt afgewisseld met drie onelastische inslaggarens (240).
Het weefpatroon volgt een 3/ A-P A-patroon. (P = PVC-inslag; A = acrylinslag) In figuur 10 A wordt een voorbeelduitvoeringsvorm weergegeven met enkele variaties op de weefstructuren.
In figuur 10 B wordt een voorbeelduitvoeringsvorm van een 3-dimensionale weefketting weergegeven, waarin een enkel elastisch kettinggaren (235) en een enkele onelastische ketting (225) wordt afgewisseld met een enkel onelastisch inslaggaren (230). Voorbeeld 3: het weven van het schermweefsel Voorbeeld 3 wordt beschreven met verwijzing naar figuur 14 tot 16, die verschillende voorbeelduitvoeringsvormen tonen van de weefinrichtingen (500) die zijn geconfigureerd voor het produceren van een schermdoek (200) volgens de onderhavige uitvinding.
In figuur 14 wordt een voorbeeldweefwerkwijze (500) voor het produceren van een 2D-geweven schermweefsel getoond, zoals bekend in de techniek.
De weefinrichting moet worden aangepast met extra apparatuur om de spanningsregelmatigheid van de ketting te regelen.
In figuur 15 wordt een eerste voorbeeldweefwerkwijze (510) voor het produceren van een 3D-geweven schermweefsel getoond, waarbij de kettinggarens uit twee kettingbomen worden getrokken, een elastische ketting en onelastische ketting met afzonderlijke spanningsdetectie en afwikkelsnelheden.
Als gevolg van verschil in verbruik van garenlengte tussen de elastische ketting en de onelastische ketting bij het produceren van het 3D- geweven schermweefsel, moet de weefinrichting worden aangepast met extra apparatuur voor het regelen van de lengte van de kettingen en de spanningsregelmatigheid van de kettingen.
In figuur 16 wordt een tweede voorbeeldweefwerkwijze (520) voor het produceren van een 3D geweven schermweefsel getoond, waarbij een eerste onelastisch kettinggaren uit een kettingboom wordt getrokken en de andere elastische kettinggarens uit een klossenspoelenrek worden getrokken. Als gevolg van verschil in verbruik van garenlengte tussen de elastische ketting en de onelastische ketting bij het produceren van het 3D- geweven schermweefsel, moet de weefinrichting worden aangepast met extra apparatuur voor het regelen van de lengte van de ketting en de spanningsregelmatigheid van de ketting.
In figuur 17 wordt een voorbeeld van een bedieningsschema van het schermsysteem weergegeven, de regeling en bediening van het schermsysteem kunnen zowel handmatig als automatisch worden uitgevoerd, zoals via een draad of draadloos.

Claims (15)

