BE1025213A1 - Werkwijze en Systeem voor het valideren van een alarmsituatie - Google Patents

Abstract

De werkwijze voor het valideren van een alarmsituatie in een woning omvat : - vaststellen door een rekeneenheid van een alarmsituatie op basis van gegevens ontvangen vanuit genoemde woning voorzien een sensornetwork omvattende een of meerdere sensoren en een central eenheid, - doorsturen door de rekeneenheid van een boodschap naar een zorgverstrekker dat een alarmsituatie zich voordoet bij de bewoner, - uitsturen van een notificatiesignaal door de rekeneenheid naar de centrale eenheid, - bij ontvangst van het notificatiesignaal in de centrale eenheid, aanschakelen van een mode van verhoogde waakzaamheid, waarbij een oproep van de een of meer zorgverstrekkers wordt voorbereid in de centrale eenheid door het beschikbaar maken van een audiofunctie in een of meer sensoren van het sensornetwerk, - valideren van de alarmsituatie door tot stand brengen van gesprek tussen een van de zorgverstrekkers en de bewoner via de minstens ene sensor.

Description

Werkwijze en Systeem voor het valideren van een alarmsituatie

Gebied van de uitvinding [0001] De onderhavige uitvinding heeft betrekking op het vakgebied van draadloze signaleringssystemen, meer bepaald voor het monitoren van één of meerdere personen in een woning. Meer in het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op het reageren na het signaleren van een alarmsituatie.

Achtergrond van de uitvinding [0002] Persoonlijke alarmsystemen zijn systemen die kwetsbare personen surveilleren om bepaalde situaties of acties op te sporen, zoals mogelijke valpartijen, opvallend gedrag of het indrukken van een alarmknop. Ze zijn op grote schaal in gebruik om kwetsbare personen (bv. ouderen) langer veilig thuis of in een serviceflat te laten wonen. Waarschuwingen worden doorgestuurd naar een bemande meldkamer die wordt verondersteld de situatie nader te onderzoeken en nodige acties te ondernemen.

[0003] Om valse alarmen te kunnen uitsluiten en om de specifieke behoefte aan hulp te kunnen bepalen, wordt een validatie uitgevoerd. Dit kan door middel van luister- en spraakinteractie met de kwetsbare persoon. In de huidige systemen worden daartoe de klassieke telefoon- of VolP-lijnen gebruikt. Hierop wordt een beroep gedaan in geval een feitelijk alarm op de locatie van de kwetsbare personen wordt vastgesteld/optreedt. Met andere woorden: het persoonlijke alarmsysteem brengt de oproep aan de meldkamer tot stand en de meldkamer beëindigt het gesprek. Om een tweede oproep uit te voeren na een geslaagde hulpactie moet een andere procedure gevolgd worden om de meldkamer op te bellen vanuit de plaats van de kwetsbare persoon. In de praktijk gebeurt dit nu middels een timer die automatisch de meldkamer opnieuw opbelt, bijv. 30 minuten na de gebeurtenis die het alarm heeft veroorzaakt. Deze timer moet gereset worden door handmatig een specifieke knop in te drukken ter plaatse bij de persoon.

[0004] De luister/spraakinteractie met de kwetsbare persoon is bedoeld om het alarm te valideren (en valse meldingen uit te filteren) en om de specifieke noden en de hoogdringendheid van de oproep te bepalen. Het stelt de persoon ook gerust dat er effectief hulp onderweg is. De luister/spraakinteractie kan bijvoorbeeld uitgevoerd worden met een personenalarmtoestel als de Bosch CRS-H61-EU. Dit toestel wordt op een plek geplaatst in het huis van de persoon en staat in verbinding met de telefoonlijn. Gewoonlijk is dit niet nabij de

BE2017/5354 plaats waar de persoon is gevallen of in geval van nood vertoeft, met als gevolg dat de kwetsbare persoon niet effectief kan deelnemen aan het telefoongesprek. Als een alternatief kan een standaardtelefoon of mobiele telefoon van de persoon gebruikt worden. Deze ligt of staat mogelijk op een plaats dichter bij de plaats van de val, maar moet kunnen opgenomen worden door de kwetsbare persoon, omdat deze oproep altijd vertrekt vanuit de meldkamer. [0005] Draadloze netwerksystemen, bv. draadloze communicatiesystemen of draadloze sensorsystemen, waarbij een veelheid van zendeenheden gegevens versturen naar één of meerdere ontvangereenheden door middel van draadloze signalen, zijn gekend in de stand der techniek.

[0006] Deze netwerksystemen kunnen voorkomen in allerlei configuraties. Bekend zijn onder meer sternetwerken, waarbij iedere zendeenheid rechtstreeks communiceert met één enkele ontvangsteenheid, die in de vakliteratuur vaak als centrale eenheid wordt aangeduid, en maasnetwerken ('mesh networks') waarbij sommige van de zendeenheden tevens fungeren als ontvangers en signalen kunnen doorgeven.

[0007] Een draadloos netwerksysteem is één van de mogelijke implementaties van het sensornetwerk beschreven in DE10 2014 100 642. Dit document beschrijft een systeem bestaande uit een veelheid van sensoren voor het detecteren van akoestische en/of optische signalen. De sensoren hebben zowel luidspreker- als microfoonfunctionaliteit. Een centrale eenheid, uitgevoerd als een centrale bus verbonden met een sensorbus, ontvangt en verwerkt de signalen afkomstig van de sensoren. De centrale bus kan direct verbonden zijn met sensoren. Elke 'busdeelnemer' is verbonden met de sensorbus en zo met de sensoren. De centrale bus en de busdeelnemer omvatten een actuator die wordt gebruikt voor het uitvoeren van akoestische, optische of elektrische signalen.

[0008] Door het voorzien van sensoren via dewelke audiocommunicatie kan tot stand komen, wordt het bovenstaand probleem opgelost dat de kwetsbare persoon in geval van nood, bijvoorbeeld door een val, niet tot bij een telefoontoestel kan geraken om de noodsituatie te melden. De luister/spreekfunctie in de sensor verhoogt op deze wijze de fysieke veiligheid van de kwetsbare persoon.

[0009] De oplossing bekendgemaakt in DE10 2014 100 642 heeft evenwel enkele belangrijke nadelen. Het voorgestelde systeem verbruikt veel vermogen doordat de sensoren met microfoonfunctie voortdurend aan staan en omdat er tijdens de verwerking heel wat rekenintensieve taken moeten uitgevoerd worden om de binnenkomende sensorsignalen te verwerken. Die verwerking kan in sommige uitvoeringen zelfs gedeeltelijk al in de sensoren

BE2017/5354 gebeuren, zo wordt gesteld, omdat zo de hoeveelheid data die over de bus dient getransporteerd te worden, kleiner wordt.

