BE1018657A5 - DRILL INSTALLATION. - Google Patents

DRILL INSTALLATION. Download PDF

Info

Publication number
BE1018657A5
BE1018657A5 BE2009/0085A BE200900085A BE1018657A5 BE 1018657 A5 BE1018657 A5 BE 1018657A5 BE 2009/0085 A BE2009/0085 A BE 2009/0085A BE 200900085 A BE200900085 A BE 200900085A BE 1018657 A5 BE1018657 A5 BE 1018657A5
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
axis
drilling rig
blade
mixing
cutting
Prior art date
Application number
BE2009/0085A
Other languages
Dutch (nl)
Original Assignee
Smet Luc Maria Hugo Corneel
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Smet Luc Maria Hugo Corneel filed Critical Smet Luc Maria Hugo Corneel
Priority to BE2009/0085A priority Critical patent/BE1018657A5/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1018657A5 publication Critical patent/BE1018657A5/en

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02DFOUNDATIONS; EXCAVATIONS; EMBANKMENTS; UNDERGROUND OR UNDERWATER STRUCTURES
    • E02D3/00Improving or preserving soil or rock, e.g. preserving permafrost soil
    • E02D3/12Consolidating by placing solidifying or pore-filling substances in the soil
    • E02D3/126Consolidating by placing solidifying or pore-filling substances in the soil and mixing by rotating blades
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02DFOUNDATIONS; EXCAVATIONS; EMBANKMENTS; UNDERGROUND OR UNDERWATER STRUCTURES
    • E02D17/00Excavations; Bordering of excavations; Making embankments
    • E02D17/13Foundation slots or slits; Implements for making these slots or slits
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02DFOUNDATIONS; EXCAVATIONS; EMBANKMENTS; UNDERGROUND OR UNDERWATER STRUCTURES
    • E02D5/00Bulkheads, piles, or other structural elements specially adapted to foundation engineering
    • E02D5/18Bulkheads or similar walls made solely of concrete in situ
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E21EARTH OR ROCK DRILLING; MINING
    • E21BEARTH OR ROCK DRILLING; OBTAINING OIL, GAS, WATER, SOLUBLE OR MELTABLE MATERIALS OR A SLURRY OF MINERALS FROM WELLS
    • E21B7/00Special methods or apparatus for drilling
    • E21B7/001Drilling a non circular hole

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Mining & Mineral Resources (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • General Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Paleontology (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Geology (AREA)
  • Environmental & Geological Engineering (AREA)
  • Agronomy & Crop Science (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Fluid Mechanics (AREA)
  • Soil Sciences (AREA)
  • Geochemistry & Mineralogy (AREA)
  • Consolidation Of Soil By Introduction Of Solidifying Substances Into Soil (AREA)

Abstract

Boorinstallatie voor het in-situ vermengen van grond met een bindmiddel ter vorming van een stuk wand omvattende ten minste één roterend aandrijfbare verticale as, waarbij elke as voorzien is van een stel snij-en mengmiddelen voor het rondom de as losmaken en mengen van de grond; injectiemiddelen voor het injecteren van bindmiddel in de losgemaakte grond; waarbij ten minste één meslichaam gemonteerd is op een afstand van de ten minste één as, een en ander zodanig dat dit ten minste één meslichaam stationair blijft bij rotatie van de ten minste één as, en in bedrijf samen met de ten minste één as verticaal in de grond beweegt.Drilling rig for in-situ mixing of soil with a binder to form a piece of wall comprising at least one rotatably drivable vertical shaft, each shaft being provided with a pair of cutting and mixing means for loosening and mixing the soil around the shaft ; injection means for injecting binder into the loosened soil; wherein at least one knife body is mounted at a distance from the at least one axis, all this such that this at least one knife body remains stationary upon rotation of the at least one axis, and in operation together with the at least one axis vertically in the ground moves.

Description

BoorinstallatieDrilling rig

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een boorinstallatie voor het in-situ vermengen van grond met een bindmiddel ter vorming van een stuk wand.The present invention relates to a drilling rig for mixing soil in situ with a binder to form a piece of wall.

Dergelijke boorinstallaties zijn algemeen bekend en worden typisch gehanteerd bij bodemverbetering en bij de constructie van grondkerende wanden, zoals een beschoeiing voor een bouwput. Met de bestaande boorinstallaties bestaat het stuk wand dat in één werkgang verkregen wordt typisch uit twee of drie elkaar overlappende palen in het geval dat er respectievelijk een twee- of drie-assige boorinstallatie wordt gebruikt. Voorbeelden van dergelijke boorinstallaties worden bijvoorbeeld beschreven in de Europese octrooiaanvragen met nummer 05 077 778.8 en met nummer 07 728 965.0 op naam van aanvraagster. Een nadeel van deze boorinstallaties is dat de wanddelen die verkregen worden geen vlakke zijden, hebben, maar zijden die bestaan uit een opeenvolging van cilindersecties. Veelal is het wenselijk om één vlakke zijde te hebben, in welk geval de groeven gevormd door twee aangrenzende cilindersecties achteraf bijgevuld moeten worden voor het verkrijgen van een vlakke wand.Such drilling rigs are generally known and are typically used in soil improvement and in the construction of soil retaining walls, such as a pit for a building pit. With the existing drilling installations, the piece of wall obtained in one pass typically consists of two or three overlapping piles in the case that a two or three-axis drilling installation is used, respectively. Examples of such drilling rigs are described, for example, in European patent applications with number 05 077 778.8 and with number 07 728 965.0 in the name of the applicant. A disadvantage of these drilling installations is that the wall parts that are obtained do not have flat sides, but sides that consist of a succession of cylinder sections. It is often desirable to have one flat side, in which case the grooves formed by two adjacent cylinder sections must be refilled afterwards to obtain a flat wall.

US 4,886,400 beschrijft een boorinrichting met snijbladen 26 op een afstand van de hoofdassen, welke afstand kleiner is dan de straal van de boormiddelen 16, 17.US 4,886,400 describes a drilling device with cutting blades 26 at a distance from the main axes, which distance is smaller than the radius of the drilling means 16, 17.

US 5,295,769 beschrijft een boorinrichting die gemonteerd is in een rechthoekig kader 4.US 5,295,769 describes a drilling device mounted in a rectangular frame 4.

Een andere bekende techniek maakt gebruik van een freessysteem met twee frezen die roteerbaar zijn rond twee evenwijdige in een horizontaal vlak gelegen assen. Een dergelijke inrichting wordt verticaal naar beneden bewogen en resulteert in een wand met vlakke zijden. Een nadeel van dergelijke installaties is dat de snelheid waarmee een wand met een bepaalde hoogte verkregen kan worden aanzienlijk lager is in vergelijking met meer-assige in-situ boorinstallaties. US 5,797,465 beschrijft een boorinrichting met bijkomende roterende snijmiddelen 122 met een dwars op de hoofdas gerichte rotatie-as.Another known technique uses a milling system with two mills that are rotatable about two parallel axes located in a horizontal plane. Such a device is lowered vertically and results in a wall with flat sides. A disadvantage of such installations is that the speed with which a wall with a certain height can be obtained is considerably lower in comparison with multi-axis in-situ drilling installations. US 5,797,465 describes a drilling device with additional rotating cutting means 122 with a rotation axis directed transversely to the main axis.

De onderhavige uitvinding heeft als doel om een boorinstallatie van het in de aanhef genoemde type te verschaffen waarmee een wand met betere eigenschappen kan verkregen worden.The present invention has for its object to provide a drilling installation of the type mentioned in the preamble with which a wall with better properties can be obtained.

