BE1017653A5 - - Google Patents

Abstract

Deze uitvinding betreft enerzijds een opslaginrichting (10) voor prei. Anderzijds betreft deze uitvinding een preirooi-inrichting (12) voorzien van een dergelijke opslaginrichting. De opslaginrichting (10) omvat een roteerbaar draagplatform (1) dat in een voorkeurdragende uitvoering cirkelvormig is uitgevoerd. Het platform (1) cirkelvormig uitvoeren heeft tot gevolg dat er meer ruimte gecreëerd wordt voor het bladgroen aan de buitenzijde van het draagplatform (1), dit heeft als voordeel dat de gestapelde lagen prei, redelijk vlak blijven liggen, ongeacht de stapelhoogte. Hierdoor kan men de prei sneller en makkelijker terug van de opslaginrichting (10) nemen om hun verder te reinigen en te wassen.

Description

OPSLAGINRICHTING VOOR EEN AUTOMATISCHE PREIROOI-INRICHTING

Deze uitvinding betreft enerzijds een opslaginrichting voor prei, waarbij de genoemde inrichting een roteerbaar draagplatform omvat dat voorzien is voor het tijdelijk opslaan van de aangevoerde prei. Anderzijds betreft deze uitvinding een preirooi-inrichting voorzien van een dergelijke opslaginrichting.

Preirooi-inrichtingen zijn algemeen gekend en omvatten een over een akker verrijdbaar gestel voorzien van klembanden om de op de akker staande preiplanten te grijpen, op te lichten en deze vervolgens te bewerken door ze langs een snijdinrichting voor het afsnijden van de wortels en blad te geleiden. Dergelijke inrichtingen worden o.a beschreven in de Nederlands octrooipublicatie NL 9 300 405 en de Franse octrooipublicatie FR 2 553 630.

De bewerkte prei worden vervolgens manueel afgenomen en door arbeiders gestapeld in een opslaginrichting zoals bijv. kisten, dozen, voorraad rekken of balkvormige containers met een open zijde. Aangezien dit een zeer arbeidsintensief werk is, werden er inrichtingen ontwikkeld om de gerooide prei machinaal af te leggen. Zo beschrijft de Belgische octrooipublicatie BE 1 015 325 een opslaginrichting voor het opslaan van gerooide groenten, in het bijzonder prei, in hiertoe voorziene containers. De beschreven inrichting omvat o.a een heen en weer bewegend laadgestel voorzien van een transportband dewelke uitgerust is om de gerooide prei af te leggen in de (balkvormige) container. Op deze manier wordt een lege container geleidelijk aan, laag per laag gevuld. Het laadgestel is bovendien schamierbaar zodat de uitgangszijde van de transportband zich tijdens het vullen steeds ter hoogte van de te vullen zone bevindt.

Bij het machinaal afleggen van prei treden echter enkele problemen op. Prei heeft namelijk een niet uniforme vorm, het volume van de stengel is merkbaar kleiner dan het volume van het bladgroen. Wanneer de prei, zoals hierboven beschreven laag per laag in een (balkvormige) container gestapeld wordt zal de eerste laag nog horizontaal liggen terwijl de tweede laag al iets schuiner komen te liggen (met de wortel naar beneden gericht). Bij de volgende lagen wordt dit effect nog versterkt zodat op een bepaald moment de prei zodanig schuin komt te liggen dat de prei bijna recht in de container staat. Dit bemoeilijkt vanzelfsprekend het lossen van de container. Bovengenoemd probleem komt minder voor bij het manueel afleggen omdat men af en toe een laag prei dwars zal leggen.

Deze uitvinding heeft tot doel een opslaginrichting voor prei te verschaffen die toelaat de aangevoerde prei op een eenvoudige manier en automatisch te stapelen, zonder dat de prei recht komt te staan.

Het doel van de uitvinding wordt bereikt door te voorzien in een opslaginrichting voor prei, waarbij de genoemde inrichting een roteerbaar draagplatform omvat dat voorzien is voor het tijdelijk opslaan van de aangevoerde prei en waarbij de opslaginrichting een centraal op het draagplatform gepositioneerde kolom omvat die dienst doet als steun voor de wortels van de prei. Dit heeft als voordeel dat dergelijke inrichting toelaat de aangevoerde prei eenvoudig te stapelen. Het genoemde platform is in een voorkeurdragende uitvoering cirkelvormig uitgevoerd. Het platform cirkelvormig uitvoeren heeft tot gevolg dat er meer ruimte gecreëerd wordt voor het bladgroen aan de buitenzijde van het draagplatform, dit heeft als voordeel dat de gestapelde lagen prei redelijk vlak blijven liggen, ongeacht de stapelhoogte. Hierdoor kan men de prei sneller en makkelijker terug van de opslaginrichting nemen om hem verder te reinigen en te wassen.