[0010] Door de statistische verwerking van de sensorsignalen is het in het voorgestelde systeem nodig dat de ontvangen sensorsignalen (inclusief de akoestische signalen) tijdsynchroon naar de centrale eenheid doorgestuurd worden. Er wordt benadrukt dat een strikte tijdsynchroniciteit van de microfoonsignalen cruciaal is voor de goede werking van het systeem. Het mag duidelijk zijn dat dit enkel kan ten koste van een groter vermogenverbruik.

[0011] Bijgevolg is er nood aan een vermogen-efficiënt systeem waarin een of meer van de genoemde nadelen wordt vermeden of opgelost en waarin de privacy van de gemonitorde persoon te allen tijde gerespecteerd blijft.

Samenvatting van de uitvinding [0012] Het is een doel van uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding om een personenalarmsysteem voor te stellen dat in staat is om op een energie-efficiënte manier een verificatie van een gegenereerd alarm uit te voeren. Het is eveneens een doel van uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding om een werkwijze voor te stellen om zo'n verificatie uit te voeren.

[0013] Het bovenstaande doel wordt verwezenlijkt door een werkwijze en systeem zoals hieronder beschreven.

[0014] In een eerste aspect heeft de uitvinding betrekking op een werkwijze voor het vanop afstand valideren van een alarmsituatie bij een persoon in een woning. De werkwijze omvat de stappen van

- vaststellen door een server/rekeneenheid van een alarmsituatie op basis van gegevens ontvangen vanuit de woning voorzien een sensornetwork omvattende een of meerdere sensoren en een centrale eenheid,

- doorsturen door de server/rekeneenheid van een verwittiging naar een of meer zorgverstrekkers dat een alarmsituatie zich voordoet bij de persoon,

- uitsturen van een notificatiesignaal door de server/rekeneenheid naar de centrale eenheid,

- bij ontvangst van dat notificatiesignaal in de centrale eenheid, aanschakelen van een mode van verhoogde waakzaamheid, waarbij een oproep van de een of meer zorgverstrekkers wordt voorbereid in de centrale eenheid door het beschikbaar maken van een audiofunctie in een of meer sensoren van het sensornetwerk,

BE2017/5354

- valideren van de alarmsituatie door het tot stand brengen van een gesprek tussen genoemde een van de zorgverstrekkers en de persoon via genoemde een of meer sensoren.

[0015] Met de voorgestelde werkwijze wordt het inderdaad mogelijk om op een ethische en zeer energie-efficiënte manier het gegenereerde alarm te valideren. Doordat de centrale eenheid pas bij ontvangst van een notificatiesignaal het audiogedeelte van het signaleringssysteem aanschakelt, blijft het verbruik beperkt. Bovendien is het in de voorgestelde aanpak mogelijk om gericht slechts een of enkele sensoren van het sensornetwerk te activeren voor audiofunctionaliteit.

[0016] In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat de werkwijze verder een stap waarin aan de een of meer zorgverstrekkers wordt meegedeeld dat de mode van verhoogde waakzaamheid is aangeschakeld.

[0017] In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat de werkwijze verder een stap waarin, nadat het gesprek tussen de een van de zorgverstrekkers en de kwetsbare persoon is afgesloten, wordt teruggekeerd naar de mode van verhoogde waakzaamheid.

[0018] In een uitvoeringsvorm wordt bij het aanschakelen van de alarmmode een audioversterker in de centrale eenheid aangeschakeld.

[0019] In een andere uitvoeringsvorm gebeurt op basis van de ontvangen gegevens een plaatsbepaling van waar de alarmsituatie wordt gemeld. In een voordelige uitvoeringsvorm wordt via die plaatsbepaling de audiofunctie van de meest nabije sensor geactiveerd.

[0020] In een uitvoeringsvorm omvat het aanschakelen van de mode van verhoogde waakzaamheid het verhogen van de frequentie waarmee de connectie tussen de sensoren en de centrale eenheid gecontroleerd wordt.

[0021] In een verdere uitvoeringsvorm brandt tijdens het gesprek tussen een van de zorgverstrekkers en de kwetsbare persoon een licht in de een of meer sensoren waarlangs het gesprek verloopt.

[0022] In een ander aspect heeft de uitvinding betrekking op een draadloos signaleringssysteem voor het monitoren van een persoon in een woning. Het systeem bevat een centrale eenheid en een of meerdere sensoren verbonden in een draadloos sensornetwerk, waarbij de centrale eenheid is ingericht om draadloos gegevens te ontvangen die door elk van de sensoren verstuurd worden en om signalen uit te voeren en waarbij de centrale eenheid verder is ingericht om bij ontvangst van een notificatiesignaal in het

BE2017/5354 sensornetwerk een mode van verhoogde waakzaamheid aan te schakelen die toelaat een inkomende telefoonoproep te ontvangen en een audiofunctie van een of meer van de sensoren voor te bereiden en effectief operationeel te maken.

[0023] In een voorkeursuitvoeringsvorm zijn de sensoren in een sternetwerk verbonden met de centrale eenheid. In een aantrekkelijke alternatieve uitvoeringsvorm wordt de topologie van een maasnetwerk voorgesteld.

[0024] In een typische uitvoeringsvorm zijn de sensoren ingericht om ringtonen te genereren wanneer een oproep binnenkomt.

[0025] In een verdere uitvoeringsvorm is minstens één sensor ingericht om audiofunctionaliteit te bieden en minstens één functionaliteit van bewegingsdetectie, lichtdetectie en temperatuursdetectie.

[0026] In een andere uitvoeringsvorm heeft de centrale eenheid microfoon- en luidsprekerfunctionaliteit.

[0027] In een verder aspect heeft de uitvinding ook betrekking op een systeem omvattende een draadloos signaleringssysteem zoals hierboven beschreven en een rekeneenheid, i.e. een server, ingericht voor vaststellen van een alarmsituatie op basis van gegevens ontvangen vanuit de woning voorzien van het draadloos signaleringssysteem, voor het doorsturen naar een of meer zorgverstrekkers van een verwittiging dat een alarmsituatie zich voordoet en voor het uitsturen van een notificatiesignaal naar de centrale eenheid om naar de mode van verhoogde waakzaamheid te gaan in het sensornetwerk.