Daartoe onderscheidt de boorinstallatie volgens de uitvinding zich daarin dat deze omvat: - ten minste één roterend aandrijfbare verticale as, waarbij elke as voorzien is van een stel snij- en mengmiddelen voor het rondom de as losmaken en mengen van de grond; - injectiemiddelen voor het injecteren van bindmiddel in de losgemaakte grond; - ten minste één meslichaam gemonteerd op een afstand van de ten minste één as, een en ander zodanig dat dit ten minste één meslichaam stationair blijft bij rotatie van de ten minste één as, en in bedrijf samen met de ten minste één as verticaal in de grond beweegt. Mogelijke uitvoeringsvormen daarvan onderscheiden zich door de maatregelen van conclusie 1 of conclusie 2.To that end, the drilling rig according to the invention is distinguished in that it comprises: - at least one rotatable drivable vertical shaft, each shaft being provided with a set of cutting and mixing means for loosening and mixing the soil around the shaft; - injection means for injecting binder into the loosened soil; - at least one blade body mounted at a distance from the at least one axis, all such that this at least one blade body remains stationary upon rotation of the at least one axis, and in operation together with the at least one axis vertically in the ground moves. Possible embodiments thereof are distinguished by the features of claim 1 or claim 2.

Dankzij het gebruik van ten minste één meslichaam dat mee in de grond beweegt, kan de vorm van het verkregen stuk wand verder aangepast worden in functie van het gewenst eindresultaat, waarbij het in het bijzonder mogelijk is om een wand of paneel met een vlakke zijde te verkrijgen in plaats van een zijde die bestaat uit twee of meer aan elkaar grenzende cilindersecties.Thanks to the use of at least one knife body that also moves into the ground, the shape of the obtained piece of wall can be further adjusted as a function of the desired end result, wherein it is in particular possible to fit a wall or panel with a flat side. instead of a side consisting of two or more adjacent cylinder sections.

Volgens een voorkeursuitvoering heeft de boorinstallatie ten minste twee roterend aandrijfbare verticale assen.According to a preferred embodiment, the drilling rig has at least two rotatably driven vertical shafts.

Volgens een voorkeursuitvoering omvat het ten minste één meslichaam ten minste één mesblad. In het kader van de uitvinding zal de vakman bovendien begrijpen dat de term "mesblad" ruim geïnterpreteerd moet worden en typisch doelt op elk niet mee roterend lichaam dat een snij- en vormgeeffunctie vervult bij het verticaal omhoog/omlaag bewegen van de ten minste één as van de boorinstallatie.According to a preferred embodiment, the at least one knife body comprises at least one knife blade. In the context of the invention, the skilled person will furthermore understand that the term "knife blade" must be interpreted broadly and typically refers to any non-rotating body that performs a cutting and shaping function when the at least one axis is vertically raised / lowered. of the drilling rig.

Volgens een mogelijk variant omvat het ten minste één meslichaam een stel snijtanden, bij voorkeur platte snijtanden.According to a possible variant, the at least one knife body comprises a set of incisors, preferably flat incisors.

Volgens de voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding is de afstand tussen het ten minste één meslichaam en het vlak van de ten minste twee assen in hoofdzaak gelijk aan de grootste straal die de snij- en mengmiddelen beschrijven. Het ten minste één meslichaam zal er dan voor zorgen dat ook de zones buiten het cirkelvormige bereik van de stellen snij- en mengmiddelen, en meer in het bijzonder de zones tussen het meslichaam en de door de snij-en mengmiddelen bewerkte gebieden, ook losgemaakt worden en gebonden worden met bindmiddel.According to the preferred embodiment of the present invention, the distance between the at least one knife body and the plane of the at least two axes is substantially equal to the largest radius described by the cutting and mixing means. The at least one knife body will then ensure that also the zones outside the circular range of the sets of cutting and mixing means, and more particularly the zones between the knife body and the areas processed by the cutting and mixing means, are also released and be bound with binder.

Het ten minste één meslichaam is bij voorkeur in hoofdzaak verticaal gericht, i.e. in hoofdzaak evenwijdig aan de ten minste één as. Verder is het ten minste één meslichaam bij voorkeur hoger gemonteerd dan daar waar de snij - en mengmiddelen de grootste straal beschrijven.The at least one knife body is preferably oriented substantially vertically, i.e. substantially parallel to the at least one axis. Furthermore, the at least one knife body is preferably mounted higher than where the cutting and mixing means describe the largest radius.

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm omvat het ten minste één meslichaam een voorste mesblad in hoofdzaak evenwijdig met het vlak van de ten minste twee assen. Bij een dergelijke uitvoering strekt het voorste mesblad zich bij voorkeur uit over een breedte die enigszins kleiner is dan de volledige breedte van de door de snij - en mengmiddelen losgemaakte grond. Op die manier kan een stuk wand dat gezet wordt in een tweede werkgang van de meer-assige boorinstallatie goed aansluiten op een vorig stuk wand. Nog meer bij voorkeur strekt het voorste mesblad zich uit over een breedte die enigszins kleiner is dan de som van de onderlinge afstanden tussen de ten minste twee assen plus de maximale diameter die beschreven wordt door de snij - en mengmiddelen, bijvoorbeeld ongeveer gelijk aan de genoemde som min een kwart van de diameter.According to a preferred embodiment, the at least one knife body comprises a front knife blade substantially parallel to the plane of the at least two axes. In such an embodiment, the front knife blade preferably extends over a width that is slightly smaller than the full width of the soil released by the cutting and mixing means. In this way, a piece of wall that is put in a second pass of the multi-axis drilling rig can connect well to a previous piece of wall. Even more preferably, the front knife blade extends over a width that is somewhat smaller than the sum of the mutual distances between the at least two axes plus the maximum diameter described by the cutting and mixing means, for example approximately equal to the said sum minus a quarter of the diameter.

Volgens een verder voordelig aspect van de uitvinding zijn geleidingsmiddelen voorzien voor het roteerbaar geleiden van de ten minste één aandrijfbare as. Het ten minste één meslichaam kan dan eenvoudig verbonden worden met de geleidingsmiddelen, bijvoorbeeld via een aantal verbindingsarmen. De geleidingsmiddelen omvatten typisch ten minste één cilindervormige lagering voor elke as, welke cilindervormige lageringen onderling verbonden zijn om de stabiliteit van de boorinstallatie te verhogen. Bij voorkeur zijn ten minste twee verbindingsarmen voorzien voor elk mesblad. In het geval van een drie-assige boorinstallatie strekken de verbindingsarmen zich nog meer bij voorkeur uit in hoofdzaak in het middenvlak tussen elk paar aangrenzende assen. Een dergelijke uitvoering heeft het voordeel dat de verbindingsarmen tevens een zekere losmaken van de grond teweegbrengen centraal in elke zone tussen het vlak van het mesblad en de buitenomtrek van de zone die losgemaakt worden door de roterende snij- en mengmiddelen. Op deze verbindingsarmen kunnen verder bijkomende ploegmiddelen zijn voorzien om het losmaken van de grond verder te bevorderen.According to a further advantageous aspect of the invention, guide means are provided for rotatably guiding the at least one drivable shaft. The at least one knife body can then be easily connected to the guide means, for example via a number of connecting arms. The guide means typically comprise at least one cylindrical bearing for each axis, which cylindrical bearings are interconnected to increase the stability of the drilling rig. Preferably at least two connecting arms are provided for each knife blade. In the case of a three-axis drilling rig, the connecting arms even more preferably extend substantially in the center plane between each pair of adjacent shafts. Such an embodiment has the advantage that the connecting arms also cause a certain detachment of the ground centrally in each zone between the plane of the knife blade and the outer circumference of the zone which are released by the rotating cutting and mixing means. Additional plowing means can further be provided on these connecting arms to further promote loosening of the ground.

Verder geniet het de voorkeur om zowel onder als boven het ten minste één meslichaa.m de nodige mengmiddelen, bijvoorbeeld in de vorm van eenvoudige mengarmen, te voorzien.Furthermore, it is preferable to provide the necessary mixing means both below and above the at least one knife body, for example in the form of simple mixing arms.