De genoemde kolom is in het bijzonder hol uitgevoerd en heeft meer in het bijzonder een ronde dwarsdoorsnede.

Volgens een meer voorkeurdragende uitvoering van de opslaginrichting volgens de uitvinding omvat de inrichting steunmiddelen voor de opgeslagen prei voorzien voor het steunen van de prei wanneer een vooraf bepaalde opslaghoogte is bereikt. De steunmiddelen bieden het voordeel dat de belasting op de onderste lagen prei wordt beperkt, dit om o.a bladbreuk te voorkomen.

De steunmiddelen omvatten in een bijzondere uitvoering van de opslaginrichting minstens één reeks met de kolom verbonden uitklapbare stangenstelsels, waarbij een reeks stangenstelsels op een zodanig manier zijn uitgevoerd dat deze in uitgeklapte toestand een steunvlak vormen voor de gestapelde of de te stapelen prei. De opslaginrichting omvat meer in het bijzonder twee reeksen met de kolom verbonden uitklapbare stangenstelsels waarbij de eerste reeks voorzien is om uit te klappen wanneer een opslaghoogte van ongeveer 50 cm is bereikt en waarbij de tweede reeks voorzien is om uit te klappen wanneer een opslaghoogte van ongeveer 100 cm is bereikt.

Volgens een meest voorkeurdragende uitvoering van de opslaginrichting volgens deze uitvinding omvat elk stangenstelsel minstens twee schamierbare steunarmen.

Volgens een andere voorkeurdragende uitvoering van de opslaginrichting overeenkomstig deze uitvinding omvat de inrichting steunmiddelen voor de opgeslagen prei voorzien voor het steunen van de prei vanaf de omtrek van het cirkelvormig draagplatform. De steunmiddelen omvatten hiervoor minstens twee ringvormige elementen met een diameter overeenkomstig de diameter van het draagplatform. De minstens twee ringvormige elementen zijn onderling (verticaal) verbonden via een aantal flexibele verbindingen, zoals bijvoorbeeld: kettingen, kabels, touwen e.d. Het bovenste ringvormige element wordt tijdens het vullen van de opslaginrichting op een constante hoogte gehouden, terwijl de opslaginrichting geleidelijk zakt. Zodoende wordt aan de buitenomtrek van de opslaginrichting een net gevormd dat zal verhinderen dat de opgeslagen prei in radiale richting van de opslaginrichting schuift.

Een ander onderwerp van deze octrooiaanvraag betreft een preirooi-inrichting omvattende een rooi-element, een opslaginrichting en een aanvoerinrichting voorzien om de gerooide prei naar de opslaginrichting te brengen, waarbij de genoemde opslaginrichting uitgevoerd is zoals hierboven omschreven.

Bij een voorkeurdragende uitvoeringsvorm, omvat de preirooi-inrichting volgens de uitvinding bedieningsmiddelen voorzien voor het uitklappen van de steunmiddelen. In het bijzonder omvatten de genoemde bedieningsmiddelen een wigvormig element dat beweegbaar is tussen een rustpositie en een werkpositie, waarbij het genoemde element voorzien is om in de werkpositie de steunmiddelen te laten uitklappen.

Volgens een meer voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat de preirooi-inrichting eerste drukmiddelen die zich langs de buitenomtrek van het draagplatform van de opslaginrichting uitstrekken en die voorzien zijn om de wortels van de in de opslaginrichting gestapelde prei tegen de kolom te drukken.

Bij een bijzonder voorkeurdragende uitvoering van de preirooi-inrichting volgens de uitvinding omvat de preirooi-inrichting tweede drukmiddelen die voorzien zijn om een verticale kracht uit te oefenen op de in de opslaginrichting gestapelde prei.

Bij een meest bijzondere uitvoering van de preirooi-inrichting volgens de uitvinding omvat de preirooi-inrichting aandrijfmiddelen voorzien om het draagplatform van de opslaginrichting te laten roteren..