[0028] Om de uitvinding en de verwezenlijkte voordelen ten opzichte van de stand van de techniek samen te vatten, werden bepaalde doelen en voordelen van de uitvinding hierboven beschreven. Het spreekt uiteraard voor zich dat alle dergelijke doelen of voordelen niet noodzakelijk worden verwezenlijkt overeenkomstig een specifieke uitvoeringsvorm van de uitvinding. Derhalve zullen personen die geschoold zijn in deze materie bijvoorbeeld erkennen dat de uitvinding kan worden belichaamd of uitgevoerd op een manier die één voordeel of groep van voordelen verwezenlijkt of optimaliseert zoals hierin beschreven, zonder noodzakelijk andere doelen of voordelen te verwezenlijken die hierin worden beschreven of gesuggereerd.

[0029] De bovenstaande en andere aspecten van de uitvinding zullen duidelijk worden en nader toegelicht worden met verwijzing naar de uitvoeringsvorm(en) die hierna worden beschreven.

BE2017/5354

Korte beschrijving van de tekeningen [0030] De uitvinding zal nu verder worden beschreven, bij wijze van voorbeeld, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen.

[0031] Fig.l illustreert een signaleringssysteem zoals beschouwd in onderhavige uitvinding.

[0032] Fig.2 illustreert de voornaamste onderdelen van het signaleringssysteem.

[0033] Fig.3 illustreert een werkingspoces volgens een uitvoeringsvorm van de voorgestelde werkwijze.

[0034] Fig.4 illustreert een werkingspoces voor een scenario waarbij de hub een 2G communicatiemodule omvat.

[0035] Fig.5 illustreert een werkingspoces voor een scenario waarbij de hub een 4G communicatiemodule omvat.

[0036] Fig.6 illustreert processen die op de server draaien.

Gedetailleerde beschrijving van illustratieve uitvoeringsvormen [0037] De onderhavige uitvinding zal worden beschreven met betrekking tot specifieke uitvoeringsvormen en verwijzend naar bepaalde tekeningen, doch de uitvinding is hiertoe niet beperkt, maar wordt alleen beperkt door de conclusies.

[0038] Bovendien worden de termen eerste, tweede, enzovoort in de beschrijving en in de conclusies gebruikt om een onderscheid te maken tussen soortgelijke elementen en niet noodzakelijk voor het beschrijven van een volgorde, hetzij in de tijd, in de ruimte, wat betreft belang of op eender welke andere manier. Het moet worden begrepen dat de gebruikte termen onderling verwisselbaar zijn onder de juiste omstandigheden en dat de uitvoeringsvormen van de uitvinding die hierin worden beschreven in staat zijn om te werken in andere volgordes dan hierin beschreven of geïllustreerd.

[0039] Het moet worden opgemerkt dat de term omvattende zoals gebruikt in de conclusies niet mag worden geïnterpreteerd als beperkt tot de middelen die daarna zijn opgegeven; het sluit geen andere elementen of stappen uit. Het moet dus worden geïnterpreteerd als een specificatie van de aanwezigheid van de vermelde kenmerken, eenheden, stappen of onderdelen waarnaar wordt verwezen, maar het sluit de aanwezigheid of toevoeging van één of meer andere kenmerken, eenheden, stappen of onderdelen of groepen daarvan niet uit. Daarom mag het bereik van de uitdrukking een apparaat

BE2017/5354 omvattende middelen A en B niet worden beperkt tot apparaten die alleen bestaan uit onderdelen A en B. Het betekent dat met betrekking tot de onderhavige uitvinding, de enige relevante onderdelen van het apparaat A en B zijn.

[0040] Verwijzingen in deze specificatie naar één uitvoeringsvorm of een uitvoeringsvorm betekent dat een bepaalde eigenschap, structuur of kenmerk beschreven in samenhang met de uitvoeringsvorm is inbegrepen in ten minste één uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding. Vermeldingen van de frase in één uitvoeringsvorm of in een uitvoeringsvorm op verschillende plaatsen in deze specificatie verwijzen niet noodzakelijk allemaal naar dezelfde uitvoeringsvorm, maar het is wel mogelijk. Verder kunnen de specifieke kenmerken, structuren of karakteristieken op eender welke geschikte manier in één of meer uitvoeringsvormen worden gecombineerd, zoals voor de gemiddelde vakman uit deze openbaring duidelijk zal zijn.

[0041] Op een soortgelijke manier moet worden opgemerkt dat in de beschrijving van voorbeelduitvoeringsvormen van de uitvinding verschillende kenmerken van de uitvinding soms worden gegroepeerd in een enkele uitvoeringsvorm, figuur of beschrijving daarvan om de openbaarmaking te stroomlijnen en het begrip van een of meer van de verschillende inventieve aspecten te vergemakkelijken. Deze methode van openbaarmaking mag echter niet worden geïnterpreteerd als een uiting van een intentie dat de geclaimde uitvinding meer kenmerken vereist dan uitdrukkelijk vermeld in elke conclusie. Zoals weergegeven in de volgende conclusies, liggen de inventieve aspecten in minder dan alle kenmerken van een enkele voorgaande geopenbaarde uitvoeringsvorm. Derhalve worden de conclusies die volgen op de gedetailleerde beschrijving hierbij expliciet opgenomen in deze gedetailleerde beschrijving, waarbij elke conclusie op zichzelf staat als een afzonderlijke uitvoeringsvorm van deze uitvinding.

[0042] Bovendien, aangezien sommige uitvoeringsvormen die hierin worden beschreven sommige, maar niet andere kenmerken bevatten die zijn opgenomen in andere uitvoeringsvormen, zijn combinaties van kenmerken van verschillende uitvoeringsvormen bedoeld om te vallen binnen het bereik van de uitvinding en verschillende uitvoeringsvormen te vormen, zoals zal worden begrepen door iemand die geschoold is in dit vakgebied. Zo kan bijvoorbeeld in de volgende conclusies eender welke van de geclaimde uitvoeringsvormen worden gebruikt in eender welke combinatie.

[0043] Het moet worden opgemerkt dat het gebruik van bepaalde terminologie bij het beschrijven van bepaalde aspecten van de uitvinding niet impliceert dat de terminologie

BE2017/5354 hierin wordt geherdefinieerd om te worden beperkt tot eender welke specifieke eigenschappen van de kenmerken of aspecten van de uitvinding waarmee die terminologie is geassocieerd.

[0044] In de beschrijving die hier wordt gegeven, worden talrijke specifieke details uiteengezet. Het wordt echter begrepen dat uitvoeringsvormen van de uitvinding kunnen worden uitgewerkt zonder deze specifieke details. In andere gevallen werden goed gekende methoden, structuren en technieken niet in detail weergegeven om het begrip van deze beschrijving niet te belemmeren.