Volgens nog een ander aspect van de uitvinding kunnen bijkomende plpegmiddelen zijn voorzien bij de uiteinden van een mesblad. Dergelijke ploegmiddelen strekken zich bij voorkeur loodrecht op het mesblad in de richting van de ten minste één as uit en zijn bij voorkeur zodanig gevormd dat ze zowel bij het naar boven als het naar beneden bewegen een naar binnen duwen van de grond veroorzaken.According to yet another aspect of the invention, additional locating means can be provided at the ends of a knife blade. Such plowing means preferably extend perpendicular to the knife blade in the direction of the at least one axis and are preferably shaped in such a way that they cause the soil to be pushed inward both when moving upwards and downwards.

De uitvinding zal nu nader worden toegelicht aan de hand van de onderstaande figuurbeschrijving van een aantal uitvoeringsvoorbeelden, welke geenszins een beperkend karakter hebben en welke geïllustreerd worden in de tekeningen, waarin figuur 1 een schematisch vooraanzicht van een eerste uitvoeringsvorm van een boorinstallatie volgens de uitvinding is; figuur 2 een schematisch bovenaanzicht is van de eerste uitvoeringsvorm van figuur 1 gezien vanaf lijn 2,2 naar onder kijkend, waarbij de mengarmen en details van de boorkroon zijn weggelaten omwille van duidelijkheidsredenen; figuur 3 is een schematisch zijaanzicht van de eerste uitvoeringsvorm van figuur 1 waarin het gedeelte waarin de boorkroon zich bevindt is weggelaten; figuur 4 een schematisch vooraanzicht van een tweede uitvoeringsvorm van een boorinstallatie volgens de uitvinding is; figuur 5 een schematisch bovenaanzicht dat lijkt op het bovenaanzicht van figuur 2 is; figuur 6 een schematisch perspectivisch aanzicht van nog een andere variant van de uitvinding, waarbij het ondereinde van de as is weggelaten; figuur 7 een schematisch bovenaanzicht is van nog een vierde uitvoeringsvariant van de uitvinding; en figuren 8A en 8B respectievelijk een schematisch voor- en zijaanzicht zijn van een vijfde uitvoeringsvariant van de uitvinding; figuren 9A, 9B en 9C respectievelijk een schematisch voor-, boven- en zijaanzicht zijn van een zesde uitvoeringsvariant van de uitvinding; figuur 10A een schematisch perspectivisch aanzicht toont van een wand vervaardigd met een boorinstallatie volgens de stand van de techniek; en figuur ÏOB een schematisch perspectivisch aanzicht van een wand vervaardigd met een boorinstallatie volgens de uitvinding toont.The invention will now be further elucidated on the basis of the figure description below of a number of exemplary embodiments, which in no way have a limiting character and which are illustrated in the drawings, in which figure 1 is a schematic front view of a first embodiment of a drilling rig according to the invention ; Figure 2 is a schematic plan view of the first embodiment of Figure 1, looking down from line 2.2, with the mixing arms and drill bit details omitted for clarity reasons; Figure 3 is a schematic side view of the first embodiment of Figure 1 in which the portion in which the drill bit is located is omitted; Figure 4 is a schematic front view of a second embodiment of a drilling rig according to the invention; Figure 5 is a schematic plan view similar to the plan view of Figure 2; Figure 6 is a schematic perspective view of yet another variant of the invention, the lower end of the shaft being omitted; Figure 7 is a schematic top view of a fourth embodiment of the invention; and figures 8A and 8B are respectively a schematic front and side view of a fifth embodiment of the invention; Figures 9A, 9B and 9C are respectively a schematic front, top and side view of a sixth embodiment of the invention; Figure 10A shows a schematic perspective view of a wall made with a drilling rig according to the prior art; and figure 10 shows a schematic perspective view of a wall manufactured with a drilling rig according to the invention.

Figuren 1 t.e.m. 3 tonen een eerste uitvoeringsvorm van een boorinstallatie voor het in-situ vermengen van grond met een bindmiddel ter vorming van telkens een stuk wand in hoofdzaak gevormd door twee elkaar overlappende palen, waarbij de wand zoals verder zal worden uiteengezet aan één zijde vlak is gemaakt door gebruik van een bijkomend mesblad.Figures 1 to 3 show a first embodiment of a drilling rig for in-situ mixing of soil with a binder to form in each case a piece of wall substantially formed by two overlapping piles, the wall being, as will be further explained, flattened on one side by use of an additional blade.

In figuur 1 onderscheidt men een eerste roterend aandrijfbare äs 1 en een tweede roterend aandrijfbare as 1'. In de getoonde uitvoering is het ondereinde van elke as voorzien van een boorpunt 22 en 22' en een eerste stel snij-en mengmiddelen 20, 21; 20', 21' welke zorg dragen voor een eerste losmaken van de aangeboorde grond. De assen 1, 1' zijn verder elk voorzien van een respectievelijke boorkroon 4, 4' die met behulp van respectievelijke beugels 7, 7' verbonden zijn met de respectievelijke assen 1, 1'. De boorkroon is in de getoonde uitvoering aan zijn onderkant voorzien van schuin gericht tanden 6 die bij voorkeur naar de buitenkant van de boorkroon 4 gericht zijn. De tanden 6 zijn ingericht voor het oversnijden van een aangrenzende paal.Figure 1 distinguishes a first rotary drivable axle 1 and a second rotary drivable axle 1 '. In the embodiment shown, the lower end of each shaft is provided with a drill tip 22 and 22 'and a first set of cutting and mixing means 20, 21; 20 ', 21' which ensure a first loosening of the tapped soil. The shafts 1, 1 'are furthermore each provided with a respective drill bit 4, 4' which are connected to the respective shafts 1, 1 'by means of respective brackets 7, 7'. In the embodiment shown, the drill bit is provided on its underside with obliquely directed teeth 6 which are preferably directed towards the outside of the drill bit 4. The teeth 6 are arranged for cutting over an adjacent pole.

Volgens een andere variant kunnen in plaats van snijtanden ook naar onder gerichte snijblokken gebruikt worden, zie bijvoorbeeld de uitvoering beschreven in de Europese octrooiaanvrage 05 077 778.8 op naam van aanvraagster. Volgens nog een andere variant is geen boorkroon voorzien, en gebeurt de oversnijding met behulp van mesbladen die in spiraalvorm langs de assen 1, 1' lopen, welke spiraalvormige mesbladen bij hun uiteinde typisch voorzien zijn van snijtanden. Een voorbeeld hiervan is het "soil mixing wall System" van Bauer. Ook de snij- en mengmiddelen onderaan 20-22; 20'-22' kunnen op een andere manier zijn uitgevoerd.According to another variant, instead of incisors, downward-facing cutting blocks can also be used, see for example the embodiment described in the European patent application 05 077 778.8 in the name of the applicant. According to yet another variant, a drill bit is not provided, and the cutting takes place with the aid of knife blades which run in spiral form along the shafts 1, 1 ', which spiral blade blades are typically provided with incisors at their ends. An example of this is the "soil mixing wall system" from Bauer. Also the cutting and mixing means below 20-22; 20'-22 'can be designed in a different way.

Verder zijn voor de tweede as 1' bijkomende mengarmen 10a tot 10c voorzien boven de boorkroon. Opnieuw zijn hier veel andere varianten denkbaar. Algemeen kan gesteld worden dat . de twee assen 1, 1' voorzien moeten zijn van snij- en mengmiddelen voor het binnen een bepaalde diameter rond de as losmaken en mengen van de grond.Furthermore, for the second axis 1 'additional mixing arms 10a to 10c are provided above the drill bit. Again, many other variants are conceivable here. Generally it can be said that. the two shafts 1, 1 'must be provided with cutting and mixing means for loosening and mixing the soil within a certain diameter around the shaft.