Om de eigenschappen van deze uitvinding verder te verduidelijken en om bijkomende voordelen en bijzonderheden ervan aan te duiden, volgt nu een meer gedetailleerde beschrijving van een opslaginrichting voor gerooide prei volgens de uitvinding en een preirooi-inrichting voorzien van een dergelijke opslaginrichting. Het weze duidelijk dat niets in de hierna volgende beschrijving kan geïnterpreteerd worden als een beperking van de in de conclusies opgeëiste bescherming voor de inrichting volgens de uitvinding.

In deze beschrijving wordt door middel van referentiecijfers verwezen naar de hierbij gevoegde tekeningen waarbij: - figuur 1.1 t/m 1.6 in verschillende stappen voorstelt hoe de steunmiddelen voorzien op de centrale kolom van de opslaginrichting geopend worden m.b.v de bedieningsmiddelen voorzien op de preirooi-inrichting; - figuur 2.1: een bovenzicht is van het aandrijfmechanisme voor de opslaginrichting; - figuur 2.2: een zijaanzicht is van het aandrijfmechanisme in zijn omhoog geklapte positie; - figuur 2.3: een zijaanzicht is van het aandrijfmechanisme in zijn naar beneden geklapte positie; - figuur 3: een bovenaanzicht is van de aanvoerinrichting en opslaginrichting.

De preirooi-inrichting (12) volgens de uitvinding omvat o.a een rooi-element, een opslaginrichting (10) en een aanvoerinrichting (11) voorzien om de gerooide prei naar de opslaginrichting (10) te brengen. De gerooide prei wordt door middel van een aflegschijf haaks op de aanvoerinrichting gerangschikt. Doel van de aflegschijf is de prei zoveel mogelijk op één lijn leggen zodat de wortels even ver uitsteken, dit ten behoeve van het zorgvuldig vullen van de opslaginrichting (10).

De aanvoerinrichting (11) is voorzien van één of meerdere rijen meeneemelementen om de prei naar een hoger gelegen niveau te brengen.

Omdat alle gerooide preiplanten even lang zouden zijn en om het bladvolume te reduceren kan op de aanvoerinrichting (11) één of meerdere roterende messen staan om het overtollige bladgroen bij te snijden. Zoals voorgesteld op figuur 3 is de aanvoerinrichting (11) zodanig opgesteld ten opzichte van de opslaginrichting (10) dat de uitgangszijde ervan zich op een radiaal van de opslaginrichting bevindt.

Zoals eerder besproken hebben klassieke opslaginrichtingen een balkvormige vorm en zal - aangezien het volume van de stengel merkbaar kleiner is dan het volume van het bladgroen - een nefast gevolg optreden bij het automatisch stapelen van de prei. De opslaginrichting volgens de deze uitvinding biedt een oplossing aan dit probleem.

De opslaginrichting (10) volgens de uitvinding en zoals voorgesteld op de bij gevoegde figuren, omvat hiertoe een roteerbaar, bij voorkeur cirkelvormig uitgevoerd, draagplatform (1) dat voorzien is voor het tijdelijk opslaan van de aangevoerde prei. Verder omvat de opslaginrichting (10) een centraal op het draagplatform (1) gepositioneerde kolom (2) die dienst doet als steun voor de wortels van de aangevoerde prei. Dergelijk uitgevoerde opslaginrichting (10) garandeert dat de lagen prei redelijk vlak blijven liggen, ongeacht de stapelhoogte. Doordat de omtrek van de buitenrand van het draagplatform (1) groter is dan de omtrek van de centrale kolom (2), is er - per prei gezien - meer volume voor het bladgroen (dat zich aan de buitenrand bevindt) dan voor de wortel (die tegen de centrale kolom ligt). Zodoende blijft de dikte van een laag prei constant, zowel aan de wortel als aan het bladgroen gemeten. Dit garandeert dat de prei zelfs na meerdere lagen nog steeds horizontaal ligt. Hierdoor kan men de prei sneller en makkelijker terug van de opslaginrichting (10) nemen om hem verder te schonen en te wassen.