[0045] De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze om een noodsituatie in een woning te valideren vanop afstand nadat deze gedetecteerd is in een server die gebeurtenissen in de woning kan monitoren.

[0046] Er wordt een signaleringssysteem beschouwd zoals te zien is in Fig.l, bestaande uit een centrale eenheid ('hub' in Fig.l en vaak ook zo genoemd in het vervolg van deze beschrijving) en een draadloos netwerk van sensoren. De centrale eenheid en de set van sensoren zijn geplaatst in de woning van de persoon in kwestie, bijvoorbeeld een bejaarde. De sensoren zijn bij voorkeur opgesteld in de ruimtes waar de bewoner het meest vertoeft en/of waar een potentieel gevaar om bv. te vallen aanwezig is. Elke sensor heeft zo een unieke locatie in de woning. De centrale eenheid kan draadloos gegevens ontvangen afkomstig van de sensoren. De centrale eenheid vormt ook de verbinding tussen het sensornetwerk en de meldkamer. Zowel de meldkamer als de centrale eenheid zijn verbonden met een server die instaat voor de verwerking van de binnenkomende gegevens en, indien nodig, voor verdere actie.

[0047] De centrale eenheid opereert als een 'hub' in het sensornetwerk, dat in een voorkeursuitvoeringsvorm is geïmplementeerd als een draadloos sternetwerk. Andere uitvoeringen van het netwerk zijn evenwel ook mogelijk. Bijzonder interessante alternatieven voor een sternetwerk zijn gemaasde netwerken ('mesh networks') of bidirectionele netwerken. De communicatie tussen zend- en ontvangsteenheden kan gebeuren volgens een communicatiestandaard zoals bijvoorbeeld Zigbee, Bluetooth, DECT-ULE, Z-wave of Wifi. De centrale eenheid verzamelt de informatie verschaft door de sensoren. Deze info kan betrekking hebben op beweging, licht, temperatuur alsook op de status van een drukknop die met een sensor in verbinding staat. De sensoren bevatten een microcontroller om de ontvangen meetwaarden uit te lezen en verder door te sturen naar de centrale eenheid. De

BE2017/5354 centrale eenheid bevat onder meer een (micro)controller en een timer. Dit laat onder meer toe om informatie ontvangen van sensoren te voorzien van een tijdstempel ('time stamp').

[0048] Bewegingssensoren laten toe vast te stellen in welke kamer van de woning de kwetsbare persoon zich bevindt/beweegt, tenminste wat betreft de kamers die met zo'n sensor zijn uitgerust. De beweging kan snel en betrouwbaar gemeld worden aan de centrale eenheid van het signaleringssysteem en zo verder aan de server. De informatie van bewegingssensoren laat ook toe vrij nauwkeurig de tijd te bepalen die de persoon nodig heeft om van een kamer naar een andere te gaan. Een lichtsensor kan bijvoorbeeld een zichtbare lichtdetector of een daglichtsensor zijn. Zo'n sensor kan bijvoorbeeld detecteren of er een licht wordt aangeschakeld in de loop van de nacht in een bepaalde kamer. Temperatuursensoren laten toe de temperatuur in een bepaalde kamer te monitoren. De temperatuur kan immers een effect hebben op het gedrag van de persoon. In een extreem geval kan de temperatuursensor ook een brand detecteren. Sensoren kunnen ook voorzien zijn van een drukknop, die wanneer ingedrukt ervoor zorgt dat via de microcontroller in de sensor een directe alarmboodschap wordt doorgestuurd naar de centrale eenheid.

[0049] De microcontroller bevat in de sensoren is typisch programmeerbaar en ingericht om een programma uit te voeren uit een geheugen. De microcontroller kan in een slaapmodus geplaatst worden om energie te besparen. Om de microcontroller te ontwaken uit de slaapmodus bevat de sensor een watchdog-timer. De watchdog timer doet de microcontroller ontwaken wanneer hij een specifiek signaal, bv. een interrupt, ontvangt Verder hebben de sensoren een RF-circuit geschikt voor eenwegscommunicatie om gegevens draadloos te verzenden naar de centrale eenheid. Een locale batterij zorgt voor stroom. Door het kleine formaat van de sensor heeft de batterij een eerder beperkte capaciteit. Elke sensor heeft een unieke identificatiewaarde opgeslagen in een niet-vluchtig geheugen.

[0050] Via de centrale eenheid bereiken de sensorsignalen de server die onder meer dienst doet als rekeneenheid. De server is voorzien van software voor het analyseren van de informatie die binnenkomt vanuit de sensoren. De server kan op basis van deze input de nodige berekeningen uitvoeren om de locatie van de persoon te analyseren. Ook kan de server via de analysesoftware op basis van de input bewegingsgebeurtenissen evalueren, bijvoorbeeld door één of meer mobiliteitswaarden te berekenen op basis van een tijdsverschil tussen een laatste beweging gedetecteerd door een eerste draadloze sensor en een eerste beweging gedetecteerd door een andere draadloze sensor. De analysesoftware (ook soms data analyse programma genoemd) is gebaseerd op de aanname dat iedere draadloze signaalgever

BE2017/5354 geassocieerd is met een bepaald type van kamer of ruimte. De software is ook in staat om op basis van informatie van bewegingssensoren de tijd te berekenen die een persoon nodig heeft om van kamer A (bv. de woonkamer) naar kamer B (bv. de slaapkamer) te gaan. Door deze tijd te meten over een langere periode (bv. een week of meerdere weken, maanden of jaren), kunnen mobiliteitspatronen afgeleid worden. Ook kan uit de gegevens van de sensoren het gebruik van de ruimtes door het zgn. activities of daily living patroon over de dag afgeleid worden. Dit kan bijvoorbeeld aangeven hoe lang mensen slapen, hoeveel keer en hoelang naar de badkamer, hoeveel keer in de keuken, of daar activiteit is en of ze naar buiten gaan. Al deze mobiliteitsinformatie kan opgeslagen worden in een database en gebruikt worden voor verdere analyse.

[0051] Op basis van de binnenkomende informatie van de sensoren en van de informatie uit de database kan de server een mogelijke alarmsituatie detecteren. Dit kan bijvoorbeeld afgeleid worden uit mobiliteitswaarden die plots sterk afwijken van de gebruikelijke mobiliteitspatronen zoals die in de database geregistreerd zijn. Een ander mogelijk scenario is dat een signaal ontvangen wordt afkomstig van een drukknop op een sensor. Zulke 'life data' kunnen rechtstreeks duiden op een noodsituatie. Enkele concrete voorbeelden kunnen zijn : als de bewoner te lang, i.e. al te ver afwijkend van de geregistreerde 'referentiewaarde', in een badkamer bezig is (eventueel zelfs actief), kan die daar gevallen zijn. Als er te lang geen activiteit in de living of keuken is, geeft dit ook mogelijk reden tot alarm. Niet op tijd uit bed kan ook een alarm zijn, net als te lang weg van huis. Het is een samenspel van de sensordata, van volgorde van triggering tot aan het niet triggeren van bepaalde sensoren, die kan leiden tot het besluit of er al dan niet een mogelijke alarmsituatie optreedt.