De assen 1, 1' zijn verder voorzien van spuitmonden 16, 16'; 23, 23' en 24, 24'. Via deze spuitmonden kan bindmiddel en/of water ingebracht worden. Naast het voorzien van bindmiddel, kunnen deze spuitmonden eveneens het mengen bevorderen.The shafts 1, 1 'are further provided with nozzles 16, 16'; 23, 23 'and 24, 24'. Binder and / or water can be introduced via these nozzles. In addition to providing binder, these nozzles can also promote mixing.

Een aspect van de uitvinding bestaat in het voorzien van ten minste één .mesblad... In de eerste uitvoeringsvorm van figuur 1 is één mesblad 2 gemonteerd op een afstand van de assen 1, 1'. Dit mesblad is gemonteerd met behulp van twee verbindingsarmen 3, 3' die verbonden zijn met geleidingsmiddelen 8 waarin de assen 1, 1' roteerbaar gelagerd zijn. De geleidingsmiddelen kunnen op verschillende manieren uitgevoerd zijn. Figuur 2 illustreert een mogelijk uitvoering waarin voor elke as 1, 1' een lagerstructuur 11, 14; 11', 14' voorzien is. Voor extra stabiliteit zijn deze lagerstructuren onderling verbonden met behulp van een verbindingsplaat 12. en een reeks moer boutverbindingen 13, 13'. In de getoonde uitvoering is het mesblad 2 voorzien van twee verbindingsarmen 3, 3' die met behulp van moer boutverbindingen 15 verbonden zijn met de geleidingsmiddelen, centraal tegen de kokervormige elementen 11, 11' van de geleidingsmiddelen.An aspect of the invention consists in providing at least one knife blade ... In the first embodiment of Figure 1, one knife blade 2 is mounted at a distance from the shafts 1, 1 '. This knife blade is mounted with the aid of two connecting arms 3, 3 'which are connected to guide means 8 in which the shafts 1, 1' are rotatably mounted. The guide means can be designed in various ways. Figure 2 illustrates a possible embodiment in which for each axis 1, 1 'a bearing structure 11, 14; 11 ', 14' is provided. For additional stability, these bearing structures are interconnected by means of a connecting plate 12. and a series of nut bolt connections 13, 13 '. In the embodiment shown, the knife blade 2 is provided with two connecting arms 3, 3 'which are connected to the guide means by means of nut bolt connections 15, centrally against the tubular elements 11, 11' of the guide means.

Zoals te zien is in figuur 2 is de afstand Dm tussen het mesblad 2 en de aslijnen van de assen 1, 1' in hoofdzaak gelijk aan de straal d/2 van de boorkroon 4.As can be seen in figure 2, the distance Dm between the knife blade 2 and the axis lines of the shafts 1, 1 'is substantially equal to the radius d / 2 of the drill bit crown 4.

Verder is te zien in figuur 2 dat de afstand Da tussen de aslijnen van de assen 1, 1' kleiner is dan de diameter d van de boorkroon. Op die manier worden overlappende palen gevormd. De breedte b van het mesblad 2 is bij voorkeur enigszins kleiner dan de afstand Da tussen de assen plus de diameter d van de boorkroon 4, en bijvoorbeeld ongeveer gelijk aan Da + d -d/8 - d/8. Een dergelijke breedte zal ervoor zorgen dat een volledig vlakke wand wordt verkregen na het vormen van een aantal wanddelen, zie verder met verwijzing naar figuur 10B.It can also be seen in Figure 2 that the distance Da between the axis lines of the shafts 1, 1 'is smaller than the diameter d of the drill bit. In this way, overlapping posts are formed. The width b of the knife blade 2 is preferably slightly smaller than the distance Da between the shafts plus the diameter d of the drill bit crown 4, and for example approximately equal to Da + d -d / 8 - d / 8. Such a width will ensure that a completely flat wall is obtained after forming a number of wall parts, see further with reference to figure 10B.

Naast de snij - en mengmiddelen die zich onder het mesblad 2 bevinden, kunnen bijkomende mengarmen 9, 9' zijn voorzien die zich boven het mesblad 2 bevinden. Deze bijkomende mengarmen 9, 9' welke bóven het mesblad 2 zijn gelegen, zorgen voor een bijkomend mengen van de grond nadat het mes is gepasseerd tijdens het naar beneden bewegen van de boorkoppen en zorgen voor een extra voormengen tijdens de opgaande beweging van de boorkoppen.In addition to the cutting and mixing means which are located under the knife blade 2, additional mixing arms 9, 9 'can be provided which are located above the knife blade 2. These additional mixing arms 9, 9 'which are located above the knife blade 2, ensure an additional mixing of the soil after the knife has passed during the downward movement of the drill heads and provide for additional pre-mixing during the upward movement of the drill heads.

Dankzij het gebruik van een mesblad 2 dat mee naar beneden beweegt met de boorassen zal ook de grond in de in figuur. 2 gearceerde zone losgemaakt worden en gemengd worden met bindmiddel, zodanig dat een wanddeel verkregen wordt met één vlakke zijde. Een verdere verbetering van de in figuren 1-3 getoonde variant bestaat erin om aan de binnenzijde van het mesblad (dit is de naar de assen gekeerde zijde van het mesblad) ploegmiddelen te voorzien die de grond extra losmaken in de in figuur 2 gearceerde zones. Deze ploegmiddelen kunnen bij voorbeeld bestaan uit op een geschikte wijze gevormde metaalplaten die tegen de binnenkant van het mesblad 2 gelast worden.Thanks to the use of a knife blade 2 that moves downwards with the drill shafts, the ground will also appear in the figure. 2 hatched zone can be detached and mixed with binder, such that a wall part is obtained with one flat side. A further improvement of the variant shown in Figs. 1-3 consists in providing plow means on the inside of the knife blade (this is the side of the knife blade which faces towards the axes) which additionally loosens the soil in the zones hatched in Fig. 2. These plowing means may for example consist of suitably shaped metal plates which are welded to the inside of the knife blade 2.

Figuren 4 en 5 illustreren respectievelijk een voor- en bovenaanzicht van een tweede uitvoeringsvorm van een boorinstallatie volgens de uitvinding met drie roterend aandrijfbare assen, l., H , 1". De buitenste assen 1, 1" zijn voorzien van in hoofdzaak analoge snij- en mengmiddelen als de as 1 van de variant van figuren 1-3 en deze zullen bijgevolg niet opnieuw worden beschreven. Deze tweede uitvoeringsvariant zijn nog extra mengarmen 23, 23" voorzien boven de boorkronen 4, 4". De middelste as 1' is niet voorzien van een boorkroon, aangezien deze geen eerder gevormd wanddeel moet oversnijden. Wel zijn snij- en mengarmen 5' met snijtanden 6' voorzien. Verder zijn voormengarmen 20',21' voorzien net zoals voor de assen 1 en 1" .Figures 4 and 5 illustrate a front and top view, respectively, of a second embodiment of a drilling rig according to the invention with three rotary drivable shafts, 1, H, 1 ". The outer shafts 1, 1" are provided with substantially analogous cutting and mixing means such as the axis 1 of the variant of Figures 1-3 and these will therefore not be described again. This second embodiment variant is provided with additional mixing arms 23, 23 "above the drill bits 4, 4". The middle shaft 1 'is not provided with a drill bit, since it does not have to cut over a previously formed wall part. However, cutting and mixing arms 5 'with cutting teeth 6' are provided. Furthermore, premix arms 20 ', 21' are provided just as for the shafts 1 and 1 ".