CONCLUSIES
1. Schermsysteem (100) met regelbare licht- en/of luchtdoorlatendheid, omvattende: - een monteerbaar kozijn dat een doekrol (110), een paar tegenover elkaar ingerichte geleiderails (150) en een basisplaat (130) omvat; - een rekbaar schermdoek (200), gemaakt van geweven of gebreid schermweefsel dat elastisch is in de kettingrichting en onelastisch in de inslagrichting, zodat bij het uitrekken van het schernweefsel in de kettingrichting van het weefsel openingen in het schermdoek (200) ontstaan, waarvan de grootte kan worden geregeld afhankelijk van de mate van uitrekking, waardoor regelbaar licht- en/of luchtdoorlatendheid mogelijk is; - waarbij elke zijkant van het schermdoek die in de kettingrichting van het weefsel loopt, is voorzien van een elastische strook (300) die ten minste in de kettingrichting van het weefsel rekbaar is; en - waarbij het schermdoek (200) in de kettingrichting van het schermweefsel in het kozijn (100) is ingericht met één uiteinde van het schermdoek (200) aan de doekrol (110), het andere uiteinde aan de basisplaat (130) en de elastische stroken (300) aan de geleiderails (150) bevestigd.
2. Regelbaar schermsysteem (100) volgens conclusie 1, waarbij het schermsysteem een licht- en/of T°-sensor omvat, die werkzaam is verbonden met de doekrol, waarbij de doekrol is geconfigureerd voor het uitrekken van het schermdoek in reactie op gegevens die worden ontvangen van de regeleenheid die wordt geregeld met respectievelijk de licht- en temperatuurparameters van de lichtsensoren en de temperatuursensoren.
3. Regelbaar schermsysteem (100) volgens conclusie 1 of 2, waarbij het schermsysteem een gebruikersinvoereenheid omvat, die het invoeren van een verlichtingswaarde en/of openheidsfactor mogelijk maakt, waarbij de doekrol is geconfigureerd voor het bereiken en bij voorkeur handhaven van een door een gebruiker ingevoerde verlichtingswaarde en/of openheidsfactor; bij voorkeur in reactie op gegevens die worden ontvangen van de lichtsensoren en de temperatuursensoren.
4. Regelbaar schermsysteem (100) volgens één van de conclusies 1 tot 3, waarbij de elastische strook (300) is voorzien van een rits (350), die kan worden ingebracht in een geleiderail (150) voor bevestiging daaraan; waarbij bij voorkeur de rits (350) op de elastische strook (300) is geëxtrudeerd.
5. Regelbaar schermsysteem (100) volgens één van de conclusies 1 tot 4, waarbij de geleiderail (150) een dekplaat (155) omvat, die over de elastische strook (300) van het schermdoek (200) is geplaatst.
6. Schermdoek (200) met regelbare licht- en/of luchtdoorlatendheid, waarbij het schermdoek is gemaakt van geweven of gebreid schermweefsel dat elastisch kettinggaren (220) en onelastisch inslaggaren (240) omvat, zodat bij het uitrekken van het kettinggaren in de kettingrichting van het weefsel openingen in het schermweefsel ontstaan, waarvan de grootte kan worden geregeld afhankelijk van de mate van uitrekking,
waardoor regelbare licht- en/of luchtdoorlatendheid mogelijk is; en waarbij elke zijkant van het schermdoek die in de kettingrichting van het weefsel loopt, is voorzien van een elastische strook (300) die ten minste in de kettingrichting van het weefsel rekbaar is. 7, Schermdoek (200) volgens conclusie 6, waarbij het elastische kettinggaren (220) een elastisch kerngaren omvat, dat is voorzien van een elastische bekleding met UV- en/of brandvertragende eigenschappen; en/of het onelastische inslaggaren (240) een onelastisch kerngaren omvat, dat is voorzien van een onelastische bekleding met UV- en/of brandvertragende eigenschappen.
8. Schermdoek (200) volgens één van de conclusies 6 of 7, waarbij het elastische kettinggaren (220) en/of het elastische kerngaren ten minste 90,0 gew. % elastomeer of siliconenrubber omvat, bij voorkeur ten minste 95,0 gew.%, met meer voorkeur ten minste 99,0 gew.%, met nog meer voorkeur ten minste 99,9 gew.%, en met de meeste voorkeur bestaat de elastische kern uit een elastomeer of siliconenrubber.
9. Schermdoek (200) volgens conclusie 8, waarbij het elastomeer of rubber is gekozen uit de lijst omvattende ethyleenpropyleen-dieenmonomeerrubber (EPDM-rubber), epichloorhydrine-rubber (ECO), polyether- polyureumcopolymeer, b.v. elastaan, lycra of spandex, isopreenrubber (IR), polychloropreen, isopreen- butylrubber (IIR), polyurethaan (PUR), natuurlijk rubber, styreen-butadieenrubber (SBR), chloorsulfon- polyethyleen (CSM) of siloxaan of vergelijkbare polymeren.
10. Schermdoek (200) volgens één van de conclusies 7 tot 9, waarbij de elastische bedekking ten minste 90,0 gew.% modacrylvezel omvat, bij voorkeur ten minste 95,0 gew.%, met meer voorkeur ten minste 99,0 gew.%, met nog meer voorkeur ten minste 99,9 gew.% modacrylvezel, en met de meeste voorkeur bestaat de elastische bedekking uit modacrylvezel of garen met vergelijkbare specificaties.
11. Schermdoek (200) volgens één van de conclusies 6 tot 10, waarbij het onelastische inslaggaren (220) en/of het onelastische kerngaren ten minste 90,0 gew.% glasvezel omvat, bij voorkeur ten minste 95,0 gew.%, met meer voorkeur ten minste 99,0 gew.%, met nog meer voorkeur ten minste 99,9 gew.%, en met de meeste voorkeur bestaat de elastische kern uit glasvezelstrengen of kern met vergelijkbare specificaties.
12. Schermdoek (200) volgens één van de conclusies 7 tot 11, waarbij de onelastische bekleding ten minste 90,0 gew.% polyvinylchloride (PVC) omvat, bij voorkeur ten minste 95,0 gew.%, met meer voorkeur ten minste 99,0 gew.%, met nog meer voorkeur ten minste 99,9 gew.% PVC, en met de meeste voorkeur bestaat de elastische bekleding uit PVC of een vergelijkbaar polymeer.
13. Schermdoek (200) volgens één van de conclusies 7 tot 12, waarbij het schermweefsel een 3-dimensionaal (3D-) weefsel is dat onelastische inslaggarens, onelastische kettinggarens en elastische kettinggarens omvat.
14. Werkwijze voor het regelen van de openheidsfactor (OF) van het schermsysteem volgens één van de conclusies 1 tot 12, waarbij de werkwijze de stappen omvat van: - het monteren van een monteerbaar kozijn over een opening, zoals een raam of dakraam; - het bevestigen van een schermdoek (200) aan het kozijn; in het bijzonder door één uiteinde van het schermdoek aan een doekrol (110), het tegenovergestelde uiteinde aan een basisplaat (130) en de zijkanten aan tegenover elkaar ingerichte geleiderails (150) te bevestigen; - het omlaag trekken van het schermdoek (200) totdat een gewenste OF is bereikt; - optioneel; het aanpassen van de OF door het uitrekken of ontspannen van het schermdoek (200); bij voorkeur door het op- of afrollen van de doekrol (110).
15. Gebruik van het schermsysteem volgens één van de conclusies 1 tot 5 of het schermdoek volgens één van de conclusies 6 tot 13 voor het regelen van de licht- en/of luchtdoorlatendheid van een opening, zoals een raam of dakraam.
BE20195950A 2019-12-20 2019-12-20 Verduisteringssysteem en scherm daarvoor BE1027899B1 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20195950A BE1027899B1 (nl) 2019-12-20 2019-12-20 Verduisteringssysteem en scherm daarvoor