[0052] Bij detectie van een eventuele alarmsituatie genereert de server een alarmsignaal. Onderhavige uitvinding heeft betrekking op wat er vervolgens gebeurt met zo'n gegenereerd alarmsignaal om de noodsituatie te valideren, i.e. om na te gaan of er effectief een probleem is dan wel dat het een vals alarm betreft.

[0053] In de uitvinding is het draadloos sensornetwerk ook uitgerust met microfoonen luidsprekerfunctionaliteit. In een uitvoeringsvorm worden in het netwerk aparte sensoren gebruikt met microfoon- en luidsprekerfunctie, naast de reeds vermelde sensoren voor detectie van licht, beweging en/of temperatuur. In dit geval dienen de audiosensoren en andere sensoren uiteraard niet te ver van elkaar geplaatst te worden om de locatie-aanduiding zijn volle betekenis te laten behouden. In een andere uitvoeringsvorm is de microfoon- en luidsprekerfunctionaliteit geïntegreerd en worden de sensoren zo ook audiotoestellen. Dit

BE2017/5354 betekent dat de sensoren niet enkel de nodige electronica bevatten om de sensing te realiseren, maar ook electronica voor het opzetten van een draadloze audioconversatie : microfoonfunctie, luidspreker en tweewegs-radiocommunicatie. Het voorzien van zo'n draadloos sensornetwerk met sensoren met audiofunctionaliteit vormt een essentiële bijdrage tot het voorkomen van het reeds vermelde probleem dat een telefoontoestel buiten bereik is op het ogenblik dat een noodsituatie optreedt. Om het reeds vermelde doel van zo laag mogelijk energieverbruik te verwezenlijken en zoveel mogelijk batterij-energie te besparen blijft enkel het gedeelte van het sensornetwerk bedoeld voor sensing van beweging, licht en/of temperatuur altijd actief. In een uiterste vorm wordt het sensornetwerk gevormd door slechts één audiosensor en één sensor die beweging, licht en/of temperatuur waarneemt. Die audiosensor en andere sensor kunnen dan nog geïntegreerd zijn. Het audiogedeelte van het sensornetwerk wordt slechts aangeschakeld in welbepaalde omstandigheden zoals hieronder in detail uiteengezet.

[0054] Het monitoringsysteem van Fig.l meet de omgeving met behulp van een of meerdere sensoren die de informatie verzamelen in de hub. Deze geeft deze informatie door naar een server. De server staat in verbinding met zorgverleners en/of een meldkamer. Vanuit de meldkamer kan men een audio-validatie doen door audiocontact te maken met de hub. De hub zal deze verbinding doorzetten naar een of meerdere audiosensoren.

[0055] Alterrnatief kan het audiocontact tot stand gebracht worden vanuit een andere plaats dan de meldkamer, bv. door een zorgverstrekker of een vertrouwenspersoon van de bewoner, die toestemming heeft om zo'n audiocontact op te zetten en als dusdanig ook bekend is in het signaleringssysteem.

[0056] Zoals hierboven uitgelegd is de server in staat om op basis van de beschikbare informatie de meest waarschijnlijke locatie van de bewoner te bepalen in de woning. Dit gegeven wordt vervolgens aangewend om een spraakverbinding op te zetten naar de dichtstbij gelegen sensor. Alternatief kunnen ook meerdere sensoren in de buurt van de vastgestelde plaats in de woning in gereedheid gebracht worden voor spraakcommunicatie. Dit heeft het voordeel dat de kans om met de bewoner effectief in gesprek te kunnen komen, alleen maar groter wordt. Door in gesprek te komen met de bewoner ontstaat de mogelijkheid om het aantal valse alarmen drastisch te reduceren.

[0057] In de aanpak voorgesteld in deze uitvinding worden na het genereren van een alarm de volgende acties uitgevoerd door de server.

BE2017/5354 [0058] De server brengt een of meer personen, bv. familieleden of vrienden van de bewoner of, eventueel via een meldkamer, een of meer zorgverstrekkers in een mededeling op de hoogte dat een mogelijke alarmsituatie zich voordoet bij de persoon in de woning en dat een verificatie daarvan nodig is. De server heeft de nodige gegevens daartoe opgeslagen in een geheugen.

[0059] Verder geeft de server permissie aan het draadloos signaleringssysteem in de woning om een oproep te ontvangen. Daartoe stuurt de server een notificatieboodschap naar het signaleringssysteem in de woning, meer bepaald naar de centrale eenheid ervan. Dit is een belangrijk element in de voorgestelde werkwijze : zolang er geen 'toestemming' gegeven wordt door de server, blijft het audiogedeelte van het signaleringssysteem, en meer bepaald van het sensornetwerk, uitgeschakeld en is er geen energieverbruik. Verder is dit kenmerk voordelig in verband met het respecteren van de privacy van de bewoner. Indien er meerdere ontwaakniveau's zijn in het systeem, kan de server via de centrale eenheid de sensoren naar een hoger activiteitsniveau (i.e. een niveau van verhoogde waakzaamheid) brengen (waarbij al wat meer energie verbruikt wordt), waarmee de sensoren op de hoogte gebracht worden dat er mogelijk een oproep gaat komen. Dit wordt verderop in deze beschrijving nader toegelicht. [0060] Het audio-gedeelte van de sensor werkt volgens een ontwaakprincipe waarbij er op gezette tijdstippen (bijvoorbeeld elke 30 seconden, of elke minuut of elke 2 of 5 minuten) wordt geluisterd of de centrale eenheid een binnenkomende oproep probeert door te sturen. In bepaalde uitvoeringen is het ook mogelijk om met meerdere niveau's te werken om uit een slaaptoestand te komen. Dit is voordelig om de responstijd in te korten en om het vermogenverbruik verder te optimaliseren. Een toepassingsvoorbeeld kan het volgende zijn. Wanneer de server besluit een alarm te genereren op basis van de beschikbare gegevens, informeert hij de centrale eenheid middels een notificatieboodschap dat het audio-gedeelte van de sensoren uit een toestand moet komen waarin de audio-sensor bijvoorbeeld slechts om de enkele minuten controleert of de hub probeert contact te maken met de audiosensor (dit is de zogenaamde diepe-slaap mode). De audiosensor komt dan in een mode van verhoogde waakzaamheid ('alerted mode') waarin bv. elke 10 seconden gecheckt wordt of er een oproep wordt doorgestuurd vanuit de centrale eenheid. De audiofunctie van een (of meer) sensoren wordt nu beschikbaar gemaakt voor effectief gebruik bij een oproep. Wanneer een binnenkomende oproep wordt gedetecteerd, neemt de audiosensor deze automatisch op en komt daarbij in een operationele mode (i.e. 'belmode'). Nadat de oproep is afgesloten, kan de audiosensor in de mode van verhoogde waakzaamheid blijven, omdat er mogelijk nog meer

BE2017/5354 oproepen kunnen volgen. Wanneer de alarmsituatie volledig is afgehandeld, geeft de server aan de centrale eenheid aan dat de sensoren opnieuw in de diepe-slaap mode mogen gaan.