Wanneer de prei gestapeld wordt in de opslaginrichting (10) zal de prei onder aan de inrichting (10), onder zware druk komen te staan. Om dit te beperken omvat de inrichting steunmiddelen (3) voor de opgeslagen prei die voorzien zijn voor het steunen van de prei wanneer een vooraf bepaalde opslaghoogte is bereikt. De steunmiddelen (3) omvatten minstens één reeks met de kolom (2) verbonden uitklapbare stangenstelsels (4). De reeks stangenstelsels (4) zijn op een zodanig manier uitgevoerd dat deze in uitgeklapte toestand een steunvlak vormen voor de gestapelde of de te stapelen prei. Elk stangenstelsel (4) omvat minstens twee schamierbare steunarmen (4a, 4b) en zijn zodanig gebouwd dat ze in ingeklapte positie nauwelijks buiten de centrale kolom (2) komen. Elk stangenstelsel (4) wordt ingeklapt gehouden door een veerbediend sluitmechanisme dat verhindert dat ze per ongeluk zouden uitklappen.

De opslaginrichting (10) omvat verder een sokkel met geleiders (13) voorzien om de opslaginrichting (10) op te scheppen, met behulp van bijvoorbeeld een vorkheftruck, de rooi-inrichting zelf of een ander heftoestel, en deze op de preirooi-inrichting (12) te plaatsen.

De preirooi-inrichting (12) volgens de uitvinding omvat naast het rooielement, de aanvoerinrichting (11) en de opslaginrichting (10) onder meer nog een hefïnrichting (hefmast) om de opslaginrichting op en neer te bewegen en aandrijfiniddelen (9) (zie figuur 2.1 t/m 2.3) voorzien om het draagplatform (1) van de opslaginrichting (10) te laten roteren.

De aandrijfiniddelen (9) omvatten een in - en uitklapbare aandrijfeenheid. Deze aandrijfeenheid dient naar beneden geklapt (figuur 2.3) om de opslaginrichting (10) bijvoorbeeld m.b.v de hefmrichting op te scheppen. In het geval de opslaginrichting (10) d.m.v de rooi-inrichting zelf wordt opgeschept en op de inrichting geplaatst kan dit gebeuren d.m.v twee vorken voorzien aan de hefinrichting. Deze vorken passen in de geleiders (13) van de sokkel.

Eens de opslaginrichting (10) op de preirooi-inrichting (12) geplaatst is, wordt de aandrijfeenheid omhoog geklapt (zoals voorgesteld op figuur 2.2) m.b.v een hydraulische cilinder. De aandrijfeenheid is voorzien van een aandrijfbare, bij voorkeur vierkant uitgevoerde, pin (14) die past in een opening voorzien in de bodemplaat van het draagplatform (1).

Eens de aandrijfeenheid in de omhoog geklapte positie staat, wordt de opslaginrichting (10) door de hefinrichting omhoog getild totdat het draagplatform (1) zich net onder de uitvoerzijde van de aanvoerinrichting (11) bevindt.

De aandrijfeenheid wordt geactiveerd door een optische opnemer die de aanwezigheid van prei detecteert op het einde (uitgangszijde) van de aanvoerinrichting (11). Zolang er zich hier geen prei bevindt, draait de opslaginrichting (10) niet. Dit heeft het voordeel dat de opslaginrichting (10) gelijkmatig gevuld kan worden.

Op het moment dat de gerooide prei zich op het einde van de aanvoerinrichting (11) bevindt, zal de opslaginrichting (10) beginnen draaien. Op die manier vormt de opslaginrichting (10) en zoals blijkt uit figuur 3, als het ware een oneindig verlengstuk van de aanvoerinrichting. De prei wordt, met hun wortels gericht naar de centrale kolom (2), één voor één op het draagplatform (1) geplaatst. Na één volledige omwenteling van het draagplatform (1) zal de volledige bodemlaag opgevuld zijn en kan door verder roteren de volgende laag prei gestapeld worden. Onder de aanvoerinrichting (11) zit een detector die het niveau van de gestapelde prei detecteert. Indien de gestapelde prei te hoog ligt om nog onder de aanvoerinrichting (11) te kunnen passeren, stuurt de detector een signaal dat de hefinrichting doet zakken tot er terug genoeg ruimte is om de gestapelde prei onder de aanvoerinrichting (11) te kunnen laten passeren. Het is de bedoeling de valhoogte van de gerooide prei vanaf de aanvoerinrichting (11) tot op de opslaginrichting (10) zo miniem mogelijk te houden om de prei netjes gerangschikt op de opslaginrichting (10) te krijgen en bladbreuk te vermijden.