Het mesblad 2 is hier met behulp van twee verbindingsarmen 3, 3' verbonden met de geleidingsmiddelen 8. Zoals best te zien is in figuur 5 bevinden de verbindingsarmen 3, 3' zich in hoofdzaak in het middenvlak tussen twee aangrenzende assen 1, 1'; 1', 1". Om het losmaken van de grond in de zones nabij het mes 2 vérder te verbeteren, kunnen bijvoorbeeld ploegmiddelen 17, 17' zijn voorzien. Deze hebben bij voorkeur een aangepaste vorm om zowel tijdens het naar boven als naar het beneden bewegen de grond in deze zones nabij het mes verder los te maken.Here, the knife blade 2 is connected to the guide means 8 by means of two connecting arms 3, 3 '. As can best be seen in Figure 5, the connecting arms 3, 3' are situated substantially in the central plane between two adjacent axes 1, 1 '; 1 ', 1 ". In order to further improve the loosening of the ground in the zones near the knife 2, plowing means 17, 17' can for instance be provided. These preferably have an adapted shape for lifting both upwards and downwards move the soil further in these zones near the blade.

Zoals geïllustreérd in figuur 6 kunnen ook aan de uiteinden van het mesblad twee bijkomende ploegmiddelen 18, 18' zijn voorzien. De ploegmiddelen bestaan hier uit een in V-vorm gebogen plaat die vanaf de bovenkant van het mesblad 2 naar binnen (i.e. naar het midden van het mesblad) loopt tot in hoofdzaak halverwege het mesblad 2 om vervolgens terug naar buiten te lopen tot aan de onderkant van het mesblad 2. Deze ploegplaten 18, 18.'. strekken zich in hoofdzaak loodrecht uit op het mesblad 2 aan de binnenkant daarvan. De ploegmiddelen 18, 18' zullen ervoor zorgen dat de grond zowel bij het naar boven als bij het naar beneden bewegen naar binnen, dit wil zeggen naar de zone tussen het mesblad 2 en de assen, geduwd wordt. Op die manier wordt ook nabij de uiteinden van het mesblad 2 een vlakke wand met goede eigenschappen verkregen.As illustrated in Figure 6, two additional plow means 18, 18 'can also be provided at the ends of the knife blade. The plow means here consist of a plate bent in a V-shape which runs from the top of the knife blade 2 inwards (ie towards the center of the knife blade) to substantially halfway through the knife blade 2 and then walks back out to the bottom of the knife blade 2. These plow plates 18, 18. ' extend substantially perpendicular to the blade 2 on the inside thereof. The plow means 18, 18 'will ensure that the ground is pushed inwards both when it is moved upwards and when it is lowered, that is to say to the zone between the knife blade 2 and the shafts. In this way a flat wall with good properties is also obtained near the ends of the knife blade 2.

Figuren 7 illustreert nog een vierde uitvoeringsvorm van de uitvinding. Figuur 7 is een bovenaanzicht van een drie-assige boorinstallatie waarin gebruik gemaakt wordt van een voorste mes 2 en een achterste mes 2'. Hoewel het voor typische toepassingen van de boorinstallatie volgens de uitvinding voldoende is om één vlak wanddeel te hebben, kan het voor specifieke toepassingen tevens wenselijk zijn om een tweede vlak wanddeel te hebben, in welk geval het nuttig is om een tweede mesdeel 2' te voorzien. De mesdelen 2, 2' zijn. via respectievelijke armen 3,3'; 3'', 3''' verbonden met de geleidingsmiddelen 8. Merk op dat het ook om redenen van stabiliteit de voorkeur kan genieten om een symmetrisch ten opzichte van de assen geplaatst tweede mesblad 2' te voorzien.Figures 7 illustrates a fourth embodiment of the invention. Figure 7 is a top view of a three-axis drilling rig in which use is made of a front blade 2 and a rear blade 2 '. Although for typical applications of the drilling rig according to the invention it is sufficient to have one flat wall part, for specific applications it may also be desirable to have a second flat wall part, in which case it is useful to provide a second knife part 2 ' . The knife parts are 2, 2 '. via respective arms 3,3 '; 3 '', 3 '' 'connected to the guide means 8. Note that it may also be preferable for stability reasons to provide a second knife blade 2' positioned symmetrically with respect to the shafts.

Figuren 8A en B illustreren een vijfde uitvoeringsvorm van de uitvinding waar men twee mesbladen 2a en 2b boven elkaar gemonteerd heeft aan één zijde van de assen. Het onderste mesblad 2a is door middel van twee armen 3a, 3a' verbonden met een onderste geleiding 8a en het bovenste mesblad 2b is door middel van twee armen 3b, 3b' verbonden met een onderste geleiding 8a. Tussen de onderste en de bovenste geleiding 8a, 8b is op elke as een mengarm 9, 9', 9". Merk op dat volgens een verdere variant bijkomende mengarmen kunnen voorzien zijn boven de bovenste geleiding of onder de onderste geleiding. Zoals best te zien is in figuur 8B heeft het onderste mesblad 2a bij voorkeur een naar onder gerichte meskant 30a, terwijl het bovenste mesblad bij voorkeur een naar boven gerichte meskant 30b heeft. Op die manier kunnen de mesbladen 2a, 2b zowel bij het naar boven als bij het naar onder bewegen de grond aansnijden.Figures 8A and B illustrate a fifth embodiment of the invention where two knife blades 2a and 2b are mounted one above the other on one side of the shafts. The lower knife blade 2a is connected to a lower guide 8a by means of two arms 3a, 3a 'and the upper knife blade 2b is connected to a lower guide 8a by means of two arms 3b, 3b'. Between each lower and upper guide 8a, 8b there is a mixing arm 9, 9 ', 9 "on each axis. Note that according to a further variant additional mixing arms can be provided above the upper guide or below the lower guide. As best seen 8B, the lower blade blade 2a preferably has a blade edge 30a directed downwards, while the upper blade blade preferably has a blade edge 30b directed upwards, In this way the blade blades 2a, 2b can be positioned both upwards and upwards. cut the ground while moving.

Ten slotte illustreren figuren 9A-C nog een zesde uitvoeringsvorm van de uitvinding waarin gebruik wordt gemaakt van een stel platte snijtanden 2a-2i. Dit kunnen bijvoorbeeld snijtanden zijn van het type dat gebruikt worden bij graafmachines. De getoonde zesde variant betreft een 2-assige boorinstallatie met een onderste geleiding 8a waartegen een onderste stel snijtanden 2f-2i is gemonteerd door middel van respectievelijke verbindingsramen 3f-3i, en met een bovenste geleiding 8b waartegen een bovenste stel snijtanden 2a-2e is gemonteerd door middel van respectievelijke verbindingsarmen 3a-3e. De onderste en bovenste snijtanden zijn geschrankt aangebracht over een breedte die enigszins kleiner is dan de volledige breedte van het werkgebied van de roterende snij - en mengmiddelen (i.e. over een breedte die enigszins kleiner is dan de afstand tussen assen plus de maximale diameter van de roterende snij - en mengmiddelen) zodanig dat deze volledige breedte vlak wordt afgewerkt. De afstand tussen snijtanden en het vlak waarin de assen liggen, is zoals voor de vorige uitvoeringen ongeveer gelijk aan de helft van de maximale diameter van de snij- en mengmiddelen. Merk op dat deze afstand anders kan worden gekozen in functie van het gewenste eindresultaat.Finally, Figures 9A-C illustrate another sixth embodiment of the invention in which use is made of a set of flat incisors 2a-2i. These can be, for example, incisors of the type used in excavators. The sixth variant shown relates to a 2-axis drilling rig with a lower guide 8a against which a lower set of cutting teeth 2f-2i is mounted by means of respective connecting frames 3f-3i, and with an upper guide 8b against which an upper set of cutting teeth 2a-2e is mounted by means of respective connecting arms 3a-3e. The lower and upper incisors are arranged squarely over a width slightly smaller than the full width of the working area of the rotary cutting and mixing means (ie over a width slightly smaller than the distance between axes plus the maximum diameter of the rotary cutting and mixing means) such that this full width is finished flat. The distance between incisors and the plane in which the shafts lie is, as for the previous embodiments, approximately equal to half the maximum diameter of the cutting and mixing means. Note that this distance can be selected differently depending on the desired end result.