[0061] Fig.2 geeft een overzicht van een implementatie van het beschouwde systeem.

[0062] De oproep van een van de vertrouwenspersonen of zorgverstrekkers die verwittigd zijn van de noodsituatie, komt binnen via de hub, i.e. de centrale eenheid. Deze oproep kan in een uitvoeringsvorm verlopen over een dataverbinding via het welbekende VoIP protocol. Noteer dat in dit geval het doorsturen van sensordata gewoon kan doorgaan tijdens de oproep. Indien VoIP via UTP verloopt, is er een extra datakanaal beschikbaar. In een andere uitvoering kan de oproep binnenkomen op de mobiele verbinding van de hub (bv. 2G of 4G) via een SIM kaart met telefoonnummer in de GPRS/SIM module in Fig.2. In alle omstandigheden dient er voor gezorgd dat er zowel voor de spraakdata als voor de sensordata een communicatiepad beschikbaar blijft. In sommige uitvoeringen kan één pad gedeeld worden voor zowel spraak als data.

[0063] De server krijgt de sensorgegevens binnen vanuit de centrale eenheid. De voornaamste taken van de server zijn het nemen van beslissingen over mogelijke alarmsituaties het bijhouden van administratieve data het genereren van analyseresultaten betreffende de status van de sensoren en hun omgeving om op een informatiepaneel (zie Fig.2) verbonden met de server weer te geven voor gebruikers de belanghebbenden (zorgverstrekker(s) en/of naaste(n)) op de hoogte brengen van een mogelijke alarmsituatie [0064] In een uitvoeringsvorm is de server geïmplementeerd als een cloud gebaseerde dienst. In een andere uitvoeringsvorm is de server een fysiek toestel dat bijvoorbeeld geplaatst is in een woonzorgcentrum of een flatgebouw waar veel ouderen wonen.

[0065] De connectie tussen de hub en de server is bidirectioneel. In de uitvoering voorgesteld in Fig.2 heeft de centrale eenheid vier functionele blokken. Een module met een SIM kaart kan worden gebruikt voor data- en spraakcommunicatie. Verder bevat de centrale eenheid een interface module voor spraakcommunicatie (aangeduid met 'Audio Radio' in Fig.2). Deze interface module bevat onder meer een geheugen (bv. een EEPROM zoals in Fig.2) om een identificatie van de aangesloten audiosensoren op te slaan. Enkel deze audiosensoren kunnen dan door de hub gecontacteerd worden. Audiosensoren van andere hubs blijven zo

BE2017/5354 afgeschermd. Verder bevat de interface module een microcontroller. Een microprocessor, bijvoorbeeld een ARM processor, controleert de werking van de hub. Deze microprocessor is in staat om met de SIM/GPRS module en de interface module te communiceren, onder meer om controleboodschappen uit te wisselen. De microprocessor zorgt ook voor het doorsturen van de data die van de sensoren ontvangen worden. Het versterkerblok in Fig.2 is optioneel en dient om het audiosignaal te versterken naar een luidspreker die eventueel is voorzien in de centrale eenheid. De centrale eenheid kan zo ook voorzien worden van de nodige functionaliteit voor audiocommunicatie. Dit kan bijvoorbeeld nuttig zijn in het geval er geen van de audiosensoren beschikbaar blijkt te zijn. De SIM/GPRS module zorgt dan voor de totstandkoming van de analoge audioverbinding met de luidspreker en microfoon in de hub. De processor kan de versterker aansturen. De versterker kan in een uitvoeringsvorm geïmplementeerd worden als een klasse-D versterker. Dit betekent weer een bijdrage tot de energie-efficiëntie.

[0066] In een uitvoeringsvorm zoals getoond in Fig.2 kan de SIM/GPRS module via een digitale weg, voorgesteld met het I2S (Inter-IC Sound) protocol voor communicatie van audiodata (bij wijze van voorbeeld), verbinding maken met de interface module die in staat is om duplex of half-duplex audiosignalen door te geven aan een audiosensor.

[0067] Vanuit de interface module is er een tweewegsverbinding met de corresponderende interface module (zie Fig.2, ook weer aangeduid als 'Audio Radio') in de audiosensor. Ook deze interface module in de audiosensor is voorzien van een microcontroller en een geheugen, bv. een EEPROM. De audiosensor kan via de interface module duplex of halfduplex audioverbindingen maken. Ook hier wordt middels de gegevens in het EEPROM geheugen ervoor gezorgd dat de audiosensor alleen maar verbinding kan maken met de bijhorende hub en niet met andere hubs. Op de microcontroller draait gedediceerde software. Met deze software wordt o.a. ook de batterijtoestand van de sensor gemonitord. Alle interface module van de sensoren zijn gelinkt aan de interface module van de centrale eenheid waarmee de sensoren geconnecteerd zijn.

[0068] In een voorkeursuitvoeringsvorm zijn alle verbindingen (aangeduid met pijlen in Fig.2) draadloos.

[0069] Een geslaagde oproep om een validatie uit te voeren kan enkel voorkomen wanneer er een alarm gegenereerd is door de server, meer bepaald vanaf het ogenblik dat het alarm in de server gedetecteerd is totdat de server geïnformeerd wordt dat het betreffende alarm volledig afgehandeld is.

BE2017/5354 [0070] In een voordelige uitvoeringsvorm wordt een oproep geïnitieerd middels enkele ringtonen op de audiosensor(en) waarnaar het gesprek wordt doorgestuurd. Het beëindigen van de oproep kan via een 'einde-verbinding' toon worden aangegeven. In een uitvoeringsvorm kan in de behuizing van de audiosensor met een LED licht worden aangegeven dat er een oproep aan de gang is.