Eens de opslaginrichting (10) een bepaalde afstand gezakt is en er dus reeds een dikke laag, bijvoorbeeld 50 of 70 cm, prei is gestapeld, is het wenselijk om zowel de reeds gestapelde als de te stapelen prei te steunen. Hiertoe omvat de opslaginrichting (10) zoals eerder gezegd steunmiddelen (3) in de vorm van minstens een reeks met de kolom (2) verbonden uitklapbare stangenstelsels (4). Om de steunmiddelen (3) te laten uitklappen omvat de preirooi-inrichting (12) bedieningsmiddelen (5). De bedieningsmiddelen (5) worden geactiveerd door een aantal op de hefinrichting voorziene contacten.

De bedieningsmiddelen (5) omvatten een wigvormig element (6) dat beweegbaar is tussen een rustpositie en een werkpositie, waarbij het genoemde element (6) voorzien is om in de werkpositie de steunmiddelen (3) te laten uitklappen. De werking ervan blijkt duidelijk uit figuren 1.1 t/m 1.6, waarbij figuur 1.1 een bovenaanzicht is van de centrale kolom (2) voorzien van de ingeklapte stangenstelsels (4) en de bedieningsmiddelen (5) in hun rustpositie. Wanneer de gestapelde prei een vooraf bepaalde opslaghoogte bereikt, wordt dit gedetecteerd en worden de bedieningsmiddelen (5) geactiveerd waarbij ze overgaan van hun rustpositie naar een werkpositie (fig. 1.2 en 1.3). In de werkpositie bevindt het wigvormig element (6) zich ongeveer tegen de centrale kolom (2). Door de verdraaiing van het draagplatform (1) spiest het wigvormig element (6) zich tussen de centrale kolom (2) en een eerste uitklapbaar stangenstelsel (4) van de reeks en overwint zo de kracht die de veer van het sluitmechanisme uitoefent om het stangenstelsel (4) ingeklapt te houden. De eerste steunarm (4a) van het eerste stangenstelsel wordt aldus uitgeklapt (zie figuur 1.4). Wanneer deze eerste steunarm (4a) zich in zijn uitgeklapte positie bevindt, zal de tweede, bij voorkeur gebogen, steunarm (4b) van dit stangenstelsel onder invloed van de zwaartekracht verder uitklappen (zie figuur 1.5). Dit proces wordt herhaald totdat het draagplatform (1) en dus ook het wigvormig element (6) een volledige omwenteling heeft uitgevoerd. Na één volledige omwenteling zijn alle stangenstelsels (4) die deel uitmaken van een reeks, voorzien op een welbepaalde hoogte op de centrale kolom (2), uitgeklapt (zie figuur 1.6) en vormen ze als het ware een steunvlak voor de gestapelde of de te stapelen prei. Eens het eerste steunvlak gevormd zal het wigvormig element (6) zich opnieuw naar zijn rustpositie verplaatsen totdat de gestapelde prei een volgende vooraf bepaalde opslaghoogte bereikt.

Om de stabiliteit van de opgeslagen (gestapelde) prei te garanderen is het wenselijk dat deze met de wortels zo dicht mogelijk tegen de centrale kolom (2) aanliggen. De aanvoerinrichting (11) is hiervoor reeds zo opgesteld dat deze de prei zo dicht mogelijk tegen de centrale kolom (2) legt. Om dit evenwel nog beter te doen omvat de preirooi-inrichting (12) volgens de uitvinding eerste drukmiddelen (7) die zich langs de buitenomtrek van het draagplatform (1) van de opslaginrichting (10) uitstrekken en die voorzien zijn om tegen het bladgroen te drukken en zo de wortels van de in de opslaginrichting (10) gestapelde prei tegen de kolom (2) te drukken.

Prei heeft drie delen: een wortel, een vaste stengel en (verend) bladgroen. Afhankelijk van het seizoen waarin de prei gerooid wordt, kunnen de eigenschappen van de verschillende delen variëren. De verhouding van het volume stengel/bladgroen is dus sterk variabel en beïnvloedt het vullen van de opslaginrichting (10). Om dit op te vangen omvat de preirooi-inrichting (12) tweede drukmiddelen (8) die voorzien zijn om een verticale kracht uit te oefenen op de in de opslaginrichting (10) gestapelde prei. De tweede drukmiddelen (8) zijn bij voorkeur verende aandrukwielen die een verticale kracht uitoefenen op de stengels van de prei omdat die minder kwetsbaar zijn dan het bladgroen. Zodoende verkrijgt men een vast volume opgeslagen prei en vergroot men tevens de capaciteit van de opslaginrichting (10).