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20195950A BE1027899B1 (nl) 2019-12-20 2019-12-20 Verduisteringssysteem en scherm daarvoor

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1027899A1 BE1027899A1 (nl) 2021-07-13
BE1027899B1 true BE1027899B1 (nl) 2021-07-26

Family

ID=69844315

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE20195950A BE1027899B1 (nl) 2019-12-20 2019-12-20 Verduisteringssysteem en scherm daarvoor

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1027899B1 (nl)

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE10202866A1 (de) * 2002-01-24 2003-08-07 Gvw Raumdecor Gmbh Materialbahn
EP2576879A1 (de) * 2010-05-31 2013-04-10 Penn Textile Solutions GmbH Beschattungssystem
EP2847411A1 (fr) * 2012-07-01 2015-03-18 Somfy SAS Procede de commande d'un ecran extensible elastique a taux d'ouverture variable et dispositif de commande adapte
US20150247267A1 (en) * 2014-03-03 2015-09-03 Comfortex Window Fashions Variable transparency fabric, window shade including same and related method
EP3351719A1 (en) * 2017-01-20 2018-07-25 VKR Holding A/S Screening arrangement with extensible screen and method for providing variable screening of a window
EP3385493A1 (en) * 2017-04-06 2018-10-10 VKR Holding A/S Screening arrangement with extensible screen and method for providing variable screening of a window

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE10202866A1 (de) * 2002-01-24 2003-08-07 Gvw Raumdecor Gmbh Materialbahn
EP2576879A1 (de) * 2010-05-31 2013-04-10 Penn Textile Solutions GmbH Beschattungssystem
EP2847411A1 (fr) * 2012-07-01 2015-03-18 Somfy SAS Procede de commande d'un ecran extensible elastique a taux d'ouverture variable et dispositif de commande adapte
US20150247267A1 (en) * 2014-03-03 2015-09-03 Comfortex Window Fashions Variable transparency fabric, window shade including same and related method
EP3351719A1 (en) * 2017-01-20 2018-07-25 VKR Holding A/S Screening arrangement with extensible screen and method for providing variable screening of a window
EP3385493A1 (en) * 2017-04-06 2018-10-10 VKR Holding A/S Screening arrangement with extensible screen and method for providing variable screening of a window

Also Published As

Publication number Publication date
BE1027899A1 (nl) 2021-07-13

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US8950462B2 (en) Blind of united blind by weaving
JP4074884B1 (ja) 光透過性シート材及びその製造方法
US20150247267A1 (en) Variable transparency fabric, window shade including same and related method
KR101669016B1 (ko) 블라인드용 커튼지 제조방법 및 커튼지 직물구조
CN2856371Y (zh) 由织物制成的百叶窗片
WO2019216594A1 (ko) 커튼 일체형 버티컬 블라인드
KR101009180B1 (ko) 블라인드에 적용되는 커튼지에서 직물부와 스트링의 고정 구조를 위한 제직 방법 및 그 제직 방법으로 제직된 고정 구조
CA3053849A1 (en) Fabric panels, sheer fabrics, and covering for architectural features, and related systems
US10047460B2 (en) Textile fabrics with color effect
BE1027899B1 (nl) Verduisteringssysteem en scherm daarvoor
KR20160016294A (ko) 블라인드 직물지
KR101007748B1 (ko) 양면 망사부와 차광부를 가지는 블라인드지 및 블라인드지 제직방법
WO2018080016A1 (ko) 커튼식 버티컬 블라인드
KR100919112B1 (ko) 직물블라인드용 3단원단 직조방법 및 그 직조기
KR20120104131A (ko) 개폐종방실 작동이 가능한 차양부 양면지를 갖는 입체 커튼지
US20210355612A1 (en) Fabric, in particular for use as a privacy or anti-glare protection, and method for producing a fabric according to the invention
KR101865411B1 (ko) 입체 커튼지 및 이를 구비한 창문 차단장치
KR101253526B1 (ko) 블라인드 커튼 기능을 가지는 롤 커튼용 커튼지 및 그 제조방법
CA2748482A1 (en) Insect protection fabric
US20050121149A1 (en) Window blinds slat structure
KR102014698B1 (ko) 블라인드용 직물지의 제직방법
CA2019311A1 (en) Textile sheet material formed with flame-resistant polyester monofilaments
JP2000274165A (ja) 横型ブラインドのラダーコード及び横型ブラインドのスラット角度調節装置
KR20150021858A (ko) Pvc코팅된 모노필라멘트사를 이용한 망 및 그 제조방법
CN213704830U (zh) 一种全遮光型窗帘面料

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20210726

MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20211231