[0071] In Fig.3 wordt een mogelijk scenario van een werkproces volgens onderhavige uitvinding geïllustreerd. Gewoonlijk zijn de audiosensoren in diepe slaap mode en worden ze met een lange tussentijd periodiek wakker gemaakt door Timerl. Op dat moment wachten ze even op een bericht van de hub, via de interface module 'Audio Radio', of ze naar een mode van verhoogde waakzaamheid moeten overgaan. Zoniet dan gaan ze weer terug in diepe slaap mode. In de verhoogde waakzaamheid mode zal de audiosensor, met een kortere tussenperiode, periodiek wakker gemaakt worden door Timer2. Op dat moment wachten de audiosensoren even op een bericht van de hub of er een audioverbinding gemaakt moet worden. Zo ja, dan nemen ze de audioverbinding zelf op. Nadat het gesprek beëindigd is, gaat de audiosensor bij voorkeur terug naar de mode van verhoogde waakzaamheid. Immers, er kunnen nog meer gesprekken volgen. Als de hub aangeeft dat die mode afgezet mag worden, gaat de audiosensor terug naar diepe slaap mode. Bij een audiosensor die bovendien ook omgevingsparameters meet, is er een tweede proces actief, met name een meetproces dat periodiek (volgens Timer3, i.e. de reeds eerder vermelde watchdog timer) omgevingsparameters meet en deze doorstuurt naar de hub. Dit is geïllustreerd aan de rechterkant van Fig.3.

[0072] Fig.4 beschrijft een uitvoeringsvorm voor het geval waarin een 2G verbinding beschikbaar is. Zoals reeds eerder aangegeven heeft de hub onder meer de functie om sensordata door te sturen naar de server en sporadisch een audioverbinding te onderhouden met een telefoon. In z'n gewone werking is er tweewegscommunicatie tussen de hub en de server waarbij sensordatapakketten doorgestuurd worden en controle-informatie ontvangen wordt. Als de hub van de server melding krijgt van een mogelijke alarmsituatie, geeft de hub de audiosensoren opdracht om naar een mode van verhoogde waakzaamheid te gaan. Vervolgens gaat de hub door met het doorsturen van sensordata naar de server totdat deze laatste aangeeft dat er een audioverbinding gemaakt wordt. Aangezien een 2G module maar één datastroom tegelijkertijd kan aanhouden, zal de hub hierdoor de dataconnectie met de server verbreken en wachten totdat er gebeld wordt naar de 2G module. Als er gebeld wordt, neemt de hub op en schakelt eventueel de audiocommunicatie door naar een eigen

BE2017/5354 versterker, luidspreker en microfoon. Ook worden een of meerdere audiosensoren nu opgebeld die ook zelf opnemen. Als er niet gebeld is geweest, kan de hub ook zelf na een timeout teruggaan naar een toestand waarin weer sensordata doorgegeven worden. Nadat er gebeld is, verbreekt de hub de verbinding met de audiosensor(en) en keert terug naar de toestand waarin sensordata doorgestuurd worden naar de server. Zodra de server aangeeft dat de alarmsituatie voorbij is, geeft de hub door aan de audiosensoren dat ze terug naar de diepe slaapmode mogen gaan. Vervolgens gaat de hub terug in de normale mode van sensor pakketten doorsturen naar de server.

[0073] Zoals reeds aangegeven moet een communicatie pad voorzien zijn voor de spraakdata en voor de sensordata; mogelijk kan één pad gedeeld worden voor beide datatransfers. Fig.5 geeft een flow chart weer die toepasselijk is voor volgende gevallen :

een 2G verbinding voor audio en UTP (unshielded twisted pair, i.e. klassieke telefoonlijn) voor data een 4G verbinding voor audio en data een 4G verbinding voor audio met UTP voor data audio via VOIP over UTP

Bij wijze van voorbeeld wordt de verdere werking geïllustreerd in Fig.5 nu uitgelegd aan de hand van een hub met 4G module of extra verbinding via UTP of Audio via VOIP over UTP. Zoals gezegd blijft de functie van de hub om sensordata door te sturen naar de server en sporadisch een audioverbinding te onderhouden met een telefoon. In gewone toestand voert de hub een tweewegscommunicatie met de server waarbij sensordatapakketten doorgestuurd worden en controle-informatie ontvangen wordt. Dit verloopt bij deze uitvoeringsvorm in een apart proces waarbij via een eigen link de verbinding met de server wordt onderhouden. Deze verbinding wordt niet verbroken bij totstandkoming van een audioverbinding met een telefoon. Als de hub van de server melding krijgt van een mogelijke alarmsituatie, geeft de hub de audiosensoren opdracht om naar de mode van verhoogde waakzaamheid te gaan. De hub staat klaar totdat er gebeld wordt naar de 4G module of via VoIP over de UTP verbinding. Als er gebeld wordt, neemt de hub op en schakelt eventueel de audio door naar de eigen versterker, luidspreker en microfoon. Ook worden een of meerdere audiosensoren opgebeld die ook zelf opnemen. Na afloop van de oproept verbreekt de hub de verbinding met de audiosensoren. Zodra de server aangeeft dat de alarmsituatie is afgehandeld, geeft de hub door aan de audiosensoren dat ze terug naar de diepe slaap-mode mogen gaan.

BE2017/5354 [0074] Fig.6 illustreert de processen die op de server draaien. Bovenaan links de figuur wordt het proces getoond waarbij sensordata van de hub worden ontvangen en verwerkt om zo tot een besluit te komen of er al dan niet een mogelijke alarmsituatie is. Daarnaast wordt het proces weergegeven om aan de gebruiker informatie afkomstig van de sensordata te laten zien op een informatiepaneel. Onderaan wordt het afhandelen van de validatie van een alarmsituatie samengevat. In het geval van een alarmsituatie zal de server de hub hiervan informeren. Op het informatiepaneel geeft de server een gebruiker nu de mogelijkheid om te bellen naar de hub via een klassieke telefoonlijn of via VoIP. Die mogelijkheid wordt geboden middels bijvoorbeeld een knop die men moet induwen of via het weergeven van een telefoonnummer. Als de gebruiker vindt dat het alarm afgehandeld is, zet de gebruiker het alarm uit en zal de server doorgeven aan de hub dat de alarmsituatie voorbij is, d.w.z. afgehandeld.