In het geval dat een stel snijtanden 2a-2i wordt gebruikt zoals in figuur 9A-B zou men op analoge wijze als voor de variant van figuur. .7 een tweede stel snijtanden (niet getoond) kunnen voorzien aan de andere kant van de assen. Hetzelfde geldt voor de uitvoering van figuur 8A-B met twee boven elkaar gemonteerde mesbladen 2a, 2b waar men eveneens aan andere kant van de assen een tweede stel boven elkaar gemonteerde mesbladen zou kunnen voorzien.In the case that a set of incisors 2a-2i is used as in Figs. 9A-B, one would do in an analogous manner to the variant of Fig. .7 a second set of incisors (not shown) can be provided on the other side of the shafts. The same applies to the embodiment of Figs. 8A-B with two knife blades 2a, 2b mounted one above the other where a second set of knife blades mounted one above the other could also be provided on the other side of the shafts.

Ten slotte illustreren figuren 10A en 10B een perspectivisch aanzicht van een wand respectievelijk vervaardigd met een boorinstallatie volgens de stand van de techniek en met een boorinstallatie volgens de uitvinding. Zoals duidelijk te zien in figuur 10A kan met een boorinstallatie volgens de stand van de techniek geen vlakke wand verkregen worden. De boorinstallatie volgens de uitvinding laat daarentegen toe om één of twee zijden van de wand vlak uit te voeren. In het geval van figuur 10B werd gebruikgemaakt van een twee- of drie-assige boorinstallatie met slechts één mesblad 2, zodanig dat slechts één vlakke zijde 30 wordt verkregen.Finally, figures 10A and 10B illustrate a perspective view of a wall made with a drilling rig according to the prior art and with a drilling rig according to the invention, respectively. As can be clearly seen in figure 10A, a flat wall cannot be obtained with a drilling installation according to the prior art. The drilling rig according to the invention, on the other hand, allows one or two sides of the wall to be flat. In the case of Figure 10B, a two or three-axis drilling rig with only one blade 2 was used, such that only one flat side 30 is obtained.

De uitvinding is niet beperkt tot de hierboven beschreven uitvoeringsvarianten, en de vakman zal begrijpen dat vele modificaties en varianten denkbaar zijn zonder het kader van de uitvinding te verlaten dat enkel bepaald wordt door de hierna volgende conclusies. Zoals hierboven reeds kort toegelicht kunnen de snij - en mengmiddelen op vele manieren zijn uitgevoerd zonder het kader van de uitvinding te verlaten. Verder kunnen meer dan twee mesbladen zijn voorzien of kan de boorinstallatie voorzien zijn van meer dan drie assen.The invention is not limited to the embodiments described above, and those skilled in the art will understand that many modifications and variants are conceivable without departing from the scope of the invention which is only determined by the following claims. As already briefly explained above, the cutting and mixing means can be designed in many ways without departing from the scope of the invention. Furthermore, more than two knife blades can be provided or the drilling rig can be provided with more than three axes.

Claims (23)