Met de opslaginrichting (10) volgens de uitvinding in combinatie met de beschreven preirooi-inrichting (12) kan er dus veel meer prei gestapeld worden. Zo kan men in een opslagcontainer met een inhoud van 4 m3 ongeveer 900 kg prei stapelen. Ter vergelijking, in de gekende opslaginrichtingen met een inhoud van 2 m3 kan men maar ongeveer 350 kg prei stapelen.

Bijkomend heeft deze opslaginrichting (10) het voordeel dat er minder frequent van container moet gewisseld worden met enerzijds tijdswinst tot gevolg en anderzijds, vooral bij natte weersomstandigheden, minder schade aan de bodemstructuur van het te rooien perceel door het feit dat er minder heen er weer gereden moet worden om de opslaginrichtingen op te scheppen en af te zetten.

Claims (11)

1. Opslaginrichting (10) voor prei, waarbij de genoemde inrichting (10) een roteerbaar draagplatform (1) omvat dat voorzien is voor het tijdelijk opslaan van de aangevoerde prei met het kenmerk dat de opslaginrichting (10) een centraal op het draagplatform (1) gepositioneerde kolom (2) omvat die dienst doet als steun voor de wortels van de prei.

2. Opslaginrichting (10) volgens conclusie 1, met het kenmerk dat het genoemde platform (1) cirkelvormig is uitgevoerd.

3. Opslaginrichting (10) volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat de inrichting (10) steunmiddelen (3) voor de opgeslagen prei omvat voorzien voor het steunen van de prei wanneer een vooraf bepaalde opslaghoogte is bereikt.

4. Opslaginrichting (10) volgens conclusie 3, met het kenmerk dat de steunmiddelen (3) minstens één reeks met de kolom (2) verbonden uitklapbare stangenstelsels (4) omvatten waarbij een reeks stangenstelsels (4) op een zodanig manier zijn uitgevoerd dat deze in uitgeklapte toestand een steunvlak vormen voor de gestapelde of de te stapelen prei.

5. Opslaginrichting (10) volgens conclusie 4, met het kenmerk dat elk stangenstelsel (4) minstens twee schamierbare steunarmen (4a, 4b) omvat.

6. Preirooi-inrichting (12) omvattende een rooi-element, een opslaginrichting (10) en een aanvoerinrichting (11) voorzien om de gerooide prei naar de opslaginrichting (10) te brengen, met het kenmerk dat de genoemde opslaginrichting uitgevoerd is volgens één van de conclusies 1 t/m 5.

7. Preirooi-inrichting (12) volgens conclusie 6, met het kenmerk dat de preirooi-inrichting (12) bedieningsmiddelen (5) omvat voorzien voor het uitklappen van de steunmiddelen (3).

8. Preirooi-inrichting (12) volgens conclusie 7, met het kenmerk dat de genoemde bedieningsmiddelen (5) een wigvormig element (6) omvatten dat beweegbaar is tussen een rustpositie en een werkpositie, waarbij het genoemde element (6) voorzien is om in de werkpositie de steunmiddelen (3) te laten uitklappen.

9. Preirooi-inrichting (12) volgens één van de conclusies 6 t/m 8, met het kenmerk dat de preirooi-inrichting (12) eerste drukmiddelen (7) omvat die zich langs de buitenomtrek van het draagplatform (1) van de opslaginrichting (10) uitstrekken en die voorzien zijn om de wortels van de in de opslaginrichting (10) gestapelde prei tegen de kolom (2) te drukken.

10. Preirooi-inrichting (12) volgens één van de conclusies 6 t/m 9, met het kenmerk dat de preirooi-inrichting (12) tweede drukmiddelen (8) omvat die voorzien zijn om een verticale kracht uit te oefenen op de in de opslaginrichting (10) gestapelde prei.

11. Preirooi-inrichting (12) volgens één van de conclusies 6 t/m 10, met het kenmerk dat de preirooi-inrichting (12) aandrijfmiddelen (9) omvat voorzien om het draagplatform (1) van de opslaginrichting (10) te laten roteren.