[0075] Hoewel de uitvinding werd geïllustreerd en in detail werd beschreven in de tekeningen en voorgaande beschrijving, moeten dergelijke illustraties en beschrijvingen als illustratie of voorbeeld worden beschouwd en niet restrictief. De voorgaande beschrijving verklaart bepaalde uitvoeringsvormen van de uitvinding in detail. Het moet echter worden opgemerkt dat hoe gedetailleerd het voorgaande ook in de tekst is opgenomen, de uitvinding op vele manieren kan worden uitgevoerd. De uitvinding is niet beperkt tot de geopenbaarde uitvoeringsvormen.

[0076] Andere variaties op de geopenbaarde uitvoeringsvormen kunnen worden begrepen en uitgevoerd door personen die geschoold zijn in dit domein en door de geclaimde uitvinding in de praktijk te brengen, door een studie van de tekeningen, de openbaarmaking en de bijgevoegde conclusies. In de conclusies sluit het woord omvattende geen andere elementen of stappen uit en het onbepaald lidwoord een sluit geen meervoud uit. Een enkele processor of andere eenheid kan de functies van verschillende items in de conclusies vervullen. Alleen al het feit dat bepaalde maatregelen worden opgesomd in onderling verschillende afhankelijke conclusies, betekent niet dat een combinatie van die maatregelen niet kan worden gebruikt om voordeel te halen. Een computerprogramma kan worden opgeslagen/verdeeld op een geschikt medium, zoals een optisch opslagmedium of halfgeleidermedium geleverd met of als onderdeel van andere hardware, maar kan ook worden verdeeld in andere vormen, zoals via het internet of andere bekabelde of draadloze

BE2017/5354 telecommunicatiesystemen. Eventuele verwijzingen in de conclusies mogen niet worden opgevat als een beperking van de reikwijdte.

Claims (14)

1. Conclusies

   1. Werkwijze voor het vanop afstand valideren van een alarmsituatie bij een persoon in een woning, omvattende de stappen van

   - vaststellen door een rekeneenheid van een alarmsituatie op basis van gegevens ontvangen vanuit genoemde woning voorzien een sensornetwork omvattende een of meerdere sensoren en een centrale eenheid,

   - doorsturen door genoemde rekeneenheid van een verwittiging naar een of meer zorgverstrekkers dat een alarmsituatie zich voordoet bij genoemde persoon,

   - uitsturen van een notificatiesignaal door genoemde rekeneenheid naar genoemde centrale eenheid,

   - bij ontvangst van genoemd notificatiesignaal in genoemde centrale eenheid, aanschakelen van een mode van verhoogde waakzaamheid, waarbij een oproep van genoemde een of meer zorgverstrekkers wordt voorbereid in genoemde centrale eenheid door het beschikbaar maken van een audiofunctie in een of meer sensoren van genoemd sensornetwerk,

   - valideren van genoemde alarmsituatie door het tot stand brengen van een gesprek tussen een van genoemde zorgverstrekkers en genoemde persoon via genoemde een of meer sensoren.
2. 2. Werkwijze voor het vanop afstand valideren als in conclusie 1, verder omvattend een stap van het meedelen aan genoemde een of meer zorgverstrekkers dat genoemde mode van verhoogde waakzaamheid is aangeschakeld.
3. 3. Werkwijze voor het vanop afstand valideren als in conclusie 3, waarin nadat genoemd gesprek tussen genoemde een van genoemde zorgverstrekkers en genoemde persoon is afgesloten opnieuw naar genoemde mode van verhoogde waakzaamheid wordt gegaan.
4. 4. Werkwijze voor het vanop afstand valideren als in een van conclusies 1 tot 3, waarin bij het tot stand brengen van genoemd gesprek een audioversterker in genoemde centrale eenheid wordt aangeschakeld.
5. 5. Werkwijze voor het vanop afstand valideren als in een van voorgaande conclusies, waarbij op basis van genoemde ontvangen gegevens een plaatsbepaling gebeurt van waar genoemde alarmsituatie wordt gemeld.
6. 6. Werkwijze voor het vanop afstand valideren als in conclusie 5, waarbij door genoemde plaatsbepaling de audiofunctie van de meest nabije sensor wordt geactiveerd.

   BE2017/5354
7. 7. Werkwijze voor het vanop afstand valideren als in een van voorgaande conclusies, waarbij het aanschakelen van genoemde mode van verhoogde waakzaamheid het verhogen omvat van de frequentie waarmee de connectie tussen genoemde sensoren en genoemde centrale eenheid gecontroleerd wordt.
8. 8. Werkwijze voor het vanop afstand valideren als in een van voorgaande conclusies, waarbij tijdens genoemd gesprek tussen genoemde een van genoemde zorgverstrekkers en genoemde persoon een licht brandt in genoemde een of meer sensoren waarlangs het gesprek verloopt.
9. 9. Draadloos signaleringssysteem voor het monitoren van een persoon in een woning bevattende een centrale eenheid en een of meerdere sensoren verbonden in een draadloos sensornetwerk, waarbij genoemde centrale eenheid is ingericht om draadloos gegevens te ontvangen die door elk van de sensoren verstuurd worden en om signalen uit te voeren en waarbij de genoemde centrale eenheid verder is ingericht om bij ontvangst van een notificatiesignaal in genoemd sensornetwerk een mode van verhoogde waakzaamheid aan te schakelen die toelaat een inkomende telefoonoproep te ontvangen en een audiofunctie van een of meer van genoemde sensoren beschikbaar te maken.
10. 10. Draadloos signaleringssysteem als in conclusie 9, waarin genoemde sensoren in een sternetwerk verbonden zijn met genoemde centrale eenheid.
11. 11. Draadloos signaleringssysteem als in conclusie 9 of 10, waarin genoemde sensoren zijn ingericht om ringtonen te genereren wanneer een oproep binnenkomt.
12. 12. Draadloos signaleringssysteem als in gelijk welke van conclusie 9 tot 11, waarin minstens één sensor is ingericht om audiofunctionaliteit te bieden en minstens één functionaliteit van bewegingsdetectie, lichtdetectie en temperatuursdetectie.
13. 13. Draadloos signaleringssysteem als in gelijk welke van conclusie 9 tot 12, waarin genoemde centrale eenheid microfoon- en luidsprekerfunctionaliteit heeft.
14. 14. Systeem omvattende een draadloos signaleringssysteem als in gelijk welke van conclusies 9 tot 13 en een rekeneenheid ingericht voor vaststellen van een alarmsituatie op basis van gegevens ontvangen vanuit genoemde woning voorzien van genoemd draadloos signaleringssysteem, voor het doorsturen naar een of meer zorgverstrekkers van een verwittiging dat een alarmsituatie zich voordoet en voor het uitsturen van een notificatiesignaal naar genoemde centrale eenheid om naar genoemde mode van verhoogde waakzaamheid te gaan in genoemd sensornetwerk.