1. Boorinstallatie voor het in-situ vermengen van grond met een bindmiddel ter vorming van een stuk wand omvattende : - ten minste twee roterend aandrijfbare verticale assen, waarbij elke as voorzien is van een stel snij - en mengmiddelen voor het binnen een bepaalde straal rond de as losmaken en mengen van de grond, waarbij elke twee aangrenzende assen van de ten minste twee assen op een onderlinge afstand van elkaar liggen die kleiner is dan de diameter waarbinnen het stel snij - en mengmiddelen de grond losmaakt ; - injectiemiddelen voor het injecteren van bindmiddel in de losgemaakte grond; met het kenmerk, dat ten minste één meslichaam gemonteerd is op een afstand van de ten minste één as, een en ander zodanig dat dit ten minste één meslichaam stationair blijft bij rotatie van de ten minste één as, en in bedrijf samen met de ten minste één as verticaal in de grond beweegt, de genoemde afstand van het ten minste één meslichaam tot het vlak dat doorheen de aslijnen van de ten minste twee assen in hoofdzaak overeenstemt met de genoemde bepaalde straal, en dat het ten minste één meslichaam zich uitstrekt evenwijdig met het vlak doorheen de aslijnen van de ten minste twee assen, over een breedte die kleiner is dan de volledige breedte van de door de snij - en mengmiddelen van de ten minste twee assen losgemaakte grond, en groter is dan de som van de onderlinge afstand(en) tussen de aslijnen van de ten minste twee assen.A drilling rig for mixing soil with a binder to form a piece of wall in situ comprising: - at least two rotatably driven vertical shafts, each shaft being provided with a set of cutting and mixing means for turning within a certain radius loosening the shaft and mixing the soil, wherein each two adjacent shafts of the at least two shafts are spaced apart by a distance smaller than the diameter within which the set of cutting and mixing means loosens the soil; - injection means for injecting binder into the loosened soil; characterized in that at least one blade body is mounted at a distance from the at least one axis, all such that this at least one blade body remains stationary upon rotation of the at least one axis, and in operation together with the at least one one axis moves vertically in the ground, said distance from the at least one blade body to the plane that through the axis lines of the at least two axes substantially corresponds to said particular radius, and that the at least one blade body extends parallel to the plane through the axis lines of the at least two axes, over a width that is smaller than the full width of the soil released by the cutting and mixing means from the at least two axes, and is greater than the sum of the mutual distance ( and) between the axis lines of the at least two axes. 2. Boorinstallatie voor het in-situ vermengen van grond met een bindmiddel ter vorming van een stuk wand omvattende: - ten minste één roterend aandrijfbare verticale as, waarbij elke as voorzien is van een stel snij- en mengmiddelen voor het rondom de as losmaken en mengen van de grond; - injectiemiddelen voor het injecteren van bindmiddel in de losgemaakte grond; met het kenmerk, dat ten minste één meslichaam gemonteerd is op een afstand van de ten minste één as, een en ander zodanig dat dit ten minste één meslichaam stationair blijft bij rotatie van de ten minste één as, en in bedrijf samen met de ten minste één as verticaal in de grond beweegt, en dat een stel niet mee roterende ploegmiddelen is voorzien tussen het ten minste één meslichaam en de ten minste één as, welke ploegmiddelen verbonden zijn met het ten minste één meslichaam, en zich ten minste uitstrekken nabij het ten minste één meslichaam buiten het bereik van de op de as gemonteerde snij- en mengmiddelen.2. Drilling installation for the in-situ mixing of soil with a binder to form a piece of wall comprising: - at least one rotatable drivable vertical axis, wherein each axis is provided with a set of cutting and mixing means for loosening around the axis and mixing the soil; - injection means for injecting binder into the loosened soil; characterized in that at least one blade body is mounted at a distance from the at least one axis, all such that this at least one blade body remains stationary upon rotation of the at least one axis, and in operation together with the at least one one axis moves vertically in the ground, and a set of non-rotating plow means is provided between the at least one knife body and the at least one axis, which plow means are connected to the at least one knife body, and extend at least near the at least one at least one knife body outside the range of the cutting and mixing means mounted on the shaft. 3. Boorinstallatie volgens conclusie 2, waarbij de boorinstallatie ten minste twee roterend aandrijfbare verticale assen heeft, met het kenmerk, dat het stel ploegmiddelen een ploeg omvat die ingericht is om de grond los te maken in de zone tussen het ten minste één meslichaam en de tenminste twee assen.3. Drilling installation as claimed in claim 2, wherein the drilling installation has at least two rotatably drivable vertical axes, characterized in that the set of plow means comprises a plow which is adapted to release the ground in the zone between the at least one knife body and the at least two axes. 4. Boorinstallatie volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat het ten minste één meslichaam een voorste mesblad in hoofdzaak evenwijdig met het vlak van de ten minste één as, omvat, en dat dit voorste mesblad bij zijn een eerste en tweede uiteinde voorzien is van respectievelijk een eerste en een tweede ploeg die telkens ingericht is om de grond naar binnen, dit wil zeggen naar de zone tussen het voorste mesblad en de tenminste één as, te duwen.4. Drilling rig as claimed in claim 2 or 3, characterized in that the at least one knife body comprises a front knife blade substantially parallel to the plane of the at least one axis, and that this front knife blade is provided at its first and second ends is respectively from a first and a second plow which is each adapted to push the ground inwards, i.e. to the zone between the front knife blade and the at least one axis. 5. Boorinstallatie voor het in-situ vermengen van grond met een bindmiddel ter vorming van een stuk wand omvattende: - ten minste één roterend aandrijfbare verticale as, waarbij elke as voorzien is van een stel snij - en mengmiddelen voor het rondom de as losmaken en mengen van de grond; - injectiemiddelen voor het injecteren van bindmiddel in de losgemaakte grond; met het kenmerk, dat ten minste één meslichaam gemonteerd is op een afstand van de ten minste één as, een en ander zodanig dat dit ten minste één meslichaam stationair blijft bij rotatie van de ten minste één as, en in bedrijf samen met de ten minste één as verticaal in de grond beweegt.5. Drilling installation for the in-situ mixing of soil with a binder to form a piece of wall comprising: - at least one rotatable drivable vertical shaft, wherein each shaft is provided with a set of cutting and mixing means for loosening around the shaft and mixing the soil; - injection means for injecting binder into the loosened soil; characterized in that at least one blade body is mounted at a distance from the at least one axis, all such that this at least one blade body remains stationary upon rotation of the at least one axis, and in operation together with the at least one one axis moves vertically into the ground. 6. Boorinstallatie volgens conclusie 2, 4 of 5, met het kenmerk, dat de boorinstallatie ten minste twee roterend aandrijfbare verticale assen heeft.Drilling installation according to claim 2, 4 or 5, characterized in that the drilling installation has at least two rotatably driven vertical shafts. 7. Boorinstallatie volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het ten minste één meslichaam ten minste één mesblad omvat.Drilling rig according to one of the preceding claims, characterized in that the at least one blade body comprises at least one blade blade. 8. Boorinstallatie volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het ten minste één meslichaam een stel snijtanden, bij voorkeur platte snijtanden omvat.Drilling rig according to one of the preceding claims, characterized in that the at least one knife body comprises a set of incisors, preferably flat incisors. 9. Boorinstallatie volgens één der voorgaande conclusies, waarbij elk stel snij- en mengmiddelen ingericht is voor het binnen een bepaalde straal rond de as losmaken van de grond, met het kenmerk, dat de genoemde afstand van het ten minste één meslichaam tot de aslijn van elke as in hoofdzaak overeenstemt met de genoemde bepaalde straal.9. Drilling rig as claimed in any of the foregoing claims, wherein each set of cutting and mixing means is adapted for loosening the ground within a certain radius around the axis, characterized in that said distance of the at least one knife body from the axis of each axis substantially corresponds to the specified radius. 10. Boorinstallatie volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het ten minste één meslichaam in bedrijf in hoofdzaak verticaal gericht is, i.e. in hoofdzaak evenwijdig aan de ten minste één as.10. Drilling rig as claimed in any of the foregoing claims, characterized in that the at least one knife body in operation is oriented substantially vertically, i.e. substantially parallel to the at least one axis. 11. Boorinstallatie volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de stellen snij- en mengmiddelen oversnijmiddelen omvatten ingericht voor het oversnijden van een aangrenzende stuk wand, met het kenmerk, dat het ten minste één meslichaam gemonteerd is boven de genoemde oversnijmiddelen.11. Drilling rig as claimed in any of the foregoing claims, wherein the sets of cutting and mixing means comprise cut-out means adapted to cut over an adjacent piece of wall, characterized in that the at least one knife body is mounted above said cut-over means. 12. Boorinstallatie volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het ten minste één meslichaam een voorste mesblad in hoofdzaak evenwijdig met het vlak van de ten minste één as, omvat.12. Drilling rig as claimed in any of the foregoing claims, characterized in that the at least one knife body comprises a front knife blade substantially parallel to the plane of the at least one axis. 13. Boorinstallatie volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat het voorste mesblad zich uitstrekt over een breedte die enigszins kleiner is dan de volledige breedte (loodrecht op de ten minste één as) van de door de snij- en mengmiddelen van de ten minste één as losgemaakte grond.Drilling rig as claimed in claim 12, characterized in that the front knife blade extends over a width that is slightly smaller than the full width (perpendicular to the at least one axis) of the cutting and mixing means of the at least one ash loosened soil. 14. Boorinstallatie volgens één der conclusies 1, 3, 6 en 12 of 13, waarbij elke twee aangrenzende assen van de ten minste twee assen op een onderlinge afstand van elkaar liggen die kleiner is dan de diameter waarbinnen het stel snij- en mengmiddelen de grond losmaakt, met het kenmerk, dat het voorste mesblad zich uitstrekt over een breedte (loodrecht op de assen) die enigszins kleiner is dan de som van de genoemde onderlinge afstanden plus de genoemde diameter.14. Drilling rig as claimed in any of the claims 1, 3, 6 and 12 or 13, wherein each two adjacent axes of the at least two axes are spaced apart from each other which is smaller than the diameter within which the set of cutting and mixing means is the ground loosens, characterized in that the front knife blade extends over a width (perpendicular to the axes) that is somewhat smaller than the sum of the said mutual distances plus the said diameter. 15. Boorinstallatie volgens één der voorgaande conclusies, waarbij geleidingsmiddelen zijn voorzien voor het roteerbaar geleiden de ten minste één aandrijfbare as, met het kenmerk, dat het ten minste één meslichaam door middel van een aantal verbindingsarmen verbonden is met de geleidingsmiddelen.15. Drilling rig as claimed in any of the foregoing claims, wherein guide means are provided for rotatably guiding the at least one drivable shaft, characterized in that the at least one knife body is connected to the guide means by means of a number of connecting arms. 16. Boorinstallatie volgens één der conclusies 1, 3 of 6 en 15, met het kenmerk, dat de geleidingsmiddelen in hoofdzaak bestaan uit ten minste één cilindervormige lagering voor elke as, welke cilindervormige lageringen onderling verbonden zijn tussen twee aangrenzende assen.Drilling rig according to one of claims 1, 3 or 6 and 15, characterized in that the guide means consist essentially of at least one cylindrical bearing for each shaft, which cylindrical bearings are mutually connected between two adjacent shafts. 17. Boorinstallatie volgens conclusie 4, 7 en 15 of 16, met het kenmerk, dat ten minste twee verbindingsarmen voorzien zijn voor elk mesblad.17. Drilling rig according to claim 4, 7 and 15 or 16, characterized in that at least two connecting arms are provided for each blade. 18. Boorinstallatie volgens conclusie 17, waarbij de boorinstallatie drie verticale boorassen heeft, met het kenmerk, dat de verbindingsarmen zich in hoofdzaak in het middenvlak tussen elk paar aangrenzende assen uitstrekt.A drilling rig as claimed in claim 17, wherein the drilling rig has three vertical drill shafts, characterized in that the connecting arms extend substantially in the center plane between each pair of adjacent shafts. 19. Boorinstallatie volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat voor elke as onder het ten minste één meslichaam een onderste stel snij - en mengmiddelen is voorzien en boven het ten minste één meslichaam een stel bovenste mengmiddelen is voorzien.A drilling rig according to any one of the preceding claims, characterized in that a lower set of cutting and mixing means is provided for each axis below the at least one knife body and a set of upper mixing means is provided above the at least one knife body. 20. Boorinstallatie volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een stel niet mee roterende ploegmiddelen is voorzien tussen het ten minste één meslichaam en de ten minste één as, welke ploegmiddelen verbonden zijn met het meslichaam, en zich bij voorkeur ten minste uitstrekken nabij het meslichaam buiten het bereik van de op de as gemonteerde snij- en mengmiddelen.20. Drilling rig as claimed in any of the foregoing claims, characterized in that a set of non-rotating plow means is provided between the at least one knife body and the at least one shaft, which plow means are connected to the knife body, and preferably extend at least near the blade body outside the range of the cutting and mixing means mounted on the shaft. 21. Boorinstallatie volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het ten minste één meslichaam een voorste mesblad in hoofdzaak evenwijdig met het vlak van de ten minste één as, omvat, en dat dit voorste mesblad bij zijn uiteinden voorzien is van ploegmiddelen.A drilling rig as claimed in any one of the preceding claims, characterized in that the at least one knife body comprises a front knife blade substantially parallel to the plane of the at least one axis, and that said front knife blade is provided with plow means at its ends. 22. Boorinstallatie volgens conclusie 21, met het kenmerk, dat de ploegmiddelen in hoofdzaak bestaan uit telkens een ploeg die in hoofdzaak loodrecht uitsteekt vanaf het mesblad in de richting van de ten minste één as.Drilling rig according to claim 21, characterized in that the plow means consist essentially of a plow that protrudes substantially perpendicularly from the knife blade in the direction of the at least one axis. 23. Boorinstallatie volgens conclusie 22, met het kenmerk, dat de ploeg gezien van onder naar boven eerst enigszins naar binnen verloopt en vervolgens weer naar buiten loopt, een en ander zodanig dat de grond zowel bij het naar boven als het naar onder bewegen van de ten minste één as naar binnen wordt geduwd.23. Drilling rig as claimed in claim 22, characterized in that, viewed from bottom to top, the plow first runs slightly inwards and then runs out again, such that the ground both when moving up and down at least one axis is pushed inwards.
BE2009/0085A 2009-02-13 2009-02-13 DRILL INSTALLATION. BE1018657A5 (en)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2009/0085A BE1018657A5 (en) 2009-02-13 2009-02-13 DRILL INSTALLATION.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE200900085 2009-02-13
BE2009/0085A BE1018657A5 (en) 2009-02-13 2009-02-13 DRILL INSTALLATION.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1018657A5 true BE1018657A5 (en) 2011-06-07

Family

ID=41037826

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2009/0085A BE1018657A5 (en) 2009-02-13 2009-02-13 DRILL INSTALLATION.

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1018657A5 (en)

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP1878832A2 (en) * 2006-07-14 2008-01-16 Decombi B.V. Assembly for forming an elongated construction element under ground, and a displacement element for use therein
CN106088067A (en) * 2016-08-04 2016-11-09 陈腊根 A kind of double multiaxis stake machine

Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4886400A (en) * 1988-03-23 1989-12-12 S.M.W. Seiko, Inc. Side cutting blades for multi-shaft auger system and improved soil mixing wall formation process
JPH02243818A (en) * 1989-03-17 1990-09-27 Nitto Kogyo Kk Drilling device
US5050320A (en) * 1988-10-26 1991-09-24 Kajima Corporation Multi-shaft kneading auger system
US5295769A (en) * 1991-11-15 1994-03-22 Daisho Shinki Kabushiki Kaisha Stirring apparatus for improving ground
JPH06220853A (en) * 1993-01-25 1994-08-09 Seiko Kogyo Kk Side cut method for ground and side cut device
US5797465A (en) * 1993-10-22 1998-08-25 Chemical Grouting Company, Ltd. Multi-shaft drilling unit
EP1666670A1 (en) * 2004-12-06 2006-06-07 Luc Maria Hugo Corneel Smet Drilling device

Patent Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4886400A (en) * 1988-03-23 1989-12-12 S.M.W. Seiko, Inc. Side cutting blades for multi-shaft auger system and improved soil mixing wall formation process
US5050320A (en) * 1988-10-26 1991-09-24 Kajima Corporation Multi-shaft kneading auger system
JPH02243818A (en) * 1989-03-17 1990-09-27 Nitto Kogyo Kk Drilling device
US5295769A (en) * 1991-11-15 1994-03-22 Daisho Shinki Kabushiki Kaisha Stirring apparatus for improving ground
JPH06220853A (en) * 1993-01-25 1994-08-09 Seiko Kogyo Kk Side cut method for ground and side cut device
US5797465A (en) * 1993-10-22 1998-08-25 Chemical Grouting Company, Ltd. Multi-shaft drilling unit
EP1666670A1 (en) * 2004-12-06 2006-06-07 Luc Maria Hugo Corneel Smet Drilling device

Cited By (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP1878832A2 (en) * 2006-07-14 2008-01-16 Decombi B.V. Assembly for forming an elongated construction element under ground, and a displacement element for use therein
EP1878832A3 (en) * 2006-07-14 2012-06-27 DeCombi B.V. Assembly for forming an elongated construction element under ground, and a displacement element for use therein
CN106088067A (en) * 2016-08-04 2016-11-09 陈腊根 A kind of double multiaxis stake machine
CN106088067B (en) * 2016-08-04 2018-01-23 陈腊根 A kind of double multiaxis stake machine

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CN100434599C (en) Method of making a sloted wall in ground and device therefor
EP3103928B1 (en) Construction vehicle with tipping chassis
DE3940687A1 (en) ROAD PLANING MACHINE
BE1018657A5 (en) DRILL INSTALLATION.
DE3515889A1 (en) EARTH DRILLING DEVICE
DE4208245C2 (en) Boom system for excavators
JP2010076940A5 (en)
DE2225783C3 (en) Flat silo cutter
TR201814995T4 (en) It can move backhoe machine, especially automatic concrete pump and production method.
US20130192097A1 (en) Device for digging a trench
AT508152A4 (en) MACHINE WITH A DISPLACEMENT DEVICE FOR RECEIVING BULK MATERIAL OF A RIDING BED
JP6132437B2 (en) Farm ditcher
AT506122A1 (en) BORING MACHINE
DE19739915C2 (en) Bankettefräsaggregat
DE4213523B4 (en) Mobile milling loader, in particular ground milling device
CH627914A5 (en) Ground-working machine
DE4210353A1 (en) Chain cutter with forced material discharge for road construction - incorporates numerous collapsible hooks which close slots in chain after they have passed sprocket teeth
DE102010025681B3 (en) Terrestrial collector for use in e.g. heat pump, has milled slot region for positioning terrestrial collector device, where terrestrial collector device is positioned in region of milled slot perpendicular to front end of milled slot
EP1760255B1 (en) Mining apparatus
DE2517122C2 (en) Tunneling machine
EP1879793B1 (en) Device for machining a reservoir
DE102006043547A1 (en) Paving-block e.g. interlocking paver, laying machine, has pressure jaw pivotably held on pivot axis and brought in inclined position relative to holding frame main plane during attachment of supporting unit on paving block bearing
ITRM20110064A1 (en) PERFECT EQUIPMENT OF CARRIED TYPE, SUITABLE FOR MAKING PROCESSING AGAINST LAND DESERTIFICATION
DE1484637C3 (en) Trencher with a chain of buckets
DE102021114947A1 (en) diaphragm wall cutter

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